- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 2
- Artikel
- De klaarblijkelijke (niet-)schending van samenlopende grondrechten in de rechtspraak van het Hof van Cassatie en de Raad van State
Volume 2013 : 2
De rechten en plichten van aangelanden van de openbare wegenis
De klaarblijkelijke (niet-)schending van samenlopende grondrechten in de rechtspraak van het Hof van Cassatie en de Raad van State
De onbevaarbare waterlopen revisited
Hof van Cassatie (1ste kamer), 23 februari 2012
Hof van Cassatie (1ste kamer), 28 juni 2012
Conseil d’Etat (XVe ch. réf.), arrêt n° 219.272, Colmant, 9 mai 2012
Propriété et domanialité publiques en Belgique : état des lieux et perspectives
De rechten en plichten van aangelanden van de openbare wegenis
De klaarblijkelijke (niet-)schending van samenlopende grondrechten in de rechtspraak van het Hof van Cassatie en de Raad van State
De onbevaarbare waterlopen revisited
Hof van Cassatie (1ste kamer), 23 februari 2012
Hof van Cassatie (1ste kamer), 28 juni 2012
Conseil d’Etat (XVe ch. réf.), arrêt n° 219.272, Colmant, 9 mai 2012
Propriété et domanialité publiques en Belgique : état des lieux et perspectives
Jaar
2013
Volume
2013
Nummer
2
Pagina
124
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Referentie
T. MOONEN, “De klaarblijkelijke (niet-)schending van samenlopende grondrechten in de rechtspraak van het Hof van Cassatie en de Raad van State”, VDB-CDPK 2013, nr. 2, 124-135
Samenvatting
In 2009 werd de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof aangepast om een oplossing te vinden voor de bevoegdheidsperikelen die de samenloop van grondrechten had teweeggebracht tussen het Grondwettelijk Hof en de andere hoogste rechtscolleges. Hoewel de regeling de verhoudingen tussen de rechtscolleges verduidelijkt heeft, is niet alle ruimte voor spanningen weggenomen. De eerste toepassingen van de nieuwe uitzonderingen die de wetswijziging voorzag voor de hoogste rechtscolleges, met name de mogelijkheid om te weigeren een vraag te stellen als de Grondwet klaarblijkelijk (niet) geschonden is, lijken aan te geven dat de kwalificatie van een recht als “grondrecht” en de invulling van het begrip “klaarblijkelijk” belangrijke elementen zullen worden.
En 2009, la loi spéciale sur la Cour constitutionnelle a été amendée afin de trouver une solution aux conflits de compétences, provoqués par le concours de droits fondamentaux, entre la Cour constitutionnelle et les autres juridictions suprêmes. Bien que la réglementation ait clarifié les relations entre les juridictions, toutes les tensions n’ont pas disparu. Les premières applications des nouvelles exceptions que la modification de la loi prévoyait pour les juridictions suprêmes, à savoir la possibilité de refuser de poser une question si la Constitution (n’) est (pas) manifestement violée, semblent indiquer que la qualification d’un droit comme «droit fondamental» et l’interprétation de la notion «manifeste» deviendront des éléments importants.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!