- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 20
- Artikel
- GwH, 19/09/2019
Volume 2019 : 20
Cass., 14/02/2019
Kennisgeving bij aangetekend schrijven of gewone brief
Cass., 07/02/2019
Cass., 04/04/2019
Cass., 09/09/2019
[Ongeoorloofde beperking van de vrijheid van handel en ondernemen, partiële nietigverklaring van de overeenkomst en beschikkingsbeginsel] Voorziening in cassatie
Cass., 08/02/2019
Cass., 08/02/2019
Cass., 15/10/2018
Antwerpen, 14/01/2019
Cass., 10/05/2019
De invordering van een onbetwiste geldschuld via een gewone gerechtelijke procedure
GwH, 19/09/2019
Terug van weggeweest : de Taalwet Gerechtszaken is weer van openbare orde
Cass., 14/02/2019
Kennisgeving bij aangetekend schrijven of gewone brief
Cass., 07/02/2019
Cass., 04/04/2019
Cass., 09/09/2019
[Ongeoorloofde beperking van de vrijheid van handel en ondernemen, partiële nietigverklaring van de overeenkomst en beschikkingsbeginsel] Voorziening in cassatie
Cass., 08/02/2019
Cass., 08/02/2019
Cass., 15/10/2018
Antwerpen, 14/01/2019
Cass., 10/05/2019
De invordering van een onbetwiste geldschuld via een gewone gerechtelijke procedure
GwH, 19/09/2019
Terug van weggeweest : de Taalwet Gerechtszaken is weer van openbare orde
Jaar
2019
Volume
2019
Nummer
20
Pagina
1825
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 19/09/2019
Referentie
B. MAES, “GwH, 19/09/2019”, RABG 2019, nr. 20, 1825-1846
Samenvatting
Artikel 40 Taalwet Gerechtszaken regelt de afdwingbaarheid van de in artikelen 1 tot 39 vervatte regels die op straffe van nietigheid zijn voorgeschreven. Door de wijziging van deze bepaling kan de Taalwet Gerechtszaken niet meer als een wetgeving van openbare orde worden beschouwd, nu aldus de sanctieregeling werd gewijzigd van regels die vallen onder de essentiële elementen van de hervorming m.b.t. het taalgebruik in het gerechtelijk arrondissement Brussel, zodat de bestreden bepaling diende te worden aangenomen bij een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, van de Grondwet bepaalde meerderheid (art. 157 bis Gw.). Bij de regeling van het taalgebruik dient de wetgever de individuele vrijheid van de rechtsonderhorige om zich van de taal van zijn keuze te bedienen, te verzoenen met de goede werking van de rechtsbedeling. Bovendien dient de wetgever rekening te houden met de taalverscheidenheid verankerd in artikel 4 van de Grondwet dat vier taalgebieden vastlegt en dat de grondwettelijke waarborg vormt van de voorrang van de taal van het eentalige gebied of van het tweetalige karakter van het gebied. De regeling van het taalgebruik in gerechtszaken raakt eveneens aan het recht op toegang tot de rechter en het recht op een eerlijk proces. Doordat de rechter over geen enkele mogelijkheid beschikt om ambtshalve in te grijpen wanneer de partijen de regels van de artikelen 1 tot 39 Taalwet Gerechtszaken niet naleven en hierdoor de eentaligheid van de rechtspleging, het recht op een eerlijk proces of de behoorlijke rechtsbedeling in het gedrang brengen, kan hij ertoe worden verplicht kennis te nemen van processtukken die niet zijn gesteld in de verplichte taal van de rechtspleging voor het rechtscollege waartoe hij behoort en die hij wettelijk niet wordt verondersteld te kennen. Alsook is niet gewaarborgd dat de rechter voorafgaandelijk aan zijn beslissing op gepaste wijze kennis kan nemen van de grieven en argumenten van de partijen en dat het recht op een eerlijk proces is gewaarborgd.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!