Volume 2018 : 10
Koop-verkoop van aandelen vs. koop-verkoop onroerend goed: precontractuele informatieverstrekking.
Een greep uit recente rechtspraak inzake hand- en bankgiften (2011-2018).
Schenking onder de levenden - vormvereisten - toepassing m.b.t. de handgift - uitwerking.
Schenking onder de levenden - vorm - handgift van roerende goederen - toepasselijkheid.
Erfrecht - giften - erfenisbejaging - artikel 909 BW - rechtsonbekwaamheid om giften te ontvangen - toepassingsgebied - thuisverpleging.
Schenking - onderhandse volmacht tot schenken - absolute nietigheid van de schenking - geen bevestiging mogelijk door uitvoering van de nietige gift - art. 1339 BW - abstract karakter van een onrechtstreekse schenking.
Schenking - handgift - modaliteiten - verzoenbaarheid met het essentiële karakter van de handgift - wanprestatie van de schenkers - ontbinding - gevolgen - schadevergoeding.
Bekwaamheid - artikel 488bis BW - transactie - beschikkingsmacht - beschermde persoon.
Bewijs - burgerlijke zaken - onrechtmatig verkregen bewijs - elektronische communicatie - bewijsuitsluiting - rechterlijke beoordeling - verbintenis - oorzaak - ongeoorloofd karakter - gift - pretium stupri - rechterlijke beoordeling - gift - onrechtstreekse schenking - bankoverschrijving - mededeling 'gift' - gevolg - civielrechtelijke nietigheidssanctie.
Koop-verkoop van aandelen vs. koop-verkoop onroerend goed: precontractuele informatieverstrekking.
Een greep uit recente rechtspraak inzake hand- en bankgiften (2011-2018).
Schenking onder de levenden - vormvereisten - toepassing m.b.t. de handgift - uitwerking.
Schenking onder de levenden - vorm - handgift van roerende goederen - toepasselijkheid.
Erfrecht - giften - erfenisbejaging - artikel 909 BW - rechtsonbekwaamheid om giften te ontvangen - toepassingsgebied - thuisverpleging.
Schenking - onderhandse volmacht tot schenken - absolute nietigheid van de schenking - geen bevestiging mogelijk door uitvoering van de nietige gift - art. 1339 BW - abstract karakter van een onrechtstreekse schenking.
Schenking - handgift - modaliteiten - verzoenbaarheid met het essentiële karakter van de handgift - wanprestatie van de schenkers - ontbinding - gevolgen - schadevergoeding.
Bekwaamheid - artikel 488bis BW - transactie - beschikkingsmacht - beschermde persoon.
Bewijs - burgerlijke zaken - onrechtmatig verkregen bewijs - elektronische communicatie - bewijsuitsluiting - rechterlijke beoordeling - verbintenis - oorzaak - ongeoorloofd karakter - gift - pretium stupri - rechterlijke beoordeling - gift - onrechtstreekse schenking - bankoverschrijving - mededeling 'gift' - gevolg - civielrechtelijke nietigheidssanctie.
Année
2018
Volume
2018
Numéro
10
Page
804
Langue
Néerlandais
Juridiction
Antwerpen, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 20/03/2018
Référence
“Schenking - onderhandse volmacht tot schenken - absolute nietigheid van de schenking - geen bevestiging mogelijk door uitvoering van de nietige gift - art. 1339 BW - abstract karakter van een onrechtstreekse schenking.”, TNot. 2018, nr. 10, 804-810
Résumé
Met de verplichte notariële tussenkomst ex art. 931 BW beoogde de wetgever een dubbel doel: de bescherming van de schenker en diens familie tegen lichtzinnigheid enerzijds en het verhogen van de rechtszekerheid anderzijds. Vermits de vereiste van authenticiteit uitdrukkelijk wordt opgelegd voor de volmacht tot aanvaarding van de schenking (art. 933 BW) geldt de authenticiteitsvereiste a fortiori voor de volmacht tot schenken vermits de nood aan bescherming van de schenker minstens zo groot is als de nood aan bescherming van de begiftigde. Deze beschermingsvoorschriften mogen niet kunnen omzeild worden via een vertegenwoordiging bij volmacht.
De notariële schenking, gedaan op basis van een onderhandse volmacht tot schenken, is nietig op grond van art. 931 BW. Overeenkomstig art. 1339 BW kan de schenker de gebreken van deze schenking niet bevestigen of bekrachtigen door de vrijwillige uitvoering ervan.
Opdat de beweerde bankgift als uitvoering zou gelden van een nietige schenking(sakte) is ook het bewijs vereist dat de schenker alsdan op de hoogte was van het (vorm)gebrek van de schenking. Enkel in die hypothese zou het bestaan van een nieuwe/vernieuwde animus donandi ter gelegenheid van de bankgift kunnen aannemelijk gemaakt worden.
De verwijzing naar de schenkingsakte spoort niet met het vereiste abstracte en definitieve karakter van een onrechtstreekse schenking. De akte/handeling mag haar oorzaak niet vermelden.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!