Bestuurlijke handhaving. Hoe door de bomen het bos nog zien?
Bestuurlijke handhaving. Hoe door de bomen het bos nog zien?
Editeur: die Keure / la Charte
Auteurs: I. Opdebeek, S. De Somer, S. Chantrain, A. Stijleman, L. Todts, C. Vandekeybus
Description
Détails
Site de l'éditeur
Steeds meer besturen worden bekleed met bestuurlijke handhavingsbevoegdheden van allerlei aard. Iedereen kan ermee worden geconfronteerd: de student die een GAS-boete krijgt wegens wildplassen, de exploitant van een bedrijf die de uitbatingsnormen niet respecteert, de bouwheer die niet bouwt volgens de plannen, de gedetineerde die de boel op stelten zet, de student die de rust verstoort in de klas, de ambtenaar die tuchtrechtelijk wordt gestraft wegens een inbreuk op zijn deontologie ... Ondanks deze toename aan handhavingsbevoegdheden ontbreekt in België en Vlaanderen een algemeen regelgevend kader dat de leidende beginselen schetst. In diverse subrechtstakken van het bestuursrecht, zoals het omgevingsrecht, het ambtenarenrecht, het onderwijsrecht, het detentierecht, de gemeentelijke openbareordehandhaving enz. vindt men wel telkens sectorale regelgeving terug. Deze wordt echter gekenmerkt door eigen begrippen en procedures. Toch rijst de vraag of er vanuit die sectorale regelingen
geen algemene, leidende beginselen kunnen worden geïdentificeerd, zodat we door de bomen toch het bos kunnen ontwaren. Zo kan handhaving bestraffend zijn (bestuurlijke geldboetes, de definitieve sluiting van een bedrijf, tuchtstraffen ...), maar ook probleemverhelpend (de tijdelijke sluiting van een inrichting als gemeentelijke politiemaatregel, de verplaatsing bij ordemaatregel van een ambtenaar, een veiligheidsmaatregel ten aanzien van een gedetineerde ...). Kennen alle sectorale regelingen dit onderscheid en - zo ja - wat zijn de draagwijdte en de relevantie ervan? Typisch voor handhaving is dat het bestuur over een grote beleidsvrijheid beschikt. Beleidsvrijheid over de vraag of het optreedt, hoe (hard) het optreedt en/of wanneer het optreedt. Beleidsvrijheid is echter geen synoniem van willekeur. Moet of kan deze beleidsvrijheid niet worden gestroomlijnd via soft law? Mag elk bestuur met handhavingstaken beleidskaders opstellen? Is het daar (soms) toe verplicht? Moeten die beleidskaders openbaar worden gemaakt? En wat als het bestuur het kader niet respecteert? Deze beleidsvrijheid wordt nu reeds beperkt door de beginselen van behoorlijk bestuur. In dat verband rijst bijvoorbeeld de vraag naar de rol van het evenredigheidsbeginsel en de redelijketermijneis in het handhavingsrecht.