- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 10
- Artikel
- Cass., 29/12/2020
Volume 2021 : 10
Corr. West-Vlaanderen (afd. Kortrijk), 27/11/2019
Het liken van haatdragende boodschappen kan racisme uitmaken
HvJ, 04/03/2020
Ontbrekende goederen bij een douanemisdrijf
Corr. Leuven, 08/10/2020
De verbetering van een vonnis in strafzaken
Gent, 25/11/2020
Cass., 01/12/2020
Cass., 23/12/2020
Wederzijdse erkenning van maatregelen voor geestesgestoorde daders: de Belgische internering versus de Nederlandse terbeschikkingstelling
Cass., 29/12/2020
Cass., 19/01/2021
Actualia - Wetgeving
Actualia - Bewegingen
Corr. West-Vlaanderen (afd. Kortrijk), 27/11/2019
Het liken van haatdragende boodschappen kan racisme uitmaken
HvJ, 04/03/2020
Ontbrekende goederen bij een douanemisdrijf
Corr. Leuven, 08/10/2020
De verbetering van een vonnis in strafzaken
Gent, 25/11/2020
Cass., 01/12/2020
Cass., 23/12/2020
Wederzijdse erkenning van maatregelen voor geestesgestoorde daders: de Belgische internering versus de Nederlandse terbeschikkingstelling
Cass., 29/12/2020
Cass., 19/01/2021
Actualia - Wetgeving
Actualia - Bewegingen
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
10
Pagina
971
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 29/12/2020
Referentie
“Cass., 29/12/2020”, RABG 2021, nr. 10, 971-973
Samenvatting
Ook voor de onderzoeksgerechten die uitspraak doen over de handhaving van de voorlopige hechtenis geldt dat een conclusie moet blijken uit een geschrift dat, ongeacht zijn benaming of vorm, tijdens het debat ter rechtszitting door een partij of zijn advocaat aan de rechter wordt overgelegd, waarvan regelmatig is vastgesteld dat de rechter kennis ervan heeft genomen en waarin middelen tot staving van een eis, verweer of exceptie zijn aangevoerd. Het geschrift uitgaande van een partij of haar advocaat dat, ook al bevat het dergelijke middelen, ter griffie per fax is ingediend, zonder dat uit de stukken van de rechtspleging blijkt dat het andermaal ter rechtszitting is neergelegd of dat de eiser zijn middelen mondeling heeft aangevoerd of heeft hernomen, is geen schriftelijke conclusie waarop het onderzoeksgerecht moet antwoorden. De schriftelijke vordering die de procureur-generaal neemt ter gelegenheid van het hoger beroep tegen een beslissing inzake de handhaving van de voorlopige hechtenis is geen conclusie. De kamer van inbeschuldigingstelling moet dan ook niet antwoorden op daarin opgenomen middelen ter staving van de vordering van de procureur-generaal.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!