- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 3
- Artikel
- Art. 6.1. en 6.3.d) EVRM • Horen getuigen à charge • Geen motiveringsplicht in hoofde van beklaagde • Eerlijk proces • Waarde getuigenverklaringen • Beoordeling compenserende factoren voor gebrek aan verhoor getuigen à charge
Volume 16 : 3
De preliminaire zitting van het hof van assisen na de wet van 5 mei 2019: een zitting, twee arresten, geen hoger beroep, hoeveel cassatieberoepen?
Art. 6.1. EVRM • Wetswijziging met terugwerkende kracht • Wetgevend ingrijpen in de rechtsbedeling • Dwingende redenen van algemeen belang • Tegenspraak • Ambtshalve substitutie van motieven Hof van Cassatie • Redelijke termijn • Gerechtelijke procedure na administratieve procedure • Samentelling
Art. 3 EVRM • Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling • Detentieomstandigheden
Art. 6.1. en 6.3.d) EVRM • Horen getuigen à charge • Geen motiveringsplicht in hoofde van beklaagde • Eerlijk proces • Waarde getuigenverklaringen • Beoordeling compenserende factoren voor gebrek aan verhoor getuigen à charge
Wegverkeerswet • Rijden onder invloed verdovende middelen • Begrip bestuurder • Niet‑toepasselijkheid art. 2.13 Wegverkeersreglement
Art. 489bis, 4° Sw. • Materieel bestanddeel • Staat van faillissement • Duurzame staking van betaling en geschokt krediet • Art. XX.102 WER
Deskundigenonderzoek • Verzoek van beklaagde • Bewijs ter ontlasting • Weigering
Voorrecht van rechtsmacht • Samenhang • Gerechtelijk onderzoek • Regeling der rechtspleging • Rechtstreekse dagvaarding
Art. 155 Ger.W. • Sociaal strafrecht • Aanwezigheid arbeidsauditeur
Art. 10 en 11 Gw. • Legaliteitsprincipe • Art. 7.1 EVRM • Art. 15 BUPO‑Verdrag • Art. 2, eerste lid Sw. • Begrip verzachtende omstandigheid • Art. 79-85 Sw. • Overschrijding redelijke termijn • Art. 21ter V.T.Sv.
Gerechtelijk onderzoek • Onderzoeksrechter • Aanstelling van deskundige • Eerlijk proces • Rechten van verdediging
Rechtsplegingsvergoeding • In het ongelijk gestelde burgerlijke partij • In het gelijk gestelde vrijwillig tussenkomende partij
Art. 65 Sw. • Andere toepassing in hoger beroep • Eerlijk proces • Recht van verdediging • Geen schending
De preliminaire zitting van het hof van assisen na de wet van 5 mei 2019: een zitting, twee arresten, geen hoger beroep, hoeveel cassatieberoepen?
Art. 6.1. EVRM • Wetswijziging met terugwerkende kracht • Wetgevend ingrijpen in de rechtsbedeling • Dwingende redenen van algemeen belang • Tegenspraak • Ambtshalve substitutie van motieven Hof van Cassatie • Redelijke termijn • Gerechtelijke procedure na administratieve procedure • Samentelling
Art. 3 EVRM • Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling • Detentieomstandigheden
Art. 6.1. en 6.3.d) EVRM • Horen getuigen à charge • Geen motiveringsplicht in hoofde van beklaagde • Eerlijk proces • Waarde getuigenverklaringen • Beoordeling compenserende factoren voor gebrek aan verhoor getuigen à charge
Wegverkeerswet • Rijden onder invloed verdovende middelen • Begrip bestuurder • Niet‑toepasselijkheid art. 2.13 Wegverkeersreglement
Art. 489bis, 4° Sw. • Materieel bestanddeel • Staat van faillissement • Duurzame staking van betaling en geschokt krediet • Art. XX.102 WER
Deskundigenonderzoek • Verzoek van beklaagde • Bewijs ter ontlasting • Weigering
Voorrecht van rechtsmacht • Samenhang • Gerechtelijk onderzoek • Regeling der rechtspleging • Rechtstreekse dagvaarding
Art. 155 Ger.W. • Sociaal strafrecht • Aanwezigheid arbeidsauditeur
Art. 10 en 11 Gw. • Legaliteitsprincipe • Art. 7.1 EVRM • Art. 15 BUPO‑Verdrag • Art. 2, eerste lid Sw. • Begrip verzachtende omstandigheid • Art. 79-85 Sw. • Overschrijding redelijke termijn • Art. 21ter V.T.Sv.
Gerechtelijk onderzoek • Onderzoeksrechter • Aanstelling van deskundige • Eerlijk proces • Rechten van verdediging
Rechtsplegingsvergoeding • In het ongelijk gestelde burgerlijke partij • In het gelijk gestelde vrijwillig tussenkomende partij
Art. 65 Sw. • Andere toepassing in hoger beroep • Eerlijk proces • Recht van verdediging • Geen schending
Jaar
2021
Volume
16
Nummer
3
Pagina
237
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 19/01/2021
Referentie
“Art. 6.1. en 6.3.d) EVRM • Horen getuigen à charge • Geen motiveringsplicht in hoofde van beklaagde • Eerlijk proces • Waarde getuigenverklaringen • Beoordeling compenserende factoren voor gebrek aan verhoor getuigen à charge”, NC 2021, nr. 3, 237-250
Samenvatting
Ten aanzien van getuigen a charge wordt het belang van ondervraging door de verdediging voorondersteld. Er is geen nadere onderbouwing voor nodig. Aan artikel 6, lid 3 sub d) EVRM ligt immers het uitgangspunt ten grondslag dat verdachten in beginsel het recht hebben om getuigen die hen belasten, in enig stadium van de procedure te ondervragen om hun betrouwbaarheid te testen. De verklaringen van de getuigen vormden een onderdeel van de bewijsmiddelen die leidden tot de veroordeling van de verdachte. Door het hof van beroep werd niet onderbouwd waarom de verklaringen als geloofwaardig werden aangemerkt en ook bleek niet dat het hof minder waarde had toegekend aan de verklaringen. Voorts was er geen ondersteunend bewijs aanwezig ter staving van hetgeen bleek uit de verklaringen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!