- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 349
- Artikel
- Grondwettelijk Hof nr. 42/2017, 30 maart 2017 (prejudiciële vraag)
Volume 2017 : 349
Cassatie is mild voor fout ingevuld grievenformulier hoger beroep in strafzaken
Cass. (2e k.) AR P.17.0105.N, 18 april 2017 (H.M.)
Cass. (2e k.) AR P.17.0031.N, 18 april 2017 (J.E.E.H.)
Cass. (2e k.) AR P.17.0087.N, 18 april 2017 (R.J.L.M.)
Cass. (2e k.) AR P.17.0147.N, 18 april 2017 (G.D.D.V.)
Grondwettelijk Hof nr. 42/2017, 30 maart 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof geeft duidelijk signaal over recuperatie uitkering door mutualiteit bij verlies van kans
Vliegtuigpassagiers hoeven niet naar buitenlandse rechtbank
Kh. Henegouwen (afd. Charleroi) nr. A/16/01963, A/16/01964, 24 maart 2017
Aan zij die nog kunnen volgen: proficiat! Aan zij die niet meer kunnen volgen: ook proficiat! De saga van de ‘transactionele verdelingen’: rechtsbescherming vs. rechtszekerheid
Cass. (3e k.) AR C.15.0508.N, 3 april 2017 (E.D / T.D., C.D., M.D.)
[Taaltip] De door de bis
Feest in Gent [200 jaar Gentse rechtenfaculteit]
Notaris is volledig aansprakelijk voor bodemverontreiniging
Brussel (1e k.) nr. 2012/AR/2619, 22 februari 2017
Notarissen moeten beter communiceren, zegt ombudsnotaris
‘Hoe we met de zwaksten in de samenleving omgaan, is de lakmoesproef voor een goedwerkende justitie’ [Interview met Jos Decoker]
Tijd voor meer vrouwelijke advocaten in het bestuur
[Column] Nou en of
RegSol: onderscheid tussen publiek en privaatrecht vervaagt
Professionele of occasionele curatoren, een essentiële keuze
Rechten van dieren, plichten van mensen
[Column] Geen recht zonder feiten
‘Er is niets mis met enig pragmatisme’ [Interview met Roger Moerenhout]
Stealthing is verkrachting
Cassatie is mild voor fout ingevuld grievenformulier hoger beroep in strafzaken
Cass. (2e k.) AR P.17.0105.N, 18 april 2017 (H.M.)
Cass. (2e k.) AR P.17.0031.N, 18 april 2017 (J.E.E.H.)
Cass. (2e k.) AR P.17.0087.N, 18 april 2017 (R.J.L.M.)
Cass. (2e k.) AR P.17.0147.N, 18 april 2017 (G.D.D.V.)
Grondwettelijk Hof nr. 42/2017, 30 maart 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof geeft duidelijk signaal over recuperatie uitkering door mutualiteit bij verlies van kans
Vliegtuigpassagiers hoeven niet naar buitenlandse rechtbank
Kh. Henegouwen (afd. Charleroi) nr. A/16/01963, A/16/01964, 24 maart 2017
Aan zij die nog kunnen volgen: proficiat! Aan zij die niet meer kunnen volgen: ook proficiat! De saga van de ‘transactionele verdelingen’: rechtsbescherming vs. rechtszekerheid
Cass. (3e k.) AR C.15.0508.N, 3 april 2017 (E.D / T.D., C.D., M.D.)
[Taaltip] De door de bis
Feest in Gent [200 jaar Gentse rechtenfaculteit]
Notaris is volledig aansprakelijk voor bodemverontreiniging
Brussel (1e k.) nr. 2012/AR/2619, 22 februari 2017
Notarissen moeten beter communiceren, zegt ombudsnotaris
‘Hoe we met de zwaksten in de samenleving omgaan, is de lakmoesproef voor een goedwerkende justitie’ [Interview met Jos Decoker]
Tijd voor meer vrouwelijke advocaten in het bestuur
[Column] Nou en of
RegSol: onderscheid tussen publiek en privaatrecht vervaagt
Professionele of occasionele curatoren, een essentiële keuze
Rechten van dieren, plichten van mensen
[Column] Geen recht zonder feiten
‘Er is niets mis met enig pragmatisme’ [Interview met Roger Moerenhout]
Stealthing is verkrachting
Jaar
2017
Volume
2017
Nummer
349
Pagina
2
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 30/03/2017
Referentie
“Grondwettelijk Hof nr. 42/2017, 30 maart 2017 (prejudiciële vraag)”, DJK 2017, nr. 349, 2
Samenvatting
Samenvatting 1 Artikel 136, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de vergoeding van schade voortvloeiend uit het verlies van een kans, zoals bedoeld in de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek, buiten beschouwing laat. Het onderscheid tussen de vergoeding van de werkelijk geleden schade, die de verzekeringsinstelling kan terugvorderen, en de vergoeding van de schade voortvloeiend uit het verlies van een kans, die de verzekeringsinstelling niet kan terugvorderen, berust op een objectief criterium dat evenwel niet in verband staat met het nagestreefde doel. Het slachtoffer van een schadegeval heeft immers in het stelsel van ziekte en invaliditeit slechts recht op uitkeringen in zoverre zijn schade niet op een andere wijze wordt vergoed. Dat uitgangspunt strekt met name ertoe te vermijden, enerzijds, dat de gemeenschap instaat voor kosten die door een aansprakelijke derde werden veroorzaakt en, anderzijds, dat de rechthebbende de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid op ongerechtvaardigde wijze met de gemeenrechtelijke vergoeding cumuleert. De verzekeringsinstelling treedt in de plaats van de rechthebbende om de gemeenrechtelijke vergoeding te recupereren. Geen enkel gegeven kan verantwoorden dat de gemeenrechtelijke vergoeding voor het verlies van een kans niet door de verzekeringsinstelling kan worden gerecupereerd, noch dat het slachtoffer de gemeenrechtelijke vergoeding voor het verlies van een kans zou ontvangen zonder dat de verzekeringsinstelling haar prestaties, ten belope van de toegekende gemeenrechtelijke vergoeding, kan terugvorderen. Het niet toestaan, ten behoeve van de instellingen van de ziekteverzekering, van subrogatie voor de vergoeding van schade voortvloeiend uit het verlies van een kans of van de mogelijkheid tot terugvordering van de verleende prestaties ten belope van de toegekende gemeenrechtelijke vergoeding, vormt een buitensporige last voor de vermelde instellingen en voor de financiën van de ziekteverzekering en leidt bovendien tot een ongerechtvaardigd verschil in behandeling van de verzekerden. De in het geding zijnde bepalingen zouden niet op een grondwetsconforme wijze kunnen worden geïnterpreteerd zonder afbreuk te doen aan de zelfstandige betekenis van de schade die bestaat in het verlies van een kans. Het staat aan de wetgever dat onderdeel van de voor vergoeding in aanmerking komende schade in beschouwing te nemen, door de subrogatie van de verzekeringsinstellingen tot de vergoeding van de verloren gegane kans uit te breiden of door in een recht van terugvordering van hun prestaties te voorzien ten belope van de aan de verzekerde toegekende gemeenrechtelijke vergoeding van de verloren gegane kans. In afwachting van het optreden van de wetgever, dient de rechter naar gelang van de omstandigheden de vermelde subrogatie of het vermelde recht van terugvordering toe te staan.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!