- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 3
- Artikel
- C.J.U.E. (ordonnance) (10e ch.), 27 avril 2017, C-535/16, Bachman et C.J.U.E .(10e ch.), 20 juillet 2017, C-357/16, Gelvora
Volume 2018 : 3
De Verzekeringswet 2014 en de bescherming van de consument
Publicité et professions libérales : questions actuelles au regard de l’arrêt Vanderborght du 4 mai 2017 de la Cour de justice
Het potentieel van mystery shopping om consumenten te beschermen : een kritische evaluatie
Collectieve schuldenregeling : ultimum remedium voor consumenten met schuldenproblemen
HJEU (2de k.), 21 juni 2017, C-621/15
De Richtlijn Productaansprakelijkheid, de bewijslast en het inroepen van vermoedens : analyse van het arrest van het Hof van Justitie van 21 juni 2017
C.J.U.E. (ordonnance) (10e ch.), 27 avril 2017, C-535/16, Bachman et C.J.U.E .(10e ch.), 20 juillet 2017, C-357/16, Gelvora
Een verduidelijking van de reikwijdte van consumentenbescherming bij kredietovereenkomsten : De beschikking Bachman (27 april 2017) en het arrest Gelvora (20 juli 2017) van het Hof van Justitie
Bruxelles (9e ch. civ.), 12 mai 2017, 2012/AR/3265
[L'exception de reprographie] Note sous Bruxelles (9e ch. civ.), 12 mai 2017, 2012/AR/3265
HJEU (5de k.), 17 mei 2018, C-147/16
De onderneming en het begrip “verkoper” in de Richtlijn oneerlijke bedingen
Aanbevelingen voor online influencer-marketing van de Raad voor Reclame
De Verzekeringswet 2014 en de bescherming van de consument
Publicité et professions libérales : questions actuelles au regard de l’arrêt Vanderborght du 4 mai 2017 de la Cour de justice
Het potentieel van mystery shopping om consumenten te beschermen : een kritische evaluatie
Collectieve schuldenregeling : ultimum remedium voor consumenten met schuldenproblemen
HJEU (2de k.), 21 juni 2017, C-621/15
De Richtlijn Productaansprakelijkheid, de bewijslast en het inroepen van vermoedens : analyse van het arrest van het Hof van Justitie van 21 juni 2017
C.J.U.E. (ordonnance) (10e ch.), 27 avril 2017, C-535/16, Bachman et C.J.U.E .(10e ch.), 20 juillet 2017, C-357/16, Gelvora
Een verduidelijking van de reikwijdte van consumentenbescherming bij kredietovereenkomsten : De beschikking Bachman (27 april 2017) en het arrest Gelvora (20 juli 2017) van het Hof van Justitie
Bruxelles (9e ch. civ.), 12 mai 2017, 2012/AR/3265
[L'exception de reprographie] Note sous Bruxelles (9e ch. civ.), 12 mai 2017, 2012/AR/3265
HJEU (5de k.), 17 mei 2018, C-147/16
De onderneming en het begrip “verkoper” in de Richtlijn oneerlijke bedingen
Aanbevelingen voor online influencer-marketing van de Raad voor Reclame
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
3
Pagina
156
Taal
Frans
Rechtscollege
Hof van Justitie - Cour de Justice, 20/07/2017
Referentie
“C.J.U.E. (ordonnance) (10e ch.), 27 avril 2017, C-535/16, Bachman et C.J.U.E .(10e ch.), 20 juillet 2017, C-357/16, Gelvora”, DCCR 2018, nr. 3, 156-158
Samenvatting
La décision Bachman pose la question de savoir si une personne physique qui, à la suite d'une novation, s'est engagée, par contrat, envers un établissement de crédit à rembourser des crédits initialement accordés à une société commerciale aux fins de son activité, peut être considérée comme consommateur au sens de l'article 2, b), de la directive 93/13/CEE du 5 avril 1993 concernant les clauses abusives dans les contrats conclus avec les consommateurs. La Cour décida que cela était le cas lorsque cette personne physique n'a pas de lien clair entre cette société et qui, de cette manière, a agi pour des finalités qui tombent en dehors de ses activités professionnelles ou commerciales, mais qui sur la base de ses liens avec la personne qui avait le contrôle de la société et avec la personne qui a conclu le contrat accessoire (contrat de cautionnement ou contrat d'hypothèque) au contrat de crédit originel. L'arrêt Gelvora soulève la question de savoir si le rapport juridique entre une société de recouvrement et un débiteur qui est resté en défaut d'exécution d'un contrat de crédit à la consommation, pour lequel le recouvrement de la dette a été confié à la société de recouvrement, tombe dans le champ d'application ratione materiae de la directive 2005/29/CE du 11 mai 2005 relative aux pratiques commerciales déloyales des entreprises vis-à-vis des consommateurs dans le marché intérieur (...). La Cour décida que cela était le cas parce que les pratiques appliquées par une telle société pour recouvrir sa dette, tombent sous la notion de « produit » au sens de l'article 2, c), de cette directive. À cet égard, les circonstances selon lesquelles la dette était confirmée par une décision judiciaire et que cette décision a été confiée pour exécution à un huissier de justice, n'étaient pas pertinentes.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!