Volume 13 : 6
De wettelijke regeling i.v.m. de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon ontdoet zich na 19 jaar van twee groeipijnen
Samenloop en vrij verkeer van judiciële beslissingen
Wegverkeerswet • Verval van het recht tot sturen • Niet-verplicht karakter • Overtreding begaan met voertuig dat niet in aanmerking komt voor de vervallenverklaring • Overtreding begaan door een voetganger • Schending
Grondwet • Gelijkheid en niet-discriminatie • Gerechtskosten • Rechtsplegingsvergoeding • Burgerlijke partij • Hoger beroep
Oplichting • Aflopend misdrijf • Eenheid van opzet • Beëindiging incriminatieperiode • Verjaring strafvordering
Art. 20, eerste lid V.T.Sv. • Rechtspersoon • Verval van de strafvordering • Toepassing
Teruggave • Art. 44 Sw. • Begrip
Teruggave • Bijzondere verbeurdverklaring • Sociaal misdrijf • Terugbetaling van onrechtmatig ontvangen bedragen • Art. 233, § 1, 3° en art. 236, tweede lid Soc. Sw.
Uitlevering • Toepassing weigeringsgrond • Buitenlandse rechtsmacht die een uitlevering weigert
Voorlopige hechtenis • Kamer van inbeschuldigingstelling • Afwezigheid inverdenkinggestelde wegens medische redenen
Jeugdbescherming • Voorlopige maatregelen • Voorbereidende fase • Maximale duur
Oplichting • Mededaderschap • Voorwaarden
Verzet • Termijn • Aanvang • Rechtsgeldige betekening • Controle verjaring van de straf • Aanvang
Bijzondere verbeurdverklaring • Motiveringsplicht van de strafrechter • Art. 195 Sv. • Art. 211 Sv.
Burgerlijke rechtsvordering voor de strafrechter • Vrijspraak op strafgebied • Uitsluitend hoger beroep burgerlijke partij • Opdracht strafrechter • Burgerlijke rechtsvordering voor de burgerlijke rechter • Schorsing behandeling wegens strafvordering • Vrijspraak • Uitsluitend hoger beroep burgerlijke partij • Voortduren van de schorsing
Ontsleutelplicht • Art. 88quater Sv. • Non-incriminatiebeginsel • Schending art. 6 EVRM en art. 14.3.g BUPO-Verdrag
Kanttekening Fernand Collinprijs voor Recht
De wettelijke regeling i.v.m. de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon ontdoet zich na 19 jaar van twee groeipijnen
Samenloop en vrij verkeer van judiciële beslissingen
Wegverkeerswet • Verval van het recht tot sturen • Niet-verplicht karakter • Overtreding begaan met voertuig dat niet in aanmerking komt voor de vervallenverklaring • Overtreding begaan door een voetganger • Schending
Grondwet • Gelijkheid en niet-discriminatie • Gerechtskosten • Rechtsplegingsvergoeding • Burgerlijke partij • Hoger beroep
Oplichting • Aflopend misdrijf • Eenheid van opzet • Beëindiging incriminatieperiode • Verjaring strafvordering
Art. 20, eerste lid V.T.Sv. • Rechtspersoon • Verval van de strafvordering • Toepassing
Teruggave • Art. 44 Sw. • Begrip
Teruggave • Bijzondere verbeurdverklaring • Sociaal misdrijf • Terugbetaling van onrechtmatig ontvangen bedragen • Art. 233, § 1, 3° en art. 236, tweede lid Soc. Sw.
Uitlevering • Toepassing weigeringsgrond • Buitenlandse rechtsmacht die een uitlevering weigert
Voorlopige hechtenis • Kamer van inbeschuldigingstelling • Afwezigheid inverdenkinggestelde wegens medische redenen
Jeugdbescherming • Voorlopige maatregelen • Voorbereidende fase • Maximale duur
Oplichting • Mededaderschap • Voorwaarden
Verzet • Termijn • Aanvang • Rechtsgeldige betekening • Controle verjaring van de straf • Aanvang
Bijzondere verbeurdverklaring • Motiveringsplicht van de strafrechter • Art. 195 Sv. • Art. 211 Sv.
Burgerlijke rechtsvordering voor de strafrechter • Vrijspraak op strafgebied • Uitsluitend hoger beroep burgerlijke partij • Opdracht strafrechter • Burgerlijke rechtsvordering voor de burgerlijke rechter • Schorsing behandeling wegens strafvordering • Vrijspraak • Uitsluitend hoger beroep burgerlijke partij • Voortduren van de schorsing
Ontsleutelplicht • Art. 88quater Sv. • Non-incriminatiebeginsel • Schending art. 6 EVRM en art. 14.3.g BUPO-Verdrag
Kanttekening Fernand Collinprijs voor Recht
Année
2018
Volume
13
Numéro
6
Page
589
Langue
Néerlandais
Juridiction
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 26/06/2018
Référence
“Uitlevering • Toepassing weigeringsgrond • Buitenlandse rechtsmacht die een uitlevering weigert”, NC 2018, nr. 6, 589-596
Résumé
De beoordeling van de verjaringstermijnen van de strafvordering dient te gebeuren op de misdrijfkwalificatie in abstracto. Volgens artikel 2bis, tweede lid van de Uitleveringswet 1874 kan er geen uitlevering worden toegestaan wanneer er ernstige risico’s bestaan dat de persoon, indien hij wordt uitgeleverd, in de verzoekende Staat wordt onderworpen aan een flagrante rechtsweigering of aan foltering of onmenselijke en onterende behandeling. Die bepaling vereist dat de uitgeleverde persoon in de verzoekende Staat met enige graad van waarschijnlijkheid het voorwerp zal uitmaken van de meest ernstige schendingen van de artikelen 5 en 6 EVRM, dan wel van een schending van artikel 3 EVRM. Het onderzoeksgerecht oordeelt onaantastbaar of de voorgelegde feiten aanleiding geven tot de toepassing van die weigeringsgrond. Een Belgisch onderzoeksgerecht dat oordeelt over een verzoek tot uitlevering, dient een beslissing van een buitenlandse rechtsmacht die een uitlevering weigert, niet te eerbiedigen.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!