- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 9
- Artikel
- Algemene rechtsbeginselen – verbod van ongerechtvaardigde verrijking – voorwaarden – wil van de verarmde om een definitieve vermogensverschuiving in het voordeel van de verrijkte tot stand te brengen – vrijwillig en zonder dwaling verschafte verrijking – verrijking die werd verschaft met een bepaald doel of vanuit een bepaalde verwachting die niet worden verwezenlijkt – verplichting tot loyale medewerking aan de bewijsvoering – bewijslastverdeling – verarmde moet aanwijzingen verstrekken die waarschijnlijk maken dat iedere rechtsgrond ontbreekt – verrijkte moet beweerde rechtsgrond aantonen
Volume 2021 : 9
Het uitdrukkelijk ontbindend beding in een compromis voor onroerende koop
De gerechtelijke, buitengerechtelijke en minnelijke ontbinding van de koop onder de fiscale microscoop
FLASH De toegevoegde waarde van het notariaat. Advies wetsvoorstellen nrs. 343/1 en 1592/1 voor de Kamercommissie voor Justitie
Overzicht van rechtspraak. Testamenten blijven voor problemen zorgen, met selectie van uitspraken
Onteigening - artikel 16 Grondwet - billijke onteigeningsvergoeding - belastingschade - artikel 47 WIB92
Bijdrage in de lasten van het huwelijk – inspanningen buiten professionelecontext ten behoeve van gemeenschappelijk onroerend goed
Algemene rechtsbeginselen – verplichting van de rechter om het geschil tebeslechten overeenkomstig de erop van toepassing zijnde rechtsregels – verbod van ongerechtvaardigde verrijking
Algemene rechtsbeginselen – verbod van ongerechtvaardigde verrijking – subsidiair karakter – gevolg – in hoofdorde inroepen van andere rechtsgronden – gebrek aan bewijs
Algemene rechtsbeginselen – verbod van ongerechtvaardigde verrijking – voorwaarden – wil van de verarmde om een definitieve vermogensverschuiving in het voordeel van de verrijkte tot stand te brengen – vrijwillig en zonder dwaling verschafte verrijking – verrijking die werd verschaft met een bepaald doel of vanuit een bepaalde verwachting die niet worden verwezenlijkt – verplichting tot loyale medewerking aan de bewijsvoering – bewijslastverdeling – verarmde moet aanwijzingen verstrekken die waarschijnlijk maken dat iedere rechtsgrond ontbreekt – verrijkte moet beweerde rechtsgrond aantonen
Vereffening en verdeling – gerechtelijke vereffening-verdeling – vrije beoordelingsbevoegdheid van de vereffeningsrechter in het raam van artikel 1209, § 1 Ger.W.
Gerechtelijke vereffening-verdeling – beslechting van de aanspraken vanderden – buiten de opdracht van de notaris – tussenkomst van de persoonlijke schuldeisers van de deelgenoten
Het uitdrukkelijk ontbindend beding in een compromis voor onroerende koop
De gerechtelijke, buitengerechtelijke en minnelijke ontbinding van de koop onder de fiscale microscoop
FLASH De toegevoegde waarde van het notariaat. Advies wetsvoorstellen nrs. 343/1 en 1592/1 voor de Kamercommissie voor Justitie
Overzicht van rechtspraak. Testamenten blijven voor problemen zorgen, met selectie van uitspraken
Onteigening - artikel 16 Grondwet - billijke onteigeningsvergoeding - belastingschade - artikel 47 WIB92
Bijdrage in de lasten van het huwelijk – inspanningen buiten professionelecontext ten behoeve van gemeenschappelijk onroerend goed
Algemene rechtsbeginselen – verplichting van de rechter om het geschil tebeslechten overeenkomstig de erop van toepassing zijnde rechtsregels – verbod van ongerechtvaardigde verrijking
Algemene rechtsbeginselen – verbod van ongerechtvaardigde verrijking – subsidiair karakter – gevolg – in hoofdorde inroepen van andere rechtsgronden – gebrek aan bewijs
Algemene rechtsbeginselen – verbod van ongerechtvaardigde verrijking – voorwaarden – wil van de verarmde om een definitieve vermogensverschuiving in het voordeel van de verrijkte tot stand te brengen – vrijwillig en zonder dwaling verschafte verrijking – verrijking die werd verschaft met een bepaald doel of vanuit een bepaalde verwachting die niet worden verwezenlijkt – verplichting tot loyale medewerking aan de bewijsvoering – bewijslastverdeling – verarmde moet aanwijzingen verstrekken die waarschijnlijk maken dat iedere rechtsgrond ontbreekt – verrijkte moet beweerde rechtsgrond aantonen
Vereffening en verdeling – gerechtelijke vereffening-verdeling – vrije beoordelingsbevoegdheid van de vereffeningsrechter in het raam van artikel 1209, § 1 Ger.W.
