- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 363
- Artikel
- Cass. (2e k.) AR P.17.0761.F, 29 november 2017 (Le procureur du Roi à Bruxelles / D.F., I., A.)
Volume 2018 : 363
Geen schadevergoeding voor ‘onterecht’ C-attest
Antwerpen nr. 2016/AR/239, 15 januari 2018
Ontslag wegens absenteïsme door handicap is niet altijd discriminatie
HvJ (3e k.) nr. C-270/16, 18 januari 2018 (Carlos Enrique Ruiz Conejero / Ferroser Servicios Auxiliares SA, Ministerio Fiscal)
De codextrein vereenvoudigt en actualiseert ruimtebeleid
[Taaltip] Heerlijk Helder
Systeem van whereabouts voor elitesporters blijft overeind
EHRM (5e afd.) nr. 48151/11, 77769/13, 18 januari 2018 (Fédération Nationale des Associations et des Syndicats Sportifs (FNASS) e.a. / Frankrijk)
Cassatie verduidelijkt termijn voor volgappel OM
Cass. (2e k.) AR P.17.0761.F, 29 november 2017 (Le procureur du Roi à Bruxelles / D.F., I., A.)
Voorwaardelijke invrijheidstelling: ‘Tijd om systeem fundamenteel in vraag te stellen’ [Interview met Luc Robert]
Hervormingen verhinderen toegang tot de arbeidsrechtbank voor de burger
[Column] Answers, blowing in the wind
Is het nu menens met de minnelijke regeling van geschillen?
Hoofddoek op het werk: het doek is nog niet gevallen
Cass. (3e k.) AR S.12.0062.N, 9 oktober 2017 (S.A., Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding / G4S Secure Solutions nv)
Internationaal Strafhof kan misdaden van agressie vervolgen: exit straffeloosheid?
Mensen helpen zichzelf te helpen [Interview met Marleen Huysmans]
Genderquota in Belgische gemeentebesturen
Geen schadevergoeding voor ‘onterecht’ C-attest
Antwerpen nr. 2016/AR/239, 15 januari 2018
Ontslag wegens absenteïsme door handicap is niet altijd discriminatie
HvJ (3e k.) nr. C-270/16, 18 januari 2018 (Carlos Enrique Ruiz Conejero / Ferroser Servicios Auxiliares SA, Ministerio Fiscal)
De codextrein vereenvoudigt en actualiseert ruimtebeleid
[Taaltip] Heerlijk Helder
Systeem van whereabouts voor elitesporters blijft overeind
EHRM (5e afd.) nr. 48151/11, 77769/13, 18 januari 2018 (Fédération Nationale des Associations et des Syndicats Sportifs (FNASS) e.a. / Frankrijk)
Cassatie verduidelijkt termijn voor volgappel OM
Cass. (2e k.) AR P.17.0761.F, 29 november 2017 (Le procureur du Roi à Bruxelles / D.F., I., A.)
Voorwaardelijke invrijheidstelling: ‘Tijd om systeem fundamenteel in vraag te stellen’ [Interview met Luc Robert]
Hervormingen verhinderen toegang tot de arbeidsrechtbank voor de burger
[Column] Answers, blowing in the wind
Is het nu menens met de minnelijke regeling van geschillen?
Hoofddoek op het werk: het doek is nog niet gevallen
Cass. (3e k.) AR S.12.0062.N, 9 oktober 2017 (S.A., Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding / G4S Secure Solutions nv)
Internationaal Strafhof kan misdaden van agressie vervolgen: exit straffeloosheid?
Mensen helpen zichzelf te helpen [Interview met Marleen Huysmans]
Genderquota in Belgische gemeentebesturen
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
363
Pagina
7
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 29/11/2017
Referentie
“Cass. (2e k.) AR P.17.0761.F, 29 november 2017 (Le procureur du Roi à Bruxelles / D.F., I., A.)”, DJK 2018, nr. 363, 7
Samenvatting
Samenvatting 1 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 2 Door te bepalen dat het openbaar ministerie, nadat de beklaagde hoger beroep heeft ingesteld, over een bijkomende termijn van tien dagen beschikt om hoger beroep in te stellen, heeft artikel 203, §1, Wetboek van Strafvordering geen termijn ingesteld die van rechtswege wordt toegevoegd aan de gewone termijn van dertig dagen. Die bijkomende termijn heeft immers tot doel het openbaar ministerie in staat te stellen te beoordelen of er grond is een navolgend beroep in te stellen wanneer de beklaagde hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis. In dat geval vangt de termijn van tien dagen aan op de dag die volgt op het hoger beroep van de beklaagde. Aldus zal het openbaar ministerie in voorkomend geval, dat wil zeggen afhankelijk van de datum van het hoger beroep van de beklaagde of de burgerlijk aansprakelijke partij (BAP), dit hoger beroep nog kunnen volgen door het afleggen van een verklaring ter griffie en het indienen van een verzoekschrift met grieven ter griffie na de standaardtermijn van dertig dagen doch uiterlijk de tiende dag na het instellen van het hoger beroep van de beklaagde of de BAP. Samenvatting 3 Door te bepalen dat het openbaar ministerie, nadat de beklaagde hoger beroep heeft ingesteld, over een bijkomende termijn van tien dagen beschikt om hoger beroep in te stellen, heeft artikel 203, §1, Wetboek van Strafvordering geen termijn ingesteld die van rechtswege wordt toegevoegd aan de gewone termijn van dertig dagen. Die bijkomende termijn heeft immers tot doel het openbaar ministerie in staat te stellen te beoordelen of er grond is een navolgend beroep in te stellen wanneer de beklaagde hoger beroep heeft ingesteld tegen een vonnis. In dat geval vangt de termijn van tien dagen aan op de dag die volgt op het hoger beroep van de beklaagde. Aldus staat de wet het openbaar ministerie toe om desgevallend de gewone termijn van dertig dagen waarover het beschikt, te overschrijden naargelang van de dag waarop de beklaagde hoger beroep heeft ingesteld. Samenvatting 4 Artikel 210 Wetboek van Strafvordering, dat betrekking heeft op het onderzoek door de appelrechter van de grieven die de partijen in hun verzoekschrift tegen het beroepen vonnis aanvoeren, houdt geen verband met de verplichting van de appelrechter om ambtshalve na te gaan of voldaan is aan de door de wet vastgestelde ontvankelijkheidsvoorwaarden om een beroep in te stellen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!