- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 469
- Artikel
- Antwerpen 30 maart 2022
Volume 2022 : 469
E-sports. Begrip, positie van spelers en weddenschappen
Grondwettelijk Hof nr. 13/2022, 3 februari 2022 (prejudiciële vraag)
Toeslagen bij langdurige ziekte, arbeidsongeschiktheid of invaliditeit in de Algemene Kinderbijslagwet en het Groeipakketdecreet
Cass. (1e k.) AR C.21.0360.N, 28 april 2022 (M. L. / AXA BELGIUM nv)
Een verzekerde is geen derde [subrogatoir verhaal]
Antwerpen 21 maart 2022
Geen contractuele relatie met het ziekenhuis indien opname op spoed via de noodcentrale
Antwerpen 30 maart 2022
Stelplicht in het auteursrecht: bewijs van een 'werk'
Gent 7 februari 2022
E-sports. Begrip, positie van spelers en weddenschappen
Grondwettelijk Hof nr. 13/2022, 3 februari 2022 (prejudiciële vraag)
Toeslagen bij langdurige ziekte, arbeidsongeschiktheid of invaliditeit in de Algemene Kinderbijslagwet en het Groeipakketdecreet
Cass. (1e k.) AR C.21.0360.N, 28 april 2022 (M. L. / AXA BELGIUM nv)
Een verzekerde is geen derde [subrogatoir verhaal]
Antwerpen 21 maart 2022
Geen contractuele relatie met het ziekenhuis indien opname op spoed via de noodcentrale
Antwerpen 30 maart 2022
Stelplicht in het auteursrecht: bewijs van een 'werk'
Gent 7 februari 2022
Jaar
2022
Volume
2022
Nummer
469
Pagina
754
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Beroep - Cour d'Appel, 30/03/2022
Referentie
“Antwerpen 30 maart 2022”, NJW 2022, nr. 469, 754-757
Samenvatting
Samenvatting 1 Een rechterlijke beslissing waarbij de auteursrechtelijke bescherming van een werk wordt erkend of afgewezen, heeft geen gezag van gewijsde en is niet bindend voor een andere rechter die zich moet uitspreken over de auteursrechtelijke bescherming van hetzelfde werk, aangezien de partijen niet dezelfde zijn en de erkenning of afwijzing van de bescherming van het werk in grote mate afhangt van het verweer en de inspanningen die worden geleverd om voorbekend vormgevingserfgoed op het spoor te komen dat bezwarend is voor de ingeroepen originaliteit. Samenvatting 2 De beoordeling van de auteursrechtelijke drempelvoorwaarden noodzaakt de auteur ertoe invulling te geven aan de elementen die volgens hem/haar het oorspronkelijk karakter van het werk bepalen (de zogenaamde "stelplicht"). De stelplicht ligt in het verlengde met het beginsel dat de subjectieve bewijslast rust op de partij die een bepaald rechtsfeit aandraagt. De invulling van de stelplicht hangt af van de bewijsgeschiktheid, die in grote mate is terug te koppelen tot de aard van het beweerdelijk auteursrechtelijk beschermde voorwerp. Als dat voorwerp een driedimensionaal werk betreft, vereist de stelplicht een verwoording van één of meer visuele kenmerken die wijzen op eigen en creatieve keuzes van de auteur, die het totaalbeeld van het werk bepalen. Dat totaalbeeld moet eveneens nauwkeurig worden verwoord. De verwoording van kenmerken en totaalbeeld laten toe om een objectivering van de beoordeling te bereiken. Voorafgaand aan deze stelplicht dient de auteur echter het concrete "werk" te ’duiden’ waarvan hij de bescherming inroept. Het is pas wanneer een of meerdere concrete werken worden aangereikt dat de auteursrechtelijke drempelvoorwaarden van bescherming op basis van de stelplicht kunnen worden beoordeeld. Aan die vereiste wordt niet voldaan indien de rechthebbende een werkwijze of techniek beschrijft die hij algemeen hanteert ter vervaardiging van enkelvoudige werken en reeksen. Het zou immers de grenzen van de auteursrechtelijke bescherming overstijgen om een monopolie toe te kennen op werkwijzen of toegepaste technieken. In casu, past de auteur zijn stelplicht niet op een concreet werk maar op een werkwijze of techniek die hij algemeen hanteert ter vervaardiging van enkelvoudige werken en reeksen. De auteur vult zijn stelplicht op een dusdanige wijze in zodat deze toepasbaar is op zijn hele oeuvre. Door de invulling van zijn stelplicht als hierboven weergegeven, beoogt de auteur bescherming te verkrijgen niet zozeer van een concrete uitdrukkingsvorm maar voor een werkwijze of techniek die als volgt kan worden gesynthetiseerd: (i) het snijden van de rug van een tijdschrift van driehoekjes; (ii) het symmetrisch kleven van deze driehoekjes op een witte achtergrond en (iii) het voorzien van plexiglas kader. De auteur vult zijn stelplicht als het ware in als een "uitvinding" waarbij de stelplicht leest als conclusies van een octrooi. De octrooirechtelijke benadering wordt nog in de verf gezet door de auteur zelf waar hij wijst op de "inventiviteit" van de werkwijze. Het is door deze inventiviteit, volgens de auteur, dat het banale wordt overstegen (zonder deze overstijging concreet in te vullen). Het al dan niet overstijgen van het banale dient echter afgetoetst te worden aan een concreet werk en niet op basis van een toegepaste werkwijze of techniek. De auteur vult de stelplicht dan ook op een dergelijke wijze in die het voor het hof onmogelijk maken over te gaan tot een beoordeling van de oorspronkelijkheidsvereisten op een synthetische wijze rekening houdend met het totaalbeeld van een specifiek werk. Bij gebreke hieraan wordt trouwens niet alleen een beoordeeling van de oorspronkelijkheidsvereisten onmogelijk gemaakt van een concreet werk doch eveneneens de beoordeling van de inbreuk.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!