- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 6
- Artikel
- RvS (7e k.) nr. 237.394, 16 februari 2017 (Maria Janssens / Vlaamse Gewest)
Volume 2017 : 6
Dierenwelzijn versus godsdienstvrijheid oftewel de wet van de sterkste
Grondwettelijk Hof nr. 103/2016, 30 juni 2016 (prejudiciële vraag)
[Onteigening bij verontreinigde bodems]
Cass. AR P.15.0088.N, 13 juni 2017 (W.F.D.R, E.V. / GSI)
RvS (7e k.) nr. 235.845, 27 september 2016 (Vlaamse Gewest / nv Corelio Printing)
RvS (7e k.) nr. 238.158, 11 mei 2017 (nv Trafimmo / Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.220, 18 mei 2017 (nv Deme Environmental Contractors (DEC), nv Envisan, nv Ghent Dredging / Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM))
Bruxelles 31 mars 2017
Rb. Brussel (Nl.) 31 maart 2017
Grondwettelijk Hof nr. 72/2017, 15 juni 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 73/2017, 15 juni 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 75/2017, 15 juni 2017 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen e.a.)
Grondwettelijk Hof nr. 96/2017, 19 juli 2017 (prejudiciële vraag)
RvS (7e k.) nr. 237.267, 2 februari 2017 (Ben Vermeiren / Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen)
RvS (7e k.) nr. 237.317, 9 februari 2017 (Charles Deprez / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.318, 9 februari 2017 (Anja Van De Moer / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.394, 16 februari 2017 (Maria Janssens / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.463, 23 februari 2017 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.530, 2 maart 2017 (Stad Aarschot / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.750, 23 maart 2017 (Chris Van Gestel / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.751, 23 maart 2017 (nv Heli Service Belgium / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.752, 23 maart 2017 (nv Moerwegel Mink / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.768, 23 maart 2017 (Vlaamse Gewest / Grigor Penchev)
RvS (7e k.) nr. 237.949, 20 april 2017 (cvba Belorta / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.078, 4 mei 2017 (bvba Storm 17, nv Eneco Wind Belgium / Vlaamse Gewest)
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1516/0104, 21 april 2016
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0031, 7 maart 2017
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0032, 7 maart 2017
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0034, 9 maart 2017
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0035, 9 maart 2017
Gent 26 mei 2017
Corr. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) 2 mei 2017
Vred. Izegem 26 april 2017
Dierenwelzijn versus godsdienstvrijheid oftewel de wet van de sterkste
Grondwettelijk Hof nr. 103/2016, 30 juni 2016 (prejudiciële vraag)
[Onteigening bij verontreinigde bodems]
Cass. AR P.15.0088.N, 13 juni 2017 (W.F.D.R, E.V. / GSI)
RvS (7e k.) nr. 235.845, 27 september 2016 (Vlaamse Gewest / nv Corelio Printing)
RvS (7e k.) nr. 238.158, 11 mei 2017 (nv Trafimmo / Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.220, 18 mei 2017 (nv Deme Environmental Contractors (DEC), nv Envisan, nv Ghent Dredging / Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM))
Bruxelles 31 mars 2017
Rb. Brussel (Nl.) 31 maart 2017
Grondwettelijk Hof nr. 72/2017, 15 juni 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 73/2017, 15 juni 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 75/2017, 15 juni 2017 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen e.a.)
Grondwettelijk Hof nr. 96/2017, 19 juli 2017 (prejudiciële vraag)
RvS (7e k.) nr. 237.267, 2 februari 2017 (Ben Vermeiren / Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen)
RvS (7e k.) nr. 237.317, 9 februari 2017 (Charles Deprez / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.318, 9 februari 2017 (Anja Van De Moer / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.394, 16 februari 2017 (Maria Janssens / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.463, 23 februari 2017 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.530, 2 maart 2017 (Stad Aarschot / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.750, 23 maart 2017 (Chris Van Gestel / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.751, 23 maart 2017 (nv Heli Service Belgium / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.752, 23 maart 2017 (nv Moerwegel Mink / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 237.768, 23 maart 2017 (Vlaamse Gewest / Grigor Penchev)
RvS (7e k.) nr. 237.949, 20 april 2017 (cvba Belorta / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.078, 4 mei 2017 (bvba Storm 17, nv Eneco Wind Belgium / Vlaamse Gewest)
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1516/0104, 21 april 2016
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0031, 7 maart 2017
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0032, 7 maart 2017
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0034, 9 maart 2017
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC/M/1617/0035, 9 maart 2017
Gent 26 mei 2017
Corr. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) 2 mei 2017
Vred. Izegem 26 april 2017
Jaar
2017
Volume
2017
Nummer
6
Pagina
725
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad van State - Conseil d’Etat, 16/02/2017
Referentie
“RvS (7e k.) nr. 237.394, 16 februari 2017 (Maria Janssens / Vlaamse Gewest)”, TMILRE 2017, nr. 6, 725-726
Samenvatting
Samenvatting 1 Een zaak is spoedeisend, en dus vatbaar voor beoordeling in kort geding, zodra de vrees voor schade van enig belang, of zelfs voor ernstige nadelen, een onmiddellijke beslissing wenselijk maakt. Bijgevolg mag het kort geding worden gehanteerd wanneer het geschil niet met de gewone procedure binnen de gewenste tijdspanne opgelost kan worden, inzonderheid omdat de verzoekende partij dreigt terecht te komen in een toestand met onherroepelijke schadelijke gevolgen. Verzoekster woont in de onmiddellijke omgeving van de vergunde exploitatie. Alleen al met verwijzing naar het verslag van de afdeling Milieu-inspectie van 13 juni 2016, waarin een significante overschrijding van de richtwaarde voor het specifiek geluid van de inrichting wordt vastgesteld, maakt verzoekster aannemelijk dat met het bestreden besluit een exploitatie wordt vergund die dermate hinderlijk is dat het aangewezen is de zaak in kort geding te beoordelen. De niet juridisch noch feitelijk uitgewerkte bewering dat het bedrijf door de afdeling Milieu-inspectie ten onrechte als een nieuwe inrichting werd aangemerkt, dient zich niet aan als een argument dat ernstig doet twijfelen aan de betrouwbaarheid van de conclusies van het inspectieverslag. Aan de voorwaarde van de spoedeisendheid is voldaan. Samenvatting 2 Om te voldoen aan de doelstelling van artikel 30bis Vlarem I, die preventief van aard is, volstaat het niet dat de exploitant hoe dan ook de geldende geluidsnormen zal dienen na te leven. De rechtsplicht van artikel 30bis, § 1, eerste lid Vlarem I, geldt immers op het ogenblik van de vergunningverlening. Daaruit volgt onder meer dat de vergunningverlenende overheid niet kan volstaan met het opleggen, als bijzondere vergunningsvoorwaarde, van maatregelen waarvan niet vaststaat dat zij effectief zullen remediëren aan de vastgestelde normoverschrijdingen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!