Volume 2013 : 4
Editoriaal.
Valreepwet 2012 en wetten 8 mei 2013: kortere en kwalitatievere asielprocedure?
Attest van geen huwelijksbeletsel: van administratieve praktijk naar wettelijke verankering.
Meer verplichtingen en strengere sancties voor werkgevers illegaal verblijvende derdelanders.
Ruimer wettigheidstoezicht op vrijheidsberoving van vreemdelingen.
Art. 9bis Vw. - bijzondere omstandigheden - identiteitsdocument - ontvankelijkheid - moment van beslissing - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Soedan - tweede asielaanvraag - bijlage 13quater - medische stukken - bewijswaarde - PPTS - geen ernstige verklaringen mogelijk tijdens eerste aanvraag - art. 51/8, eerste lid Vw. - motiveringsplicht - vernietiging.
Asielzoeker - art. 6 EVRM - daadwerkelijk rechtsmiddel - RvV - volle rechtsmacht - reëel risico op ernstige schade - update verwerende partij ter terechtzitting - uitstel geweigerd door RvV - art. 47 Handvest grondrechten EU - recht op verdediging - recht op tegenspraak - cassatie.
Asielzoeker - art. 48/5, § 1, c) Vw. - art. 48/3 Vw. - art. 48/4 Vw. - toepassingsgebied - niet-overheidsactoren - vervolging - daadwerkelijke bescherming - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - verzoek tot horen - art. 39/73 Vw. - draagwijdte - geen nieuwe middelen of argumenten - motiveringsplicht - recht van verdediging - recht op daadwerkelijk rechtsmiddel - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Afghanistan - art. 48/5, § 3 Vw. - subsidiaire bescherming - weigering - binnenlands vestigingsalternatief - motiveringsplicht - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 3 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 8 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
Detentie - beroep - controle door onderzoeksgerechten - art. 7, derde lid Vw. - noodzakelijkheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 7, derde lid Vw. - art. 1, 11° Vw. - voorwaarden - wettigheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - termijn van 0 dagen - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 74/14, § 3, 3° Vw. - onwettig werk - openbare orde - openbare veiligheid - wettigheidscontrole - feitenappreciatie door KI in de plaats van DVZ - cassatie.
BGV - detentie - beroep - verlenging - art. 7 Vw. - art. 74 Vw. - wettigheid - negeren van vorige BGV - noodzakelijkheid - cassatieberoep verworpen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing - Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division) - uitlegging van artikel 30, tweede lid van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (Pb.L. 158, blz. 77) in het licht van artikel 346, eerste lid, sub a VWEU - recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming - besluit om een burger van een lidstaat van het grondgebied van een andere lidstaat uit te sluiten om redenen van openbare veiligheid - verplichting om de betrokken burger in kennis te stellen van de gronden van zijn uitsluiting
Huwelijksaangifte - weigering - art. 146bis BW - art. 167 BW - schijnhuwelijk - art. 46, eerste lid WIPR - openbare orde - artikel 12 EVRM - artikel 23 BUPO - gezinshereniging - F-kaart - gegrond.
Gezinshereniging - art. 12bis Vw. - beslissingstermijn - marginale toetsing - bijzondere omstandigheden - 'preventieve' beslissingen tot verlenging - cassatie.
Gezinshereniging - subsidiaire bescherming - Irak - art. 10bis Vw. - voldoende, stabiele, regelmatige inkomsten - weigering - art. 8 EVRM - belangenafweging - zo nauwkeurig mogelijk onderzoek - blijkt niet uit administratief dossier noch uit bestreden beslissing - vernietiging.
Gezinshereniging - visumaanvraag - art. 10 Vw. - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - inkomsten uit artikel 60-contract kunnen stabiel zijn - weigering - motiveringsplicht - vernietiging.
Gezinshereniging - intrekking - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 10 Vw. - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - geen voldoende bewijs van stabiele, regelmatige inkomsten - verwerping.
Gezinshereniging - art. 10, § 2, vijfde lid Vw. - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - vernietiging.
Gezinshereniging - weigering - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - RvV 4 december 2012, nr. 92.932 - vernietiging - uitvoerbare beslissing - e-mail van DVZ attaché - intentieverklaring - onontvankelijk.
Art. 9ter Vw. - weigering - onontvankelijk - medische filter - art. 3 EVRM - minimumnorm - ruimere bescherming door Belgische wet - cassatie.
Art. 9ter Vw. - ontvankelijkheid - medische filter - art. 9ter, § 3, 4° Vw. - negatief advies ambtenaar-geneesheer - gebonden bevoegdheid ambtenaar - geen appreciatiemarge - motivering verwijst enkel naar advies - cassatie.
Vernietigingsberoep - art. 2 wet van 12 september 2011 - art. 23 wet van 19 januari 2012 - NBMV - minderjarige uit de EER - uitsluiting - minderjarige die handelingen zou hebben gepleegd die de openbare rust, de openbare orde of de veiligheid van het land kunnen schaden - uitsluiting - identificatie - dienst voogdij - belang van het kind - niet-cumuleerbaarheid met een procedure tot bescherming, machtiging of toelating tot verblijf of tot vestiging - verhoor van de minderjarige - duurzame oplossing - beoordelingsbevoegdheid van de minister - fraude - sancties - rechtscolleges - bevoegdheid - geschil over een burgerlijk recht - rechten en vrijheden - art. 10, 11 Gw. - art. 22bis Gw. - art. 14 EVRM - art. 2 Kinderrechtenverdrag - rechten van het kind - wettigheidsbeginsel - verbod van discriminatie - recht om gehoord te worden - verwerping.
Rwanda - onwettig verblijf - art. 57, § 2 OCMW-wet - HIV - weigering - dringende medische hulp - terugkeer praktisch mogelijk - verzorging in herkomstland mogelijk - niet dringend - art. 3 EVRM - niet geschonden - ongegrond.
Rwanda - PTSS - medische onverwijderbaarheid - hoogdringendheid - voorlopige maatregel - art. 584 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Kosovo - art. 9ter Vw. - intrekking - gemiste oproep ambtenaar-geneesheer - hoogdringendheid - bevoegdheid - medische onverwijderbaarheid - gehandicapt kind - art. 9 Ger.W. - art. 584 Ger.W. - art. 57 OCMW-wet - art. 8 EVRM - medisch deskundigenonderzoek - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Palestina - Libanon - art. 584 Ger.W. - art. 9 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - onwettig verblijf