- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- Hof van Justitie, 24/11/2020, C-59/19
Volume 2022 : 1
La refonte du règlement obtention des preuves
Le nouveau règlement européen n° 2020/1784 en matière de signification et notification : entraide et confiance mutuelle à l'ère du numérique
Hof van Justitie (1e k.), 03/10/2019, C-208/18
Complexe contracts for differences maken geen verschil voor de kwalificatie als consument
Hof van Justitie (1e k.), 09/07/2020, C-343/19
Gerechten van lidstaat van aankoop voertuigen met manipulatiesoftware bevoegd voor vorderingen tot schadevergoeding tegen Volkswagen
Hof van Justitie, 24/11/2020, C-59/19
Reculer pour mieux sauter. Internationale bevoegdheid “ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst” in geschillen met niet-contractuele grondslag in het EU-bevoegdheidsrecht
Cour de justice de l'Union européenne (1re ch.), 15/07/2021, C-30/20
Arrêt RH / Volvo : nouvelles précisions concernant l'article 7, 2., du Règlement Bruxelles Ibis
Cour de justice de l'Union européenne (gr. ch.), 02/09/2021, C-741/19
La C.J.U.E. déclare les procédures intra-européennes d'arbitrage d'investissement fondées sur le TCE incompatibles avec le droit européen
Cass. (1re ch.), 07/05/2020, C.19.0109.N
Qui ne dit mot consent à l'application de la CVIM
Cass. (1re ch.), 28/01/2021, C.20.0007.F
Consécration définitive de la théorie de la double date en droit belge
Maximum betalingstermijn van 60 dagen vanaf 1 februari 2022, ook toepasselijk op lopende contracten
Actualité : Hof van Cassatie, 13/01/2022
Actualité : Hof van Cassatie, 09/12/2021
Actualité : Cour de cassation, 29/10/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 29/10/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 30/09/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 02/12/2021
Actualité : Cour de justice de l'Union européenne, 03/06/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 02/12/2021
La refonte du règlement obtention des preuves
Le nouveau règlement européen n° 2020/1784 en matière de signification et notification : entraide et confiance mutuelle à l'ère du numérique
Hof van Justitie (1e k.), 03/10/2019, C-208/18
Complexe contracts for differences maken geen verschil voor de kwalificatie als consument
Hof van Justitie (1e k.), 09/07/2020, C-343/19
Gerechten van lidstaat van aankoop voertuigen met manipulatiesoftware bevoegd voor vorderingen tot schadevergoeding tegen Volkswagen
Hof van Justitie, 24/11/2020, C-59/19
Reculer pour mieux sauter. Internationale bevoegdheid “ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst” in geschillen met niet-contractuele grondslag in het EU-bevoegdheidsrecht
Cour de justice de l'Union européenne (1re ch.), 15/07/2021, C-30/20
Arrêt RH / Volvo : nouvelles précisions concernant l'article 7, 2., du Règlement Bruxelles Ibis
Cour de justice de l'Union européenne (gr. ch.), 02/09/2021, C-741/19
La C.J.U.E. déclare les procédures intra-européennes d'arbitrage d'investissement fondées sur le TCE incompatibles avec le droit européen
Cass. (1re ch.), 07/05/2020, C.19.0109.N
Qui ne dit mot consent à l'application de la CVIM
Cass. (1re ch.), 28/01/2021, C.20.0007.F
Consécration définitive de la théorie de la double date en droit belge
Maximum betalingstermijn van 60 dagen vanaf 1 februari 2022, ook toepasselijk op lopende contracten
Actualité : Hof van Cassatie, 13/01/2022
Actualité : Hof van Cassatie, 09/12/2021
Actualité : Cour de cassation, 29/10/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 29/10/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 30/09/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 02/12/2021
Actualité : Cour de justice de l'Union européenne, 03/06/2021
Actualité : Hof van Cassatie, 02/12/2021
Jaar
2022
Volume
2022
Nummer
1
Pagina
79
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Justitie - Cour de Justice, 24/11/2020
Referentie
“Hof van Justitie, 24/11/2020, C-59/19”, RDC-TBH 2022, nr. 1, 79-80
Samenvatting
Artikel 7, 2. van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat het van toepassing is op een vordering die strekt tot staking van bepaalde gedragingen in het kader van de contractuele relatie tussen de verzoekende partij en de verwerende partij en die is gebaseerd op het verwijt dat laatstgenoemde in strijd met het mededingingsrecht misbruik maakt van een machtspositie. Een vordering is slechts ingesteld “ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst” indien de ingeroepen grondslag een vrijwillig aangegane verbintenis is. De vordering gebaseerd op de ingeroepen bepaling van Duits mededingingsrecht in de geannoteerde zaak voldoet niet aan dit criterium.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!