Brussel, 04/03/2019

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Jaar 2019 Volume 2019 Nummer 16 Pagina 1396 Taal Nederlands Rechtscollege Brussel, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 04/03/2019 Referentie “Brussel, 04/03/2019”, RABG 2019, nr. 16, 1396-1413 Samenvatting De (al dan niet terecht aangevoerde) afwezigheid van tegenspraak bij de totstandkoming van een stuk, in casu een staat van bevinding opgesteld door de architect van één van de partijen, is geen voldoende reden om het bij voorbaat opzij te schuiven als een stuk dat geen enkele bewijswaarde heeft. Het zou strijdig zijn met de eisen van goede trouw enerzijds akkoord te gaan met een plaatsbezoek met het oog op 'tegensprekelijke vaststellingen' en het bereiken van een akkoord tussen partijen, maar anderzijds geen tegenspraak te willen voeren over de schriftelijke weerslag van de vaststellingen tijdens het plaatsbezoek, al is dat verslag opgesteld door de andere partij. De houding van de aannemer die zich onthoudt van elke tegenspraak, hoewel hij als professioneel uit de sector best geplaatst is om in voorkomend geval concrete kritiek uit te oefenen op de omvang van herstellingskosten, draagt niet bij tot een geloofwaardig verweer van laatstgenoemde. Bij gebrek aan bewijs van een vooraf overeengekomen prijs komt het de aannemer toe de prijs te bepalen bij wijze van partijbeslissing. De rechterlijke toetsing aan de eisen van goede trouw is marginaal, wat betekent dat de rechter de prijs slechts kan verminderen wanneer de opgemaakte rekening klaarblijkelijk overdreven is of wanneer de afrekening een abnormale prijs oplevert. Het strookt niet met de eisen van goede trouw om tijdens de werken geen opmerkingen te maken over een geplaatste dorpel, alhoewel de gebreken daaraan al zichtbaar waren, en de aannemer daarop te laten verder werken, om nadien het uitgevoerde werk in zijn geheel af te keuren. Uit de loutere overschrijding van een uitvoeringstermijn, die is vastgelegd in de goedgekeurde offerte van de aanneming, blijkt nog geen contractuele wanprestatie. Daartoe is minstens een eerste ingebrekestelling vereist. Wanneer de partijen over en weer in enig geschilpunt in het ongelijk zijn gesteld, dan kunnen de kosten overeenkomstig artikel 1017, vierde lid Ger.W. worden omgeslagen zoals de rechter het raadzaam oordeelt, ook al werd de vordering slechts door één partij ingesteld.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren