- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 428
- Artikel
- HvJ (3e k.) nr. C-260/18, 3 oktober 2019 (Kamil Dziubak, Justyna Dziubak / Raiffeisen Bank International AG)
Volume 2020 : 428
Versoepeling Camerawet grondwettelijk getoetst. De doelgroepen kunnen rustig werken, terwijl camera's draaien, rijden, vliegen en gelinkt worden met politiedatabanken
HvJ (3e k.) nr. C-260/18, 3 oktober 2019 (Kamil Dziubak, Justyna Dziubak / Raiffeisen Bank International AG)
Nietigheid van onrechtmatige bedingen
Grondwettelijk Hof nr. 184/2019, 20 november 2019 (prejudiciële vraag)
Jaarlijkse forfaitaire bijdrage verschuldigd door vennootschappen
Cass. (3e k.) AR C.19.0602.N, 27 april 2020 (DC-MANAGEMENT bvba / BNP PARIBAS FORTIS nv)
Kwalificatie kredietovereenkomst en de toepassing van artikel 1907bis BW
Antwerpen 14 januari 2020
Vertrekpunt van de bevrijdende verjaring bij een verbintenis onder opschortende tijdsbepaling
Arbh. Brussel (3e k.) 2 juli 2019
Engelstalig bonusplan [Nederlands Taaldecreet]
Versoepeling Camerawet grondwettelijk getoetst. De doelgroepen kunnen rustig werken, terwijl camera's draaien, rijden, vliegen en gelinkt worden met politiedatabanken
HvJ (3e k.) nr. C-260/18, 3 oktober 2019 (Kamil Dziubak, Justyna Dziubak / Raiffeisen Bank International AG)
Nietigheid van onrechtmatige bedingen
Grondwettelijk Hof nr. 184/2019, 20 november 2019 (prejudiciële vraag)
Jaarlijkse forfaitaire bijdrage verschuldigd door vennootschappen
Cass. (3e k.) AR C.19.0602.N, 27 april 2020 (DC-MANAGEMENT bvba / BNP PARIBAS FORTIS nv)
Kwalificatie kredietovereenkomst en de toepassing van artikel 1907bis BW
Antwerpen 14 januari 2020
Vertrekpunt van de bevrijdende verjaring bij een verbintenis onder opschortende tijdsbepaling
Arbh. Brussel (3e k.) 2 juli 2019
Engelstalig bonusplan [Nederlands Taaldecreet]
Jaar
2020
Volume
2020
Nummer
428
Pagina
682
Taal
Nederlands
Rechtscollege
03/10/2019
Referentie
S. GEIREGAT, “HvJ (3e k.) nr. C-260/18, 3 oktober 2019 (Kamil Dziubak, Justyna Dziubak / Raiffeisen Bank International AG)”, NJW 2020, nr. 428, 682-687
Samenvatting
Samenvatting 1 Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat een nationale rechter, na te hebben vastgesteld dat bepaalde bedingen van een kredietovereenkomst die is geïndexeerd op een vreemde valuta en gepaard gaat met een rentevoet die rechtstreeks gekoppeld is aan de interbancaire rentevoet van de betrokken valuta, er overeenkomstig zijn nationale recht van uitgaat dat die overeenkomst niet zonder deze bedingen kan bestaan, omdat de schrapping ervan zou leiden tot een wijziging van het eigenlijke voorwerp van die overeenkomst. Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Samenvatting 2 Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat, ten eerste, de gevolgen van de nietigverklaring van een overeenkomst in haar geheel voor de situatie van de consument, als bedoeld in het arrest van 30 april 2014, Kásler en Káslerné Rábai (C-26/13, EU:C:2014:282), moeten worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden die bestonden of konden worden voorzien op het moment van het geschil, en dat, ten tweede, voor deze beoordeling de wil van de consument in dit verband doorslaggevend is. Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Samenvatting 3 Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat leemten in een overeenkomst die zijn veroorzaakt door de schrapping van daarin opgenomen oneerlijke bedingen worden verholpen op de enkele basis van nationale open normen, volgens welke de in een rechtshandeling tot uitdrukking gebrachte gevolgen met name worden aangevuld door de gevolgen die voortvloeien uit het billijkheidsbeginsel of uit de gangbare praktijken, en die geen bepalingen van aanvullend recht zijn, noch bepalingen die van toepassing zijn indien de partijen bij de overeenkomst dit zijn overeengekomen. Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Samenvatting 4 Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen handhaving van oneerlijke bedingen in een overeenkomst wanneer schrapping daarvan leidt tot de nietigverklaring van die overeenkomst en de rechter van oordeel is dat die nietigverklaring nadelige gevolgen heeft voor de consument, indien laatstgenoemde niet met een dergelijke handhaving heeft ingestemd. Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!