- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 11
- Artikel
- Hof Mensenrechten — Algemene rechtsbeginselen van procesrecht – Redelijke termijn
Volume 2009 : 11
Hof Mensenrechten — Algemene rechtsbeginselen van procesrecht – Redelijke termijn
Cass. — 1. Beginselen – Rechtsmacht – Verbod van overdracht 2. Dwangsom – Voorwaarden dwangsom
Cass. — Rechtspleging – Behandeling van de zaak – Conclusie – Termijnen
Noot - Toetsing van belangenschade of normdoel bij het weren van te laat ingediende conclusies?
GwH — Rechtspleging – Behandeling van de zaak – Berechting – Beraad
Cass. — Rechtspleging – Behandeling van de zaak – Berechting – Heropening van het debat
Gent — Rechtspleging – Tussengeschillen – Ontkentenis van proceshandelingen – Toelaatbaarheid – Ingesteld na laattijdig hoger beroep
Cass. — Rechtspleging – Excepties (Gerechtelijk Wetboek) – Excepties van onbevoegdheid – Berechting excepties
Noot - De rangorde van excepties
GwH — Rechtsmiddelen – Gerechtelijk recht en cassatie – Hoger beroep (gerechtelijk recht) – Vorm hoger beroep – Kennisgeving – Artikel 1057 Ger. W. – Inleiding bij verzoekschrift ex artikel 704 § 2 Ger. W. – Vormvoorwaarden niet vermeld – Strijdig met artikelen 10 en 11 G.W.
Noot - De informatieplicht bij de kennisgeving van vonnissen van de arbeidsrechtbank
Rb. Brussel — Rechtsmiddelen – Gerechtelijk recht en cassatie – Hoger beroep (gerechtelijk recht) – Voorwaarden hoger beroep – Aanleg – Waarde van de vordering – Misbruik
GwH — Gerechtelijk recht – Rechtspleging – Uitgaven en kosten (gerechtelijk recht) – Rechtsplegingsvergoeding
Noot - De verhaalbaarheid van de rechtsplegingsvergoeding in strafzaken op tussenkomende verzekeraars: wie zoekt die vindt?
Cass. — Gerechtelijk recht – Beslag en executie – Uitvoerend beslag – Rangregeling
Noot - De termijn tot het voeren van tegenspraak
WETGEVING BURGERLIJK PROCESRECHT
Wetgeving
Bewegingen
Hof Mensenrechten — Algemene rechtsbeginselen van procesrecht – Redelijke termijn
Cass. — 1. Beginselen – Rechtsmacht – Verbod van overdracht 2. Dwangsom – Voorwaarden dwangsom
Cass. — Rechtspleging – Behandeling van de zaak – Conclusie – Termijnen
Noot - Toetsing van belangenschade of normdoel bij het weren van te laat ingediende conclusies?
GwH — Rechtspleging – Behandeling van de zaak – Berechting – Beraad
Cass. — Rechtspleging – Behandeling van de zaak – Berechting – Heropening van het debat
Gent — Rechtspleging – Tussengeschillen – Ontkentenis van proceshandelingen – Toelaatbaarheid – Ingesteld na laattijdig hoger beroep
Cass. — Rechtspleging – Excepties (Gerechtelijk Wetboek) – Excepties van onbevoegdheid – Berechting excepties
Noot - De rangorde van excepties
GwH — Rechtsmiddelen – Gerechtelijk recht en cassatie – Hoger beroep (gerechtelijk recht) – Vorm hoger beroep – Kennisgeving – Artikel 1057 Ger. W. – Inleiding bij verzoekschrift ex artikel 704 § 2 Ger. W. – Vormvoorwaarden niet vermeld – Strijdig met artikelen 10 en 11 G.W.
Noot - De informatieplicht bij de kennisgeving van vonnissen van de arbeidsrechtbank
Rb. Brussel — Rechtsmiddelen – Gerechtelijk recht en cassatie – Hoger beroep (gerechtelijk recht) – Voorwaarden hoger beroep – Aanleg – Waarde van de vordering – Misbruik
GwH — Gerechtelijk recht – Rechtspleging – Uitgaven en kosten (gerechtelijk recht) – Rechtsplegingsvergoeding
Noot - De verhaalbaarheid van de rechtsplegingsvergoeding in strafzaken op tussenkomende verzekeraars: wie zoekt die vindt?
Cass. — Gerechtelijk recht – Beslag en executie – Uitvoerend beslag – Rangregeling
Noot - De termijn tot het voeren van tegenspraak
WETGEVING BURGERLIJK PROCESRECHT
Wetgeving
Bewegingen
Jaar
2009
Volume
2009
Nummer
11
Pagina
729
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 04/11/2008
Referentie
“Hof Mensenrechten — Algemene rechtsbeginselen van procesrecht – Redelijke termijn”, RABG 2009, nr. 11, 729-735
Samenvatting
Het redelijk karakter van de duur van een rechtspleging dient beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van de zaak en rekening houdend met de complexiteit van de zaak, de houding van de verzoeker en deze van de bevoegde overheden. Deze criteria dienen in hun geheel te worden beoordeeld.
Het grootste deel van de te beschouwen periode werd besteed aan de rechtspleging voor het hof van beroep (4 jaar en 5 maanden). Bepaalde belangrijke vertragingen zijn toerekenbaar aan dit hof. Tussen een tussenarrest waarbij het debat werd heropend en de rechtsdag verliep een periode van één jaar en tien maanden. Ook al dient de meest gerede partij de zaak in gereedheid te brengen, toch ontslaat dit de rechter niet van zijn plicht om de door artikel 6 § 1 EVRM gewenste snelheid van behandeling te verzekeren. Zelfs rekening houdend met het feit dat de diverse verdagingen tijdens deze periode verantwoord waren (m.n. door het wachten op de uitkomst van een strafproces), is de termijn tussen de buitenvervolgingstelling en de bepaling van een rechtsdag, en deze rechtsdag zelf, te lang en lijkt deze niet toe te schrijven aan een gebrek aan ijver van de verzoeker.
Rekening houdend met dit alles is het Hof van oordeel dat de duur van de rechtspleging de “redelijke termijn” van artikel 6 § 1 heeft overschreden.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!