- Full text
- Journal
- Number 426
- Article
- Grondwettelijk Hof nr. 30/2020, 20 februari 2020 (nv Service & Development Group Belgium)
Volume 2020 : 426
Overdracht van aandelen. Impact van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
Grondwettelijk Hof nr. 152/2019, 24 oktober 2019 (cvba « Engie CC »)
Activeringsbijdrage bij vrijstelling van prestaties met loonbehoud
Grondwettelijk Hof nr. 30/2020, 20 februari 2020 (nv Service & Development Group Belgium)
Instemming mede-eigenaars bij afbraak appartementsgebouw
Antwerpen 27 juni 2019
Stakingsvordering voor strafbare inbreuk [het leerstuk van de oneerlijke marktpraktijken jegens ondernemingen toegepast op strafbare inbreuken]
Antwerpen (C7e k.) nr. 2017/BV/120, 5 november 2019
[Strafrechtspleging] Ambtshalve aanhouden burgerlijke belangen: vermelding schadelijdende partij in tenlastelegging volstaat niet
Corr. Brussel (Nl.) 21 april 2020
Het verspreidingsverbod uit de antiracismewet
Overdracht van aandelen. Impact van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
Grondwettelijk Hof nr. 152/2019, 24 oktober 2019 (cvba « Engie CC »)
Activeringsbijdrage bij vrijstelling van prestaties met loonbehoud
Grondwettelijk Hof nr. 30/2020, 20 februari 2020 (nv Service & Development Group Belgium)
Instemming mede-eigenaars bij afbraak appartementsgebouw
Antwerpen 27 juni 2019
Stakingsvordering voor strafbare inbreuk [het leerstuk van de oneerlijke marktpraktijken jegens ondernemingen toegepast op strafbare inbreuken]
Antwerpen (C7e k.) nr. 2017/BV/120, 5 november 2019
[Strafrechtspleging] Ambtshalve aanhouden burgerlijke belangen: vermelding schadelijdende partij in tenlastelegging volstaat niet
Corr. Brussel (Nl.) 21 april 2020
Het verspreidingsverbod uit de antiracismewet
Year
2020
Volume
2020
Number
426
Page
587
Language
Dutch
Court
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 20/02/2020
Reference
G. DEGEEST, “Grondwettelijk Hof nr. 30/2020, 20 februari 2020 (nv Service & Development Group Belgium)”, NJW 2020, nr. 426, 587-590
Recapitulation
Samenvatting 1 Het Hof vernietigt artikel 167, 7°, van de wet van 18 juni 2018 « houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing ». De bestreden bepaling maakt deel uit van de hervorming van het appartementsrecht. Ze heeft betrekking op de vereiste meerderheden in de algemene vergadering van de vereniging van mede-eigenaars van een appartementsgebouw. In sommige gevallen beslist de algemene vergadering bij gewone meerderheid, in andere gevallen bij gekwalificeerde meerderheid (twee derde of vier vijfde van de stemmen), in nog andere gevallen is eenparigheid van stemmen vereist. De bestreden bepaling voegt aan artikel 577-7, § 1, 2°, BW een punt toe dat in de regel eenparigheid van stemmen vereist, namelijk de beslissing tot afbraak of volledige heropbouw van het gebouw. Die regel blijft overeind, maar de bestreden bepaling voorziet in een uitzondering (de algemene vergadering kan bij meerderheid van vier vijfde van de stemmen beslissen) wanneer er gegronde redenen bestaan van hygiëne of van veiligheid of wanneer de kostprijs voor de aanpassing van het gebouw aan de wettelijke bepalingen buitensporig zou zijn. In andere omstandigheden blijft eenparigheid van stemmen vereist. Het eerste onderdeel van het eerste middel is niet gegrond. De verzoekende partij voert zowel een gelijke behandeling aan als een verschil in behandeling. De gelijke behandeling heeft betrekking op het ontbreken van een uitzondering voor kleine appartementsgebouwen en voor appartementen die zijn verhuurd of bezwaard met een beslag of hypotheek. Het verschil in behandeling betreft een vergelijking tussen de gemeenrechtelijke regeling van gedwongen mede-eigendom (artikel 577-2, §§ 9 en 10, BW) en de