- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 4
- Artikel
- Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid Belgische rechter – Erfrechtverordening – Temporele toepassing – Artikel 83.1 Erfrechtverordening – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid - WIPR – Ambtshalve onderzoek – Artikel 12 – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid – WIPR – Artikel 77 – Gewone verblijfplaats van de overledene – Beoordeling – Artikel 4
Volume 2023 : 4
Overgangsrecht: Wat te doen met een oude (vóór 2018) onroerende schenking die werd vrijgesteld van inbreng in natura?
(Ver)nieuw(end)e regelgeving en rechtspraak inzake het omgevingsrecht: overzicht 2022
Het eigendomsrecht van de legataris en de legaatsafgifte
FLASH Quid met de waarde van het vruchtgebruik? In het licht van de recentste waarderingsgrondslagen: sterftetafel - rentevoeten - inflatiecijfer
FLASH Hoe correct goederen aangeven in de aangifte van nalatenschap van een erflater die gehuwd was onder een stelsel van gemeenschap?
Uitvoerend onroerend beslag – Toewijzing n.a.v. een hoger bod – Ontstentenis van mededeling door de notaris van het bewijs van een onvoorwaardelijke bankgarantie – Veroordeling in schadevergoeding
Afstamming – Vaderlijke erkenning – Absoluut huwelijksbeletsel tussen moeder en erkenner – Betwisting incestueuze erkenning – Mogelijkheid tot afwijzing van de betwistingvordering in het belang van het kind
Beslag en executie – Beslagrechter – Taak van de beslagrechter – Beoordeling van de regelmatigheid en rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging – Actualiteit van de titel – Becijfering
Bewijs – Basisbewijsstandaard – Vlaamse Codex Wonen
Beroepsplicht architect – Gebrek aan toezicht werken – Nietigheid aannemingsovereenkomst
Erfbelasting – Bankgiften – Vrijstelling van aangifte wegens conventionele dan wel wettelijke terugkeer bij vooroverlijden van de begiftigde
Gerechtelijke vereffening-verdeling – Gedwongen verkoop van niet gevoeglijk verdeelbare goederen – Aanspraken en mogelijke bezwaren van partijen – Vereiste van voorafgaande betekening/kennisgeving van gedetailleerde verkoopvoorwaarden
Opstal op bestaand gebouw – Canon bepaald voor registratiebelasting – Onroerend inkomen voor directe belasting
Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid Belgische rechter – Erfrechtverordening – Temporele toepassing – Artikel 83.1 Erfrechtverordening – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid - WIPR – Ambtshalve onderzoek – Artikel 12 – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid – WIPR – Artikel 77 – Gewone verblijfplaats van de overledene – Beoordeling – Artikel 4
Erfbelasting – Kwijtschelding of vermindering van belastingsverhoging wegens gebrek aan aangifte – Geen fout bij de erfgenamen
Internationaal privaatrecht – Huwelijksstelsel tussen een Belg en een Turkse Erfbelasting – Wijziging huwelijksvermogensstelsel nietig wegens gebrek aan boedelbeschrijving
Overgangsrecht: Wat te doen met een oude (vóór 2018) onroerende schenking die werd vrijgesteld van inbreng in natura?
(Ver)nieuw(end)e regelgeving en rechtspraak inzake het omgevingsrecht: overzicht 2022
Het eigendomsrecht van de legataris en de legaatsafgifte
FLASH Quid met de waarde van het vruchtgebruik? In het licht van de recentste waarderingsgrondslagen: sterftetafel - rentevoeten - inflatiecijfer
FLASH Hoe correct goederen aangeven in de aangifte van nalatenschap van een erflater die gehuwd was onder een stelsel van gemeenschap?
