- Full text
- Revue
- Numéro 458
- Article
- Rechtmatig vertrouwen in actieve vergissingen van de administratie: begaat het Hof van Cassatie een actieve vergissing, met miskenning van de Europese btw- en douanerechtspraak?
Volume 2014 : 458
Impôt des non-résidents – Article 244bis, alinéa 2 CIR 1992 – Viole la libre circulation des travailleurs garantie par l'article 45 TFUE (ancien art. 39 traité CE)
Arriérés de revenus – Taux moyen d'imposition
Article 26 C.TVA – Article 11, A., 1. sixième directive TVA – Contrepartie effectivement perçue – Principe de neutralité
Verschuldigdheid en opeisbaarheid van btw in de overgang van vrijgestelde diensten naar belaste diensten
Rechtmatig vertrouwen in actieve vergissingen van de administratie: begaat het Hof van Cassatie een actieve vergissing, met miskenning van de Europese btw- en douanerechtspraak?
Plus-value sur actions ou parts – « Funding loss » – Détermination de la plus-value – Article 43 CIR 1992 – Prix majoré de tout autre indemnité ou élément constitutif de la valeur – Exonération de la plus-value sur la base de l'article 192 CIR 1992
“Funding loss” is onderdeel van de verkoopwaarde bij bepaling meerwaarde
Contrôle – Copie des livres et documents – Secret professionnel – Délai
Fiscale controle – Wanneer kan de belastingplichtige het beroepsgeheim inroepen?
Fixation de la peine – Condamnation solidaire – Caractère individuel de la peine
Definitief afscheid van het zakelijk karakter van de geldboete inzake douane en accijnzen?
Impôt des non-résidents – Article 244bis, alinéa 2 CIR 1992 – Viole la libre circulation des travailleurs garantie par l'article 45 TFUE (ancien art. 39 traité CE)
Arriérés de revenus – Taux moyen d'imposition
Article 26 C.TVA – Article 11, A., 1. sixième directive TVA – Contrepartie effectivement perçue – Principe de neutralité
Verschuldigdheid en opeisbaarheid van btw in de overgang van vrijgestelde diensten naar belaste diensten
Rechtmatig vertrouwen in actieve vergissingen van de administratie: begaat het Hof van Cassatie een actieve vergissing, met miskenning van de Europese btw- en douanerechtspraak?
Plus-value sur actions ou parts – « Funding loss » – Détermination de la plus-value – Article 43 CIR 1992 – Prix majoré de tout autre indemnité ou élément constitutif de la valeur – Exonération de la plus-value sur la base de l'article 192 CIR 1992
“Funding loss” is onderdeel van de verkoopwaarde bij bepaling meerwaarde
Contrôle – Copie des livres et documents – Secret professionnel – Délai
Fiscale controle – Wanneer kan de belastingplichtige het beroepsgeheim inroepen?
Fixation de la peine – Condamnation solidaire – Caractère individuel de la peine
Definitief afscheid van het zakelijk karakter van de geldboete inzake douane en accijnzen?
Année
2014
Volume
2014
Numéro
458
Page
278
Langue
Néerlandais
Juridiction
Référence
L. VANDENBERGHE, “Rechtmatig vertrouwen in actieve vergissingen van de administratie: begaat het Hof van Cassatie een actieve vergissing, met miskenning van de Europese btw- en douanerechtspraak?”, TFR 2014, nr. 458, 278-297
Résumé
In een arrest van 15 februari 2013 oordeelde het Hof van Cassatie dat een belastingplichtige zich niet kan beroepen op een rechtmatig vertrouwen contra legem. Deze zaak betrof een vereniging die gedurende ongeveer 16 jaar btw had aangerekend, wat bij eerdere regelmatige controles nooit werd betwist. Doch op een bepaald ogenblik werd het recht op btw-aftrek retroactief ontzegd, omdat de administratie plots tot de vaststelling kwam dat deze vereniging niet als een btw-belastingplichtige kon worden beschouwd. De advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie argumenteerde dat deze zienswijze in overeenstemming was met rechtspraak van het Hof van Justitie betreffende de toepassing van het vertrouwensbeginsel in geschillen i.v.m. staatssteun.
Geschillen betreffende indirecte belastingen, zoals douane en btw, zijn echter van een totaal andere feitelijke en juridische aard, zodat het vereiste van rechtszekerheid hier niet noodzakelijk dezelfde betekenis heeft.
In dit artikel wordt nagegaan hoe het rechtmatig vertrouwen in de rechtspraak van het Hof van Justitie wordt geïnterpreteerd, in douanezaken (m.n. in art. 220, tweede lid van het Communautair Douanewetboek (CDW) – vanaf 1 juni 2016: art. 119 van het Douanewetboek van de Unie (Verord. (EU) 952/2013)) – en btw-zaken. Er wordt geargumenteerd dat het vertrouwensbeginsel in beide belastinggebieden op dezelfde wijze toepasbaar is en ook effectief op dezelfde wijze door het Hof van Justitie wordt geïnterpreteerd. Die interpretatie houdt in dat het Hof van Justitie de eerbiediging van het vertrouwensbeginsel contra legem in btw-zaken wel aanvaardt. Dit past trouwens in het licht van het btw-neutraliteitsvereiste. Aldus wordt geconcludeerd dat de Belgische rechtspraak niet in overeenstemming is met de rechtspraak van het Hof van Justitie. Deze visie sluit aan bij de kritiek die eerder al op dit arrest werd geuit in de rechtsleer (zie met name de bijdrage van P. Popelier in AFT 2013, afl. 6-7 – en op de UA-Tiberghien Belastingconferentie van 2013, waar deze problematiek eveneens werd besproken).
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!