regeling vervat in de bestreden bepaling (artikel 577-7, § 1, 2°, h), BW). De versoepeling van de besluitvorming onder mede-eigenaars, in bepaalde gevallen, om tot afbraak en heropbouw van het gebouw te beslissen, is een pertinente maatregel om te vermijden dat één of enkele mede-eigenaars bepaalde beslissingen kunnen blokkeren die noodzakelijk zijn om de hygiëne of veiligheid van het gebouw te waarborgen of om het gebouw aan de wettelijke bepalingen aan te passen. De loutere vaststelling dat in bepaalde gevallen, namelijk wanneer het gebouw minder dan vijf kavels telt, één mede-eigenaar nog steeds dergelijke beslissingen kan blokkeren, kan op zichzelf geen afbreuk doen aan de redelijke verantwoording van de maatregel. De mogelijkheid van tegenstemmen is immers inherent aan elke meerderheidsvereiste. Om soortgelijke redenen kan de vaststelling dat het aandeel van bepaalde mede-eigenaars in de gemeenschappelijke delen niet vrij en onbelast is, geen afbreuk doen aan de redelijke verantwoording van de maatregel. De wetgever mag immers algemene regels voor meerderheidsvereisten bepalen, zonder dat hij voor bijzondere situaties en specifieke hypothesen telkens in uitzonderingen of afwijkende regels dient te voorzien. Ten slotte vindt het verschil in behandeling tussen de mede-eigenaars ressorterend onder de gemeenrechtelijke regeling van gedwongen mede-eigendom en de mede-eigenaars ressorterend onder het appartementsrecht, een redelijke verantwoording in de bijzondere doelstelling van de wetgever om bij te dragen aan de transitie van verouderde appartementsgebouwen naar een modern en duurzaam gebouwenpark. Het was eveneens relevant om het beginsel van de eenparigheid van stemmen slechts in beperkte mate te matigen door voor een dergelijke beslissing een meerderheid van vier vijfde van de stemmen te eisen, terwijl een meerderheid van twee derde van de stemmen volstaat voor bepaalde andere beslissingen. De wetgever heeft terdege rekening gehouden met het belang van de mede-eigenaar die zich verzet tegen de beslissing tot afbraak of volledige heropbouw van het gebouw door te bepalen dat hij zijn kavel mag laten aan de andere mede-eigenaars indien de waarde ervan lager is dan het aandeel dat hij zou moeten dragen in de totale kostprijs van de werken, des te meer daar deze afstand, in voorkomend geval, kan gepaard gaan met een compensatie die in onderling akkoord of door de rechter wordt bepaald. Het tweede onderdeel van het eerste middel is daarentegen wel gegrond. In dit onderdeel voert de verzoekende partij een discriminerende inmenging in het eigendomsrecht aan (artikel 1 eerste aanvullend protocol EVRM). De wetgever heeft rekening gehouden met het belang van de mede-eigenaar die zich verzet tegen de beslissing tot afbraak of volledige heropbouw van het gebouw. Om een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van het recht op het ongestoord genot van de eigendom, dient de wetgever, gelet op de verregaande inmenging in het eigendomsrecht, evenwel in bijkomende waarborgen te voorzien. Aangezien de bestreden bepaling ertoe kan leiden dat een mede-eigenaar afstand moet doen van zijn eigendomsrecht, dient te worden bepaald dat de vereniging van mede-eigenaars haar beslissing op eigen initiatief aanhangig maakt bij de vrederechter, in afwijking van artikel 577-9, § 2, BW, en dat de vrederechter de wettigheid van de beslissing kan beoordelen en, in voorkomend geval, aan een deskundige advies kan vragen over de geschiktheid van het bedrag van de compensatie. Vermits de bestreden bepaling een onlosmakelijk geheel uitmaakt, dient ze ook in haar geheel te worden vernietigd. Bijgevolg dienen de andere middelen niet te worden onderzocht.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!