EHRM (Grote Kamer) nr. 11882/10, 20 oktober 2015 (Pentikainen / Finland)

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 317
Artikel
EHRM (Grote Kamer) nr. 11882/10, 20 oktober 2015 (Pentikainen / Finland)

Jaar 2015 Volume 2015 Nummer 317 Pagina 2 Taal Nederlands Rechtscollege Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 20/10/2015 Referentie “EHRM (Grote Kamer) nr. 11882/10, 20 oktober 2015 (Pentikainen / Finland)”, DJK 2015, nr. 317, 2 Samenvatting Samenvatting 1 De verzoeker is fotojournalist voor een Fins tijdschrift. In 2006 werd hij naar Helsinki gestuurd om een betoging te verslaan. Hij werd gearresteerd en meer dan 17 uur vastgehouden. Het is niet geweten wanneer precies de politie heeft vernomen dat hij journalist was. Later werd de verzoeker door een districtsrechtbank schuldig bevonden aan het niet opvolgen van een politiebevel, maar werd beslist hem geen straf op te leggen. De arrestatie en veroordeling van de verzoeker kunnen als een inmenging in zijn vrijheid van meningsuiting worden beschouwd die was "voorgeschreven door de wet" en de rechtmatige doelen van openbare veiligheid en preventie van strafbare misdrijven beoogde. Wat de evenredigheid van die inmenging betreft, heeft de verzoeker meermaals de mogelijkheid gekregen om het evenement correct te verslaan. Zo werd hij nooit belet de betoging te fotograferen en heeft hij afgezien van zijn recht om de beveiligde afgescheiden zone te gebruiken en ervoor gekozen tussen de betogers te blijven zelfs na de aanmaningen om zich te verspreiden. De inmenging in de uitoefening van zijn journalistieke vrijheid had dus slechts een beperkte draagwijdte. Daarenboven was het gedrag dat met de betrokken strafrechtelijke veroordeling werd bestraft niet de journalistieke activiteit van de verzoeker als dusdanig, maar zijn weigering om gevolg te geven aan een politiebevel helemaal aan het einde van de betoging, toen deze volgens de politie ging ontaarden in rellen. In zijn onderzoek naar de vraag of de nationale rechtbanken de noodzaak van een dergelijke inmenging overtuigend hebben aangetoond, merkt het Hof op dat, door een beveiligde afgescheiden zone voor te behouden voor de pers, de Finse autoriteiten hadden erkend dat de betoging een zaak was met een rechtmatig belang voor het publiek en dat er goede redenen waren om van het evenement publiek verslag te laten uitbrengen. De interne rechtscolleges hebben de zaak onderzocht met betrekking tot artikel 10 EVRM, waarbij de vrijheid van meningsuiting van de verzoeker werd afgewogen tegen de belangen van de Staat, en hebben besloten dat er een dringende maatschappelijke behoefte bestond om de aangeklaagde maatregelen tegen de verzoeker te treffen. Het was met name noodzakelijk de menigte uiteen te drijven en de mensen het bevel te geven te vertrekken omwille van de rellen en de dreiging voor de openbare veiligheid. Wat de veroordeling van de verzoeker betreft, werd hem geen straf opgelegd en werd niets in zijn strafregister vermeld. Rekening houdend met de beoordelingsmarge van de Staat ter zake hebben de interne rechtscolleges derhalve blijkbaar de arrestatie en veroordeling van de verzoeker verantwoord met relevante en voldoende motieven en hebben ze dus een billijk evenwicht gevonden tussen de concurrerende belangen die op het spel stonden.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren