- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 7
- Artikel
- I. Recevabilité - intérêt légitime - infraction urbanistique - preuve non-rapportée. - II. Enclave relative - utilisation normale du fonds selon sa destination actuelle - mise en valeur économique. - III. Enclave - exception d'enclave volontaire - caractère personnel. / I. Ontvankelijkheid - wettig belang - stedenbouwkundige overtreding - niet-geleverd bewijs. - II. Relatieve ingeslotenheid - normaal gebruik van het erf volgens de normale bestemming ervan - economische waardering. - III. Ingeslotenheid - exceptie van vrijwillige ingeslotenheid - persoonlijk karakter.
Volume :
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
7
Pagina
338
Taal
Frans
Rechtscollege
Nivelles - Nijvel, Vredegerecht - Justice de Paix, 26/01/2018
Referentie
“I. Recevabilité - intérêt légitime - infraction urbanistique - preuve non-rapportée. - II. Enclave relative - utilisation normale du fonds selon sa destination actuelle - mise en valeur économique. - III. Enclave - exception d'enclave volontaire - caractère personnel. / I. Ontvankelijkheid - wettig belang - stedenbouwkundige overtreding - niet-geleverd bewijs. - II. Relatieve ingeslotenheid - normaal gebruik van het erf volgens de normale bestemming ervan - economische waardering. - III. Ingeslotenheid - exceptie van vrijwillige ingeslotenheid - persoonlijk karakter.”, T. Vred. / J.J.P. 2018, nr. 7, 338-341
Samenvatting
I. Le défaut d'intérêt légitime, opposé par une partie à l'autre, fondé sur l'érection de garages en infraction urbanistique ne peut entraîner l'irrecevabilité de la demande dès lors que la preuve de ladite infraction n'est pas rapportée.
II. Le fonds qui dispose d'un accès piétonnier à la voie publique n'est pas enclavé de manière absolue. Néanmoins, selon l'enseignement de la Cour de cassation, l'état d'enclave s'apprécie à l'égard de l'utilisation normale du fonds conformément à sa destination actuelle, ainsi qu'eu égard à toute mise en valeur économique que permet la destination du fonds. Ainsi, l'existence d'une tolérance de passage de véhicules pour accéder aux deux garages reproduite dans des déclarations figurant à l'acte authentique de vente du fonds dominant démontre que l'utilisation normale du bien comporte le passage avec des véhicules automobiles. Encore, la présence de garages et donc la possibilité de stationner son véhicule dans un endroit couvert et fermé constitue une légitime mise en valeur du bien. Enfin, le caractère ancien du bâti des garages manifestement destiné à permettre le stationnement de véhicules amène à considérer que l'accès auxdits garages avec un véhicule automobile résulte d'une utilisation normale du bien selon sa destination, exclusivement résidentielle.
III. Seul le propriétaire qui est à l'origine de l'état d'enclave peut se voir opposer l'exception d'enclave volontaire. Cette exception revêt en effet un caractère personnel.
*** *** ***
I. Het ontbreken van wettig belang dat één partij aanvoert tegen een andere partij, gesteund op de oprichting van garages met stedenbouwkundige overtreding, kan niet de niet-ontvankelijkheid van de vordering met zich meebrengen, vermits het bewijs van genoemde overtreding niet werd geleverd.
II. Het erf dat beschikt over een toegang voor voetgangers naar de openbare weg is niet op absolute wijze ingesloten. Volgens het Hof van Cassatie dient evenwel de staat van ingeslotenheid beoordeeld te worden aan de hand van het normaal gebruik van een erf volgens de actuele bestemming ervan, alsmede in functie van de met deze bestemming van het erf overeenstemmende economische waardering ervan. Aldus toont het gedogen van een doorgang voor voertuigen met het oog op het toegang verkrijgen tot de beide garages, zoals vervat in de aan de authentieke koopakte van het heersend erf gehechte verklaringen, aan dat een normaal gebruik van het goed een doorgang met autovoertuigen omvat. Daarbij houdt de aanwezigheid van garages en bijgevolg de mogelijkheid om zijn voertuig in een overdekte en afgesloten plaats te parkeren, een legitiem gebruik van het goed in. Ten slotte dient uit het enkele feit dat de garages reeds vroeger aanwezig waren, ontegensprekelijk bedoeld om het parkeren van voertuigen toe te laten, besloten te worden dat de toegang tot genoemde garages met een autovoertuig een normaal gebruik van dit goed, volgens de bestemming ervan, dat uitsluitend residentieel is, uitmaakt.
III. Enkel de eigenaar die aan de oorsprong ligt van de ingeslotenheid kan de exceptie van vrijwillige ingeslotenheid tegengeworpen worden. Deze exceptie heeft immers een persoonlijk karakter.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!