Gerechtelijke vereffening-verdeling – beslechting van de aanspraken vanderden – buiten de opdracht van de notaris – tussenkomst van de persoonlijke schuldeisers van de deelgenoten
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
9
Pagina
829
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 11/06/2021
Referentie
“Algemene rechtsbeginselen – verbod van ongerechtvaardigde verrijking – voorwaarden – wil van de verarmde om een definitieve vermogensverschuiving in het voordeel van de verrijkte tot stand te brengen – vrijwillig en zonder dwaling verschafte verrijking – verrijking die werd verschaft met een bepaald doel of vanuit een bepaalde verwachting die niet worden verwezenlijkt – verplichting tot loyale medewerking aan de bewijsvoering – bewijslastverdeling – verarmde moet aanwijzingen verstrekken die waarschijnlijk maken dat iedere rechtsgrond ontbreekt – verrijkte moet beweerde rechtsgrond aantonen”, TNot. 2021, nr. 9, 829-831
Samenvatting
[1.] Krachtens het algemeen rechtsbeginsel van het verbod van ongerechtvaardigde
verrijking kan een vermogensverschuiving worden ongedaan gemaakt wanneer voor zowel de verrijking als de correlatieve verarming iedere rechtsgrond ontbreekt.
De verrijking is niet ongerechtvaardigd wanneer zij steunt op de wil van de verarmde,
voor zover deze ertoe strekte een definitieve vermogensverschuiving in het voordeel van de verrijkte tot stand te brengen. Die wil van de verarmde kan onder meer blijken uit de bedoeling de verrijkte te begunstigen, het speculatieve oogmerk of de omstandigheid dat de verarmde uitsluitend of hoofdzakelijk in zijn eigen belang handelde.
Behoudens wanneer de verrijkte onrechtmatig heeft gehandeld, geeft een verrijking die vrijwillig en zonder dwaling werd verschaft, in beginsel, geen aanleiding tot een verrijkingsvordering.
Een verrijking die werd verschaft met een bepaald doel of vanuit een bepaalde verwachting wordt niet ongerechtvaardigd wanneer deze niet worden verwezenlijkt.
Dit is anders wanneer de verrijkte op de hoogte was, of hoorde te zijn, van het doel of de verwachting en wist of hoorde te weten dat, wanneer dit doel of die verwachting niet worden verwezenlijkt, de verrijking diende ongedaan te worden gemaakt.
[2.] De bewijslast dat de voorwaarden van de verrijkingsvordering zijn vervuld, rust op de verarmde die de vordering instelt.
Het algemeen rechtsbeginsel dat procespartijen ertoe zijn gehouden loyaal mee
te werken aan de bewijsvoering impliceert evenwel dat, wanneer de verarmde als eiser bij de verrijkingsvordering voldoende aanwijzingen verstrekt die waarschijnlijk
maken dat iedere rechtsgrond ontbreekt, het aan de verrijkte als verweerder op de verrijkingsvordering staat om het voorhanden zijn van een rechtsgrond aan te tonen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!