Uitvoerend onroerend beslag – Toewijzing n.a.v. een hoger bod – Ontstentenis van mededeling door de notaris van het bewijs van een onvoorwaardelijke bankgarantie – Veroordeling in schadevergoeding
Afstamming – Vaderlijke erkenning – Absoluut huwelijksbeletsel tussen moeder en erkenner – Betwisting incestueuze erkenning – Mogelijkheid tot afwijzing van de betwistingvordering in het belang van het kind
Beslag en executie – Beslagrechter – Taak van de beslagrechter – Beoordeling van de regelmatigheid en rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging – Actualiteit van de titel – Becijfering
Bewijs – Basisbewijsstandaard – Vlaamse Codex Wonen
Beroepsplicht architect – Gebrek aan toezicht werken – Nietigheid aannemingsovereenkomst
Erfbelasting – Bankgiften – Vrijstelling van aangifte wegens conventionele dan wel wettelijke terugkeer bij vooroverlijden van de begiftigde
Gerechtelijke vereffening-verdeling – Gedwongen verkoop van niet gevoeglijk verdeelbare goederen – Aanspraken en mogelijke bezwaren van partijen – Vereiste van voorafgaande betekening/kennisgeving van gedetailleerde verkoopvoorwaarden
Opstal op bestaand gebouw – Canon bepaald voor registratiebelasting – Onroerend inkomen voor directe belasting
Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid Belgische rechter – Erfrechtverordening – Temporele toepassing – Artikel 83.1 Erfrechtverordening – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid - WIPR – Ambtshalve onderzoek – Artikel 12 – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid – WIPR – Artikel 77 – Gewone verblijfplaats van de overledene – Beoordeling – Artikel 4
Erfbelasting – Kwijtschelding of vermindering van belastingsverhoging wegens gebrek aan aangifte – Geen fout bij de erfgenamen
Internationaal privaatrecht – Huwelijksstelsel tussen een Belg en een Turkse Erfbelasting – Wijziging huwelijksvermogensstelsel nietig wegens gebrek aan boedelbeschrijving
Jaar
2023
Volume
2023
Nummer
4
Pagina
316
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Gent, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 09/12/2021
Referentie
“Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid Belgische rechter – Erfrechtverordening – Temporele toepassing – Artikel 83.1 Erfrechtverordening – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid - WIPR – Ambtshalve onderzoek – Artikel 12 – Vordering inzake nalatenschap – Internationale bevoegdheid – WIPR – Artikel 77 – Gewone verblijfplaats van de overledene – Beoordeling – Artikel 4”, TNot. 2023, nr. 4, 316-319
Samenvatting
[1.] Daar waar de nalatenschap is opengevallen ingevolge het overlijden op 12 mei 2014, kan de Erfrechtverordening niet in beeld komen ter bepaling van de internationale bevoegdheid van de Belgische rechter. Die verordening vindt ingevolge artikel 83.1 slechts toepassing op de erfopvolging van personen die overlijden op of na 17 augustus 2015.
[2.] De niet-toepasselijkheid van de Erfrechtverordening brengt met zich mee dat de internationale bevoegdheid van de Belgische rechter dient te worden onderzocht op grond van de bepalingen van het WIPR. Met toepassing van artikel 12 WIPR zou de Belgische rechter dit overigens ambtshalve dienen te doen, zelfs indien de verwerende partij(en) geen exceptie van afwezigheid van internationale bevoegdheid opwerpt/opwerpen.
In die optiek zou voor de bepaling van de internationale bevoegdheid van de Belgische rechter artikel 77 WIPR in aanmerking kunnen komen.
[3.] Om te oordelen of een persoon met toepassing van artikel 77 WIPR bij zijn overlijden zijn gewone verblijfplaats had in België, dient overeenkomstig artikel 4 WIPR te worden onderzocht waar deze persoon zich hoofdzakelijk heeft gevestigd, zelfs bij afwezigheid van registratie en onafhankelijk van een verblijfplaats of vestigingsvergunning. Om deze plaats te bepalen, wordt met name rekening gehouden met omstandigheden van persoonlijke of professionele aard die duurzame banden met die plaats aantonen of wijzen op de wil om die banden te scheppen. Het beoordelen van de constitutieve bestanddelen van de gewone verblijfplaats dient in concreto te gebeuren. Daarbij dient te worden onderstreept dat de rechter zich voor de beoordeling dient te stellen op het ogenblik van het overlijden. Het moet gaan om de gewone plaats van verblijf in de zin van de ‘gewoonlijke’ plaats waar men in werkelijkheid zijn belangen concentreert en waar men kan gevonden worden om zijn rechten en plichten uit te oefenen, met een graad van duurzaamheid of stabiliteit en daardoor ook voorspelbaarheid. Hoewel de gewone verblijfplaats van een persoon in de zin van artikel 4 WIPR kan bestaan, zelfs bij afwezigheid van registratie, kan het bezit van een woonplaats in België niettemin een aanwijzing zijn van een vestiging in België van een gewone verblijfplaats. De inschrijving in de bevolkingsregisters kan in die optiek als een feitelijk vermoeden worden weerhouden van een gewone verblijfplaats in België. Uit het gegeven dat niet is betwist/wordt gesteld dat (1) de overledene na de verkoop van de in België gelegen woning (met name haar vroegere gezinswoning) in 2012 ‘voor onbepaalde tijd’ in Frankrijk verbleven heeft bij haar dochter en (2) er sprake was van een soort van zorgverblijf (en dit blijkbaar tot haar overlijden op 12 mei 2014) en (3) zich daar overigens ook haar persoonlijke goederen en kledij bevonden, kan minstens de intentie blijken van de erflater om met die plaats (in Frankrijk) duurzame banden (van persoonlijke aard) te scheppen. Mede in voormelde optiek en rekening houdend met andere elementen kan in casu worden besloten tot een gewone verblijfplaats in Frankrijk en de onbevoegdheid van de Belgische rechter.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!