- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 5
- Artikel
- R.v.St. (10e k.) nr. 130.211, 9 april 2004
Volume 2004 : 5
De integrale milieuvoorwaarden: milieunormering nieuwe stijl?
Analyse van de positie en de aansprakelijkheid van de bioveiligheidscoördinator versus de milieucoordinator
Besl. Hof Mensenrechten (1e afd.) nr. 44734/98, 8 juli 2004 (Karin Libert / België)
Arbitragehof nr. 75/2004, 5 mei 2004 (prejudiciële vraag)
[Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek en de mogelijkheden van (de)cumulatie van strafrechtelijke verantwoordelijkheid]
Arbitragehof nr. 136/2004, 22 juli 2004 (prejudiciële vraag)
Cass. (2e k.) AR P.04.0358.N, 15 juni 2004 (H.R. e.a. / V.C.)
Cass. (2e k.) AR P.03.0422.N, 7 oktober 2003 (V.A. / B.A., Gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur)
R.v.St. (10e k.) nr. 130.211, 9 april 2004
Antwerpen (9e k.) 8 januari 2004
Voorz. Rb. Brussel 3 november 2003
Rb. Gent (14e k.) 9 december 2003
Rb. Kortrijk (7e k.) 19 januari 2004
Corr. Gent 11 mei 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 126.552, 18 december 2003
R.v.St. nr. 129.842, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.840, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.843, 30 maart 2004
Gent (10e k.) 31 oktober 2003
Brussel (15e k.) 18 november 2003
Gent (10e k.) 19 december 2003
Gent (10e k.) 9 januari 2004
Corr. Dendermonde (17e k.) 4 juni 2002
Corr. Gent (21e k.) 17 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 23 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 3 november 2003
Rb. Gent (16e k.) 17 november 2003
Corr. Antwerpen (1e k. C) 22 december 2003
De integrale milieuvoorwaarden: milieunormering nieuwe stijl?
Analyse van de positie en de aansprakelijkheid van de bioveiligheidscoördinator versus de milieucoordinator
Besl. Hof Mensenrechten (1e afd.) nr. 44734/98, 8 juli 2004 (Karin Libert / België)
Arbitragehof nr. 75/2004, 5 mei 2004 (prejudiciële vraag)
[Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek en de mogelijkheden van (de)cumulatie van strafrechtelijke verantwoordelijkheid]
Arbitragehof nr. 136/2004, 22 juli 2004 (prejudiciële vraag)
Cass. (2e k.) AR P.04.0358.N, 15 juni 2004 (H.R. e.a. / V.C.)
Cass. (2e k.) AR P.03.0422.N, 7 oktober 2003 (V.A. / B.A., Gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur)
R.v.St. (10e k.) nr. 130.211, 9 april 2004
Antwerpen (9e k.) 8 januari 2004
Voorz. Rb. Brussel 3 november 2003
Rb. Gent (14e k.) 9 december 2003
Rb. Kortrijk (7e k.) 19 januari 2004
Corr. Gent 11 mei 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 126.552, 18 december 2003
R.v.St. nr. 129.842, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.840, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.843, 30 maart 2004
Gent (10e k.) 31 oktober 2003
Brussel (15e k.) 18 november 2003
Gent (10e k.) 19 december 2003
Gent (10e k.) 9 januari 2004
Corr. Dendermonde (17e k.) 4 juni 2002
Corr. Gent (21e k.) 17 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 23 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 3 november 2003
Rb. Gent (16e k.) 17 november 2003
Corr. Antwerpen (1e k. C) 22 december 2003
Jaar
2004
Volume
2004
Nummer
5
Pagina
552
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad van State - Conseil d’Etat, 09/04/2004
Referentie
“R.v.St. (10e k.) nr. 130.211, 9 april 2004”, TMILRE 2004, nr. 5, 552-556
Samenvatting
Samenvatting 1 Uit de memorie van toelichting bij art. 1.2.1. par. 2 en 3 Decr. 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid blijkt dat de Vlaamse Regering van oordeel was dat uitdrukkelijk moet bepaald worden dat aan het milieuvraagstuk een belangrijke plaats moet toekomen, ook in de andere beleidsdomeinen, dat daarmee wordt onderstreept dat een groot gewicht moet worden toegekend aan de milieubelangen, maar dat waar deze milieubelangen moeten geplaatst worden op de schaal van beleidsprioriteiten, niet wordt gezegd, dat in bepaalde gevallen ze zullen moeten wijken voor andere, meer essentieel geachte beleidsprioriteiten. Art. 8 Decreet Natuurbehoud maakt deel uit van afdeling 1 van hoofdstuk III van genoemd decreet, bevattende algemene doelstellingen van het natuurbeleid. Luidens de memorie van toelichting geven deze artikelen aan op welke wijze invulling wordt gegeven aan de globale doelstellingen van het decreet, doelstellingen die maar kunnen worden gehaald als ook voldaan wordt aan de eisen die de natuur aan de omgeving stelt en dat zonder in de plaats te treden van andere beleidsdomeinen, zoals het ruimtelijk beleid. De memorie van toelichting geeft eveneens aan dat vanuit het natuurbeleid op dit vlak eigen accenten zullen worden gelegd, en dat de regelgeving die hiermee wordt beoogd, alleszins aanvullend zal werken t.a.v. de reeds bestaande. Wat het standstill-beginsel betreft, zal dit volgens de memorie samen met de andere beginselen bij de verdere planning en uitvoering van concrete maatregelen in functie van de doelstellingen als leidraad dienen. Op het eerste gezicht blijkt dat de aangehaalde standstill- en integratiebeginselen een ruime appreciatiebevoegdheid toelaten in hoofde van de overheid belast met het vaststellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan en inzonderheid niet lijken in te houden dat de bestemmingsvoorschriften die zijn voorzien in een plan van aanleg, wat de natuur- en groengebieden betreft, op grond van deze beginselen nooit kunnen worden gewijzigd. Derhalve lijkt de loutere 'opheffing' van de bestemming tot natuurgebied van de vallei op zich niet te strijden met de aangehaalde beginselen in de zin zoals bedoeld door voormelde decretale bepalingen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!