- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 20
- Artikel
- Cass., 14/02/2019
Volume 2019 : 20
Cass., 14/02/2019
Kennisgeving bij aangetekend schrijven of gewone brief
Cass., 07/02/2019
Cass., 04/04/2019
Cass., 09/09/2019
[Ongeoorloofde beperking van de vrijheid van handel en ondernemen, partiële nietigverklaring van de overeenkomst en beschikkingsbeginsel] Voorziening in cassatie
Cass., 08/02/2019
Cass., 08/02/2019
Cass., 15/10/2018
Antwerpen, 14/01/2019
Cass., 10/05/2019
De invordering van een onbetwiste geldschuld via een gewone gerechtelijke procedure
GwH, 19/09/2019
Terug van weggeweest : de Taalwet Gerechtszaken is weer van openbare orde
Cass., 14/02/2019
Kennisgeving bij aangetekend schrijven of gewone brief
Cass., 07/02/2019
Cass., 04/04/2019
Cass., 09/09/2019
[Ongeoorloofde beperking van de vrijheid van handel en ondernemen, partiële nietigverklaring van de overeenkomst en beschikkingsbeginsel] Voorziening in cassatie
Cass., 08/02/2019
Cass., 08/02/2019
Cass., 15/10/2018
Antwerpen, 14/01/2019
Cass., 10/05/2019
De invordering van een onbetwiste geldschuld via een gewone gerechtelijke procedure
GwH, 19/09/2019
Terug van weggeweest : de Taalwet Gerechtszaken is weer van openbare orde
Jaar
2019
Volume
2019
Nummer
20
Pagina
1775
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 14/02/2019
Referentie
P. VANLERSBERGHE, “Cass., 14/02/2019”, RABG 2019, nr. 20, 1775-1777
Samenvatting
1. Uit artikel 53 bis Ger.W. volgt dat de datum waarop de gerechtsbrief op de woonplaats van de geadresseerde werd aangeboden, het tijdstip bepaalt waarop de termijnen vanaf een kennisgeving beginnen te lopen en dat, wanneer zoals bepaald onder 2°, de juiste datum niet bekend is, de termijn ingaat vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de aangetekende brief of de gewone brief aan de postdiensten overhandigd werd, wat veronderstelt dat de brief, door uitwerking van een wettelijk vermoeden juris tantum , geacht wordt uiterlijk de dag vóór de derde werkdag die volgt op de overhandiging ervan aan de postdiensten te zijn aangeboden op de woonplaats van de geadresseerde. Het tegenbewijs dat de geadresseerde dient te leveren, heeft derhalve geen betrekking op het tijdstip waarop hij daadwerkelijk van de brief heeft kennisgenomen maar op het tijdstip waarop die brief op zijn woonplaats werd aangeboden, zodat hij daarvan naar alle waarschijnlijkheid heeft kunnen kennisnemen. 2. Behoudens uitdrukkelijke instemming van de andere partijen, worden de conclusies, die na het verstrijken van de conclusietermijnen, bepaald bij toepassing van artikel 747, § 2 Ger.W., of na het gezamenlijk verzoek om bepaling van de rechtsdag, ter griffie worden neergelegd of aan de tegenpartij gezonden, ambtshalve uit het debat geweerd. Uit de artikelen 747, § 2, zesde lid (oud), 748, § 1, eerste lid, en 750 Ger.W. volgt niet dat de uitdrukkelijke afstand, door een partij, van het voordeel van voornoemd artikel 747 in de vorm van een schriftelijke en ondertekende machtiging moet geschieden.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!