Volume 2014 : 2
Chronique de droit européen - Assurance et responsabilité (septembre 2012 - décembre 2013)
Aansprakelijkheid van de ouders – Scheiding van de ouders – Vermoeden van aansprakelijkheid enkel ten laste van de ouder bij wie het kind de gebruikelijke verblijfplaats heeft
Note
Aansprakelijkheid voor gebouwen – Artikel 1386 Burgerlijk wetboek – Instorting van de plankenvloer van een zolder – Gebrek aan onderhoud (ja)
Aansprakelijkheid van de Overheid – Beslaglegging door de onderzoeksrechter op een wagen – Beheer van de in beslag genomen goederen – Derde bewaker
Wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor gebrekkige producten – Uitbarsting van een fles spuitwater – Begrip « in het verkeer brengen »
Schade aan personen – Letsels – Student – Meerinspanningen – Blijvende persoonlijke ongeschiktheid van 8% met economische repercussie van 6% : forfaitaire evaluatie
Artikel 87, § 2, van de Wet van 25 juni 1992 – Tegenstelbaarheid van de uitsluitingen – Vonnis inzake collectieve schuldenregeling van de verzekerde gewezen nadat de schade zich heeft voorgedaan – Niet tegenstelbaar aan de derde die slachtoffer is
Verzekering B.A. Motorrijtuig – Verkeersongeval met een gestolen voertuig – Lichamelijke schade geleden door de dader, de mede-dader of de medeplichtige aan de diefstal – Schade bij weerslag geleden door de naasten – Geen recht tegen het GMWF
Beroepsongeval – Tijdelijke ongeschiktheid – Slachtoffer poogt werk te hervatten terwijl de raadsgeneesheer van de verzekeraar hem onterecht als werkbekwamen heeft gekwalificeerd – Gevolg : aftrek van de gedurende de tijdelijke ongeschiktheid ontvangen loon.
Chronique de droit européen - Assurance et responsabilité (septembre 2012 - décembre 2013)
Aansprakelijkheid van de ouders – Scheiding van de ouders – Vermoeden van aansprakelijkheid enkel ten laste van de ouder bij wie het kind de gebruikelijke verblijfplaats heeft
Note
Aansprakelijkheid voor gebouwen – Artikel 1386 Burgerlijk wetboek – Instorting van de plankenvloer van een zolder – Gebrek aan onderhoud (ja)
Aansprakelijkheid van de Overheid – Beslaglegging door de onderzoeksrechter op een wagen – Beheer van de in beslag genomen goederen – Derde bewaker
Wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor gebrekkige producten – Uitbarsting van een fles spuitwater – Begrip « in het verkeer brengen »
Schade aan personen – Letsels – Student – Meerinspanningen – Blijvende persoonlijke ongeschiktheid van 8% met economische repercussie van 6% : forfaitaire evaluatie
Artikel 87, § 2, van de Wet van 25 juni 1992 – Tegenstelbaarheid van de uitsluitingen – Vonnis inzake collectieve schuldenregeling van de verzekerde gewezen nadat de schade zich heeft voorgedaan – Niet tegenstelbaar aan de derde die slachtoffer is
Verzekering B.A. Motorrijtuig – Verkeersongeval met een gestolen voertuig – Lichamelijke schade geleden door de dader, de mede-dader of de medeplichtige aan de diefstal – Schade bij weerslag geleden door de naasten – Geen recht tegen het GMWF
Beroepsongeval – Tijdelijke ongeschiktheid – Slachtoffer poogt werk te hervatten terwijl de raadsgeneesheer van de verzekeraar hem onterecht als werkbekwamen heeft gekwalificeerd – Gevolg : aftrek van de gedurende de tijdelijke ongeschiktheid ontvangen loon.
Année
2014
Volume
2014
Numéro
2
Page
15046
Langue
Français
Juridiction
Luik, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 10/09/2013
Référence
“Aansprakelijkheid voor gebouwen – Artikel 1386 Burgerlijk wetboek – Instorting van de plankenvloer van een zolder – Gebrek aan onderhoud (ja)”, RGAR 2014, nr. 2, 15046-15048
Résumé
Celui qui souhaite obtenir réparation de son dommage sur la base de l'article 1386 du Code civil doit prouver, outre l'existence du dommage, que le défendeur à l'action est propriétaire du bâtiment, que le dommage a été causé par la ruine de ce dernier ou un de ses éléments constitutifs et que cette ruine est elle-même la conséquence d'un vice de construction ou d'un défaut d'entretien du bâtiment.
Par défaut d'entretien, on entend non seulement la négligence fautive entraînant le délabrement partiel ou total du bâtiment, mais aussi tout élément objectif qui aboutit à cette même conséquence (circonstances climatiques, ancienneté du bâtiment, usure...).
En l'espèce, il est établi à suffisance que l'effondrement du plancher du grenier est dû à la vétusté de sa structure en bois pourrie au niveau des encastrements dans la maçonnerie, en sorte que le défaut d'entretien au sens de l'article 1386 du Code civil est démontré.
S'il est raisonnable de considérer que le passage d'ouvriers dans le lieu litigieux, le poids des gravats et de l'éventuel matériel ainsi que le poids de la victime, ont joué un rôle dans l'effondrement du plancher, ces éléments ne sont constitutifs d'aucune faute, ni de force majeure, et n'exonèrent en rien la responsabilité du propriétaire des lieux.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!