- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- Cass. (2e k.) AR P.16.0261.N, 28 februari 2017 (J.L.W.G.D., L.L.G.D. / Vlaams Gewest)
Volume 2018 : 1
Mons 7 juin 2017
CJUE (7e ch.) n° C-98/16, 4 mai 2017 (Commission / Grèce)
CJUE (1re ch.) n° C-479/14, 8 juin 2016 (Sabine Hünnebeck / Finanzamt Krefeld)
Cass. (2e k.) AR P.16.0261.N, 28 februari 2017 (J.L.W.G.D., L.L.G.D. / Vlaams Gewest)
Cass. (Fr.) (comm.) n° 15-21552, 8 février 2017
[La leçon du mois - Droits d'enregistrement dans les trois Régions] Aliénation de bâtiments ou fraction de bâtiments et du sol y attenant soumise à la T.V.A. (art. 159, 8°, C. enr. ou art. 2.9.6.0.1, al. 1er, 4°, et al. 7, 2.10.6.0.1, al. 1er, 2°, et al. 2, 3.12.3.0.1, § 1er, 4°, et § 5, et 3.12.3.0.1, § 5, V.C.F.)
[La leçon du mois – Droits de succession dans les trois Régions] L’assimilation à un legs des avantages matrimoniaux
Un pacte de location tel que prévu par le Code bruxellois du logement est-il obligatoirement enregistrable ? Quel est le tarif applicable ?
Mons 7 juin 2017
CJUE (7e ch.) n° C-98/16, 4 mai 2017 (Commission / Grèce)
CJUE (1re ch.) n° C-479/14, 8 juin 2016 (Sabine Hünnebeck / Finanzamt Krefeld)
Cass. (2e k.) AR P.16.0261.N, 28 februari 2017 (J.L.W.G.D., L.L.G.D. / Vlaams Gewest)
Cass. (Fr.) (comm.) n° 15-21552, 8 février 2017
[La leçon du mois - Droits d'enregistrement dans les trois Régions] Aliénation de bâtiments ou fraction de bâtiments et du sol y attenant soumise à la T.V.A. (art. 159, 8°, C. enr. ou art. 2.9.6.0.1, al. 1er, 4°, et al. 7, 2.10.6.0.1, al. 1er, 2°, et al. 2, 3.12.3.0.1, § 1er, 4°, et § 5, et 3.12.3.0.1, § 5, V.C.F.)
[La leçon du mois – Droits de succession dans les trois Régions] L’assimilation à un legs des avantages matrimoniaux
Un pacte de location tel que prévu par le Code bruxellois du logement est-il obligatoirement enregistrable ? Quel est le tarif applicable ?
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
1
Pagina
22
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 28/02/2017
Referentie
“Cass. (2e k.) AR P.16.0261.N, 28 februari 2017 (J.L.W.G.D., L.L.G.D. / Vlaams Gewest)”, RGEN 2018, nr. 1, 22-27
Samenvatting
Samenvatting 1 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 2 De appelrechters hebben ondubbelzinnig beslist dat de met miskenning van het recht op privacy verkregen gegevens slechts inlichtingen zijn in het kader van de strafvordering en alleen in het kader van de vaststelling van de fiscale schuld als bewijsmiddel zouden kunnen worden aangemerkt. Uit de artikelen 6 en 8 EVRM, zoals uitgelegd door het EHRM, volgt niet dat inlichtingen die werden verkregen met miskenning van het recht op privacy nooit in aanmerking mogen worden genomen. Een miskenning van het recht op privacy doet immers het recht op een eerlijk proces niet noodzakelijk teniet. Het staat aan de rechter te oordelen of de miskenning van het recht op privacy in het licht van de gehele procedure heeft geleid tot de miskenning van het recht op een eerlijk proces. Samenvatting 3 Het gebruik van onrechtmatig verkregen inlichtingen die niet dienen als bewijs maar louter worden aangewend ter oriëntering en voor de verdere uitbouw van een strafonderzoek, leidt niet tot de onontvankelijkheid van de strafvordering. Samenvatting 4 Uit de tekst van artikel 32 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering en van artikel 13 van de wet van 9 december 2004 betreffende de internationale politiële verstrekking van gegevens van persoonlijke aard en informatie met gerechtelijke finaliteit, de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering volgt dat deze bepalingen niet van toepassing zijn op onregelmatig verkregen inlichtingen die niet als bewijs in aanmerking kunnen worden genomen, maar louter worden aangewend ter oriëntering en voor de verdere uitbouw van een strafonderzoek. Dit ontslaat evenwel de rechter die vaststelt dat dergelijke inlichtingen onrechtmatig werden verkregen, niet van de verplichting na te gaan of het gebruik van die inlichtingen met dat doel het recht van de partijen op een eerlijk proces niet aantast, waarbij het eerlijk proces in zijn geheel moet worden beschouwd. Samenvatting 5 Krachtens artikel 51 Handvest Grondrechten Europese Unie zijn de bepalingen van dit handvest gericht tot de Lidstaten uitsluitend van toepassing wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen. Bijgevolg geldt de verplichting om de grondrechten te eerbiedigen zoals ze in het kader van het Handvest Grondrechten Europese Unie zijn omschreven, enkel indien de lidstaten het communautair recht toepassen. Samenvatting 6 Uit de artikelen 6 en 8 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, volgt niet dat inlichtingen die werden verkregen met miskenning van het recht op privacy nooit in aanmerking mogen worden genomen. Een miskenning van het recht op privacy doet immers het recht op een eerlijk proces niet noodzakelijk teniet en het staat aan de rechter te oordelen of de miskenning van het recht op privacy in het licht van de gehele procedure heeft geleid tot de miskenning van het recht op een eerlijk proces. Samenvatting 7 Uit de wetsgeschiedenis van artikel 492bis, eerste lid, Strafwetboek volgt dat de vermelding in de misdrijfomschrijving van het begrip 'op betekenisvolle wijze' tot doel had te vermijden dat onbelangrijke feiten onder de strafwet zouden vallen en het wijst op de verhouding van het misbruik tot het resultaat ervan. Het nadeel dat door het gebruik van de goederen of van het krediet van de rechtspersoon is veroorzaakt, moet gewichtig zijn voor de vermogensbelangen van de rechtspersoon en voor die van zijn schuldeisers of vennoten. Samenvatting 8 De artikelen 2.7.1.0.1, 3.1.0.0.1, 3.2.1.0.1, 3.2.2.0.1, 5.0.0.0.1, eerste lid, 4° en 5.0.0.0.11 Vlaamse Codex Fiscaliteit en de artikelen 2.7.1.0.1, 5.0.0.0.1, eerste lid, 4° en 5.0.0.0.11 Vlaamse Codex Fiscaliteit, zoals ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zijn bij toepassing van artikel 325 van dit decreet in werking getreden op 1 januari 2015. Bij een wijziging van de fiscale wetgeving zijn de bepalingen van de nieuwe fiscale wet niet van toepassing op rechtshandelingen en toestanden die juridisch voltrokken zijn onder de oude wet.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!