- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 446
- Artikel
- HvJ (Grote Kamer) nr. C-896/19, 20 april 2021 (Repubblika / Il-Prim Ministru)
Volume 2021 : 446
Bescherming vakbondsafgevaardigden in de publieke sector. Mag of moet het iets meer zijn?
HvJ (Grote Kamer) nr. C-896/19, 20 april 2021 (Repubblika / Il-Prim Ministru)
Een grote stap voor de bescherming van de waarden van de Unie [Artikel 49 VEU in combinatie met artikel 2 VEU: het principe van non-regressie]
Grondwettelijk Hof nr. 1/2021, 14 januari 2021 (prejudiciële vraag)
Rente bij arbeidsongeval in overheidssector
Grondwettelijk Hof nr. 87/2021, 10 juni 2021 (prejudiciële vraag)
[Strafrechtspleging] Buitengewone termijn van verzet en burgerrechtelijke veroordelingen
Cass. (1e k.) AR C.20.0447.N, 5 maart 2021 (D. V. D. M. / Dirk BERT, J. P.)
Le criminel tient le civil en état (art. 4 V.T.Sv.): het gevaar voor onverenigbaarheid als duurzame toetssteen
Antwerpen 10 maart 2020
Uitwinningsvergoeding bij beëindiging handelsagentuur
Antwerpen nr. 2019/AR/1621, 2 september 2020
Auteursrecht op foto van architecturaal werk: bescherming en verhoogde schadevergoeding (winstafdracht)
Antwerpen 19 januari 2021
Interest bij schuld jegens een nalatenschap
Bescherming vakbondsafgevaardigden in de publieke sector. Mag of moet het iets meer zijn?
HvJ (Grote Kamer) nr. C-896/19, 20 april 2021 (Repubblika / Il-Prim Ministru)
Een grote stap voor de bescherming van de waarden van de Unie [Artikel 49 VEU in combinatie met artikel 2 VEU: het principe van non-regressie]
Grondwettelijk Hof nr. 1/2021, 14 januari 2021 (prejudiciële vraag)
Rente bij arbeidsongeval in overheidssector
Grondwettelijk Hof nr. 87/2021, 10 juni 2021 (prejudiciële vraag)
[Strafrechtspleging] Buitengewone termijn van verzet en burgerrechtelijke veroordelingen
Cass. (1e k.) AR C.20.0447.N, 5 maart 2021 (D. V. D. M. / Dirk BERT, J. P.)
Le criminel tient le civil en état (art. 4 V.T.Sv.): het gevaar voor onverenigbaarheid als duurzame toetssteen
Antwerpen 10 maart 2020
Uitwinningsvergoeding bij beëindiging handelsagentuur
Antwerpen nr. 2019/AR/1621, 2 september 2020
Auteursrecht op foto van architecturaal werk: bescherming en verhoogde schadevergoeding (winstafdracht)
Antwerpen 19 januari 2021
Interest bij schuld jegens een nalatenschap
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
446
Pagina
570
Taal
Nederlands
Rechtscollege
20/04/2021
Referentie
“HvJ (Grote Kamer) nr. C-896/19, 20 april 2021 (Repubblika / Il-Prim Ministru)”, NJW 2021, nr. 446, 570-574
Samenvatting
Samenvatting 1 Artikel 19 , lid 1, tweede alinea, VEU moet aldus worden uitgelegd dat het kan worden toegepast in een zaak waarin bij een nationale rechterlijke instantie een krachtens het nationale recht ingesteld beroep aanhangig is dat ertoe strekt dat die rechterlijke instantie zich uitspreekt over de verenigbaarheid met het Unierecht van nationale bepalingen inzake de procedure voor de benoeming van rechters in de lidstaat waartoe die rechterlijke instantie behoort. Bij de uitlegging van die bepaling dient artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie naar behoren in aanmerking te worden genomen. Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Art. 19 , Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie Art. 47 , Recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht - Handvest van 12 december 2007 van de grondrechten van de Europese Unie Samenvatting 2 Artikel 19 , lid 1, tweede alinea, VEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen nationale bepalingen die de minister-president van de betrokken lidstaat een doorslaggevende bevoegdheid verlenen in de procedure voor de benoeming van rechters, maar tevens bepalen dat bij deze procedure een onafhankelijk orgaan betrokken is dat met name belast is met de beoordeling van de kandidaat-rechters en met het uitbrengen van een advies aan die minister-president. Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Art. 19 , Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie Samenvatting 3 Uit artikel 49 VEU, dat elke Europese staat toelaat om lid van de Unie te worden, volgt dat de Unie bestaat uit landen die vrijwillig de waarden in artikel 2 VEU, waaronder het beginsel van de rechtsstaat, hebben onderschreven. Hieruit volgt volgens het Hof dat de lidstaten er voor moeten zorgen dat zij wettelijke regelingen moeten vermijden die een stap achteruit betekenen voor de rechtsstaat. Wanneer het Hof dit principe van non-regressie toepast op de situatie in Malta, stelt het Hof dat het loutere feit dat de minister kan afwijken van het advies van de commissie op zichzelf geen probleem vormt wat betreft het principe van rechterlijke onafhankelijkheid. Er stonden namelijk verschillende waarborgen in de Grondwet ingeschreven die de rechterlijke onafhankelijkheid waarborgden. Bovendien kon de minister slechts uitzonderlijk van deze bevoegdheid gebruik maken en moest hij deze beslissing voor het Maltese Parlement komen verantwoorden. Art. 49 , Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie Art. 2 , Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!