- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 4
- Artikel
- Hof van Cassatie, 21 oktober 2019, C.18.0055.N
Volume 2020 : 4
Hof van Cassatie (1e k.), 18 juni 2020, C.19.0140.N
Hof van Cassatie, 21 oktober 2019, C.18.0055.N
Les derniers enseignements délivrés par la Cour de cassation en matière de qualification d’un contrat de crédit
Transacties met verbonden partijen in genoteerde vennootschappen na SRD II
Gros plan sur la FSMA : Chronique de jurisprudence depuis la création de la Commission des sanctions à nos jours
De Belgische omzetting van de Vijfde Antiwitwasrichtlijn
The Covered Bonds Directive in Belgium: an evolution, not a “Skyfall”...
Eén jaar Access to Account (XS2A): kroniek van een hindernissenparcours
La mutualisation du processus KYC : entre rêve et réalité
ESM Treaty Reform: New CAC lowers the bar for euro area sovereign debt restructuring
Hof van Cassatie (1e k.), 18 juni 2020, C.19.0140.N
Hof van Cassatie, 21 oktober 2019, C.18.0055.N
Les derniers enseignements délivrés par la Cour de cassation en matière de qualification d’un contrat de crédit
Transacties met verbonden partijen in genoteerde vennootschappen na SRD II
Gros plan sur la FSMA : Chronique de jurisprudence depuis la création de la Commission des sanctions à nos jours
De Belgische omzetting van de Vijfde Antiwitwasrichtlijn
The Covered Bonds Directive in Belgium: an evolution, not a “Skyfall”...
Eén jaar Access to Account (XS2A): kroniek van een hindernissenparcours
La mutualisation du processus KYC : entre rêve et réalité
ESM Treaty Reform: New CAC lowers the bar for euro area sovereign debt restructuring
Jaar
2020
Volume
2020
Nummer
4
Pagina
234
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 21/10/2019
Referentie
“Hof van Cassatie, 21 oktober 2019, C.18.0055.N”, BFR 2020, nr. 4, 234-235
Samenvatting
Artikel 1907 bis BW is een bepaling van dwingend recht. De beperking van dat artikel geldt voor elke vergoeding die wordt gevorderd door de geldschieter in geval van vervroegde gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een lening op interest. De rechter moet in het licht van de feiten die door de partijen in het bijzonder worden aangevoerd tot staving van hun eisen, de gepaste contractuele kwalificatie zoeken om het geschil te beslechten overeenkomstig de toepasselijke rechtsregels. Hij heeft de plicht ambtshalve de rechtsmiddelen op te werpen waarvan de toepassing geboden is door de feiten die in het bijzonder worden aangevoerd. De rechter heeft daarentegen niet de plicht om ambtshalve de wetsbepalingen te onderzoeken die worden bevolen door feiten die louter door de partijen worden vermeld zonder dat ze door hen als argument worden aangevoerd. Dat geldt ook wanneer de niet door de partijen aangevoerde rechtsgronden steunen op wetsbepalingen van dwingend recht of van openbare orde. Bijgevolg heeft de rechter enkel de plicht om artikel 1907 bis BW ambtshalve te onderzoeken indien de partijen in het bijzonder elementen hebben aangevoerd die het mogelijk maken de kwalificatie van lening in aanmerking te nemen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!