- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 389
- Artikel
- Corr. West-Vlaanderen (afd. Ieper) 27 juli 2018
Volume 2018 : 389
Bestuurlijk toezicht op lokaal bestuur. Doorgedreven hervorming
Grondwettelijk Hof nr. 41/2018, 29 maart 2018 (Thierry Willems e.a.)
Pro-Deoregeling
Antwerpen (B2e k.) 10 januari 2018
Verhaalsrecht van gezinsaansprakelijkheidsverzekeraar op minderjarige dader van een opzettelijk schadegeval
Antwerpen 10 januari 2018
'Res ipsa loquitur' of de mythe van de (vermoede) opvoedingsfout als basis van ouderlijke aansprakelijkheid
Corr. West-Vlaanderen (afd. Ieper) 27 juli 2018
Na bijna 20 jaar nog onduidelijkheid over kwalificatie diefstal, misbruik van vertrouwen en informaticabedrog
Bestuurlijk toezicht op lokaal bestuur. Doorgedreven hervorming
Grondwettelijk Hof nr. 41/2018, 29 maart 2018 (Thierry Willems e.a.)
Pro-Deoregeling
Antwerpen (B2e k.) 10 januari 2018
Verhaalsrecht van gezinsaansprakelijkheidsverzekeraar op minderjarige dader van een opzettelijk schadegeval
Antwerpen 10 januari 2018
'Res ipsa loquitur' of de mythe van de (vermoede) opvoedingsfout als basis van ouderlijke aansprakelijkheid
Corr. West-Vlaanderen (afd. Ieper) 27 juli 2018
Na bijna 20 jaar nog onduidelijkheid over kwalificatie diefstal, misbruik van vertrouwen en informaticabedrog
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
389
Pagina
747
Taal
Nederlands
Rechtscollege
West-Vlaanderen, Correctionele Rechtbank - Tribunal Correctionnel, 27/07/2018
Referentie
S. ROYER, “Corr. West-Vlaanderen (afd. Ieper) 27 juli 2018”, NJW 2018, nr. 389, 747-753
Samenvatting
Samenvatting 1 De beklaagde stuurde als werknemer van een bank vertrouwelijke informatie over het bankcliënteel naar zijn privé e-mailadres door. Ook stuurde hij kredietaanvragen door en wiste die daarna uit het informaticasysteem van de bank. Allereerst bevindt de correctionele rechtbank de beklaagde schuldig aan huisdiefstal (art. 464 Sw.), aangezien hij vertrouwelijke financiële informatie over het cliënteel van de burgerlijke partij heeft ontvreemd en bewust en met de intentie handelde om zich waardevolle cliënteninformatie die eigendom was van zijn werkgever, toe te eigenen. Ten tweede ressorteren klantenlijsten, vertrouwelijke financiële informatie over het cliënteel en kredietaanvragen onder de categorie van ‘goederen’ waarvan sprake in artikel 491 Sw., ze hebben ook een omvangrijke economische waarde. De voorafgaande afgifte van de goederen vond plaats doordat de bank als werkgever toegang verleende aan zijn werknemer om de klanteninformatie via het softwaresysteem van de bank te consulteren en in de dagelijkse bankpraktijk aan te wenden. De afgifte genoot een duidelijk precair karakter. Het was niet de bedoeling om de informatie definitief en in eigendom over te dragen aan zijn werknemer. De informatie werd enkel als werkinstrument ter beschikking gesteld. Het doorsturen van de informatie was een daad van verduistering. Het bedrieglijk opzet bestond erin over de informatie te beschikken om in het kader van zijn nieuwe bankactiviteiten tot het bewerken van het cliënteel te kunnen overgaan. De rechtbank acht derhalve het misdrijf misbruik van vertrouwen bewezen. Ten derde kwalificeert de rechtbank de feiten als informaticabedrog (art. 504quater Sw.). Het doorsturen en wissen van digitale bestanden maakt het materieel element van het misdrijf uit. De bedoeling om met die informatie zijn eigen bankkantoor uit te bouwen, komt neer op het bedrieglijk opzet om zich een onrechtmatig economisch voordeel te verwerven. Heling (art. 505, lid 1, 1° Sw.) en diefstal in de persoon van dezelfde beklaagde sluiten elkaar uit als ze betrekking hebben op dezelfde zaak.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!