- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 7
- Artikel
- Mons n° 1999/RG/616, 10 octobre 2005
Volume 2007 : 7
Het Koninklijk Besluit van 12 januari 2007 inzake de bemiddelingsovereenkomsten tussen vastgoedmakelaar en consument: een effectieve oplossing voor de knelpunten uit het verleden?
Le bail verbal de résidence principale: chronique d’une mort annoncée
Het begrip “toestemming” in de Wet Verwerking Persoonsgegevens t.a.v. de “wilsonbekwame” patiënt in het kader van een elektronisch gedeeld patiëntendossier
Cass. RG C.04.0003.F, 9 septembre 2005
Le 'carrousel TVA': nullité absolue et conséquences sur la déduction
Cass. (1e k.) AR C.04.0168.N, 22 december 2005 (Belgische Staat / Clinique Sanatia Centre Medico Social Sanatia, Credimo)
Mons n° 1999/RG/616, 10 octobre 2005
Civ. Bruxelles (76e ch.) n° 2005/3280/A, 14 novembre 2006
Cass. (1re ch.) RG C.04.0517.F, 10 février 2006 (R.M.-C. / M. M.-G.P.)
Antwerpen (3e k.) nr. 2005/AR/147, 26 juli 2005
Het Koninklijk Besluit van 12 januari 2007 inzake de bemiddelingsovereenkomsten tussen vastgoedmakelaar en consument: een effectieve oplossing voor de knelpunten uit het verleden?
Le bail verbal de résidence principale: chronique d’une mort annoncée
Het begrip “toestemming” in de Wet Verwerking Persoonsgegevens t.a.v. de “wilsonbekwame” patiënt in het kader van een elektronisch gedeeld patiëntendossier
Cass. RG C.04.0003.F, 9 septembre 2005
Le 'carrousel TVA': nullité absolue et conséquences sur la déduction
Cass. (1e k.) AR C.04.0168.N, 22 december 2005 (Belgische Staat / Clinique Sanatia Centre Medico Social Sanatia, Credimo)
Mons n° 1999/RG/616, 10 octobre 2005
Civ. Bruxelles (76e ch.) n° 2005/3280/A, 14 novembre 2006
Cass. (1re ch.) RG C.04.0517.F, 10 février 2006 (R.M.-C. / M. M.-G.P.)
Antwerpen (3e k.) nr. 2005/AR/147, 26 juli 2005
Jaar
2007
Volume
2007
Nummer
7
Pagina
443
Taal
Frans
Rechtscollege
Hof van Beroep - Cour d'Appel, 10/10/2005
Referentie
“Mons n° 1999/RG/616, 10 octobre 2005”, TBBR 2007, nr. 7, 443-446
Samenvatting
Sommaire 1 La partie à un contrat synallagmatique victime de l’inexécution de ses obligations par l’autre partie ne peut abuser de la faculté que lui reconnaît l’article 1184 du Code civil d’opter entre l’exécution forcée et la résolution de la convention. Il ne ressort ni des articles 1134 et 1184 du Code civil ni de la notion d’abus de droit que la faute de la partie en défaut d’exécuter ses obligations prive celle-ci du droit d’invoquer l’abus de l’autre partie dans l’exercice de cette faculté. Dans les circonstances de l’espèce, la prétention de l’intimée à mettre en oeuvre la clause relative à l’indemnité de dédit de 40% revêt un caractère abusif puisqu’elle aboutit à conférer au vendeur un avantage économique disproportionné par rapport aux inconvénients subis par l’acheteur usant de la faculté lui réservée par la convention d’annuler unilatéralement celle-ci. En l’espèce, la sanction la plus adéquate de l’abus de droit est la réduction de ce droit à son usage normal, soit en l’espèce à des dommages et intérêts réparant le préjudice réellement subi à la suite de l’annulation du contrat par les appelants.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!