- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 5
- Artikel
- Stedenbouw- Ruimtelijk kwetsbaar gebied - Strafbaarheid - Overgangsrecht
Volume 3 : 5
Is er een Copernicaanse wending op til in het Vlaamse milieuhandhavingsbeleid?
De uitholling van de proactieve recherche
Rechtvaardigingsgrond - Wettige verdediging - Begrip - Voorwaarden - Ogenblikkelijke noodzaak van de verdediging - Vluchtplicht
Voorlopige hechtenis - Onderzoeksgerechten - Motivering - Art. 23 lid 4 Voorlopige Hechteniswet
Art. 330 Sw. - Bedreiging - Voorwaarden - Begrip
Hoofdelijkheid - Hoofdelijke veroordeling van verschillende partijen tot betaling van schadevergoeding aan de burgerlijke partij
Algemene wet inzake douane en accijnzen - Ongrondwettelijkheid van de onmogelijkheid geen verzachtende omstandigheden in aanmerking te kunnen nemen - Straftoemeting - Art. 195 Sv.
Proactieve recherche - Art. 28 bis § 2 Sv.
Stedenbouw- Ruimtelijk kwetsbaar gebied - Strafbaarheid - Overgangsrecht
Milieuvergunningsdecreet - Exploiteren of veranderen van een vergunningsplichtige inrichting - Schuldvorm - Onachtzaamheid
Kamer van inbeschuldigingstelling - Art. 13 EVRM - Redelijke termijn - Geschilpunt dat de regelmatigheid van de procedure betreft
Cassatieberoep - Kamer van inbeschuldigingstelling - Controle over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden - Ontvankelijkheid van het cassatieberoep
Opschorting van de uitspraak van de veroordeling - Bijzondere verbeurdverklaring van verboden wapens - Ontstentenis schriftelijke vordering van het openbaar ministerie - Art. 6 lid 2 Probatiewet
Diefstal - Begrip - Ontstentenis van bedrieglijke toeëigening
Is er een Copernicaanse wending op til in het Vlaamse milieuhandhavingsbeleid?
De uitholling van de proactieve recherche
Rechtvaardigingsgrond - Wettige verdediging - Begrip - Voorwaarden - Ogenblikkelijke noodzaak van de verdediging - Vluchtplicht
Voorlopige hechtenis - Onderzoeksgerechten - Motivering - Art. 23 lid 4 Voorlopige Hechteniswet
Art. 330 Sw. - Bedreiging - Voorwaarden - Begrip
Hoofdelijkheid - Hoofdelijke veroordeling van verschillende partijen tot betaling van schadevergoeding aan de burgerlijke partij
Algemene wet inzake douane en accijnzen - Ongrondwettelijkheid van de onmogelijkheid geen verzachtende omstandigheden in aanmerking te kunnen nemen - Straftoemeting - Art. 195 Sv.
Proactieve recherche - Art. 28 bis § 2 Sv.
Stedenbouw- Ruimtelijk kwetsbaar gebied - Strafbaarheid - Overgangsrecht
Milieuvergunningsdecreet - Exploiteren of veranderen van een vergunningsplichtige inrichting - Schuldvorm - Onachtzaamheid
Kamer van inbeschuldigingstelling - Art. 13 EVRM - Redelijke termijn - Geschilpunt dat de regelmatigheid van de procedure betreft
Cassatieberoep - Kamer van inbeschuldigingstelling - Controle over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden - Ontvankelijkheid van het cassatieberoep
Opschorting van de uitspraak van de veroordeling - Bijzondere verbeurdverklaring van verboden wapens - Ontstentenis schriftelijke vordering van het openbaar ministerie - Art. 6 lid 2 Probatiewet
Diefstal - Begrip - Ontstentenis van bedrieglijke toeëigening
Jaar
2008
Volume
3
Nummer
5
Pagina
355
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 26/02/2008
Referentie
“Stedenbouw- Ruimtelijk kwetsbaar gebied - Strafbaarheid - Overgangsrecht”, NC 2008, nr. 5, 355-356
Samenvatting
Het blijkt nergens dat de decreetgever voor de strafbaarheid van het in stand houden in ruimtelijk kwetsbaar gebied vereist dat eerst ook de handelingen, werken, wijzigingen of het strijdige gebruik zouden zijn gepleegd in ruimtelijk kwetsbaar gebied.
Voor de strafbare instandhouding vereist artikel 146, derde lid Stedenbouwdecreet 1999 uitsluitend dat op het ogenblik van de instandhouding, de wederrechtelijke werken voortaan gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied. Deze strafbepaling ontneemt aan het voor of na de wetswijziging van 4 juni 2003 voortdurend gepleegde misdrijf van instandhouding, niet zijn strafbaar karakter, zolang deze instandhouding betrekking heeft op goederen gelegen in een ruimtelijk kwetsbaar gebied.
Voor de strafbare instandhouding vereist artikel 146, derde lid Stedenbouwdecreet 1999 uitsluitend dat op het ogenblik van de instandhouding, de wederrechtelijke werken voortaan gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied. Deze strafbepaling ontneemt aan het voor of na de wetswijziging van 4 juni 2003 voortdurend gepleegde misdrijf van instandhouding, niet zijn strafbaar karakter, zolang deze instandhouding betrekking heeft op goederen gelegen in een ruimtelijk kwetsbaar gebied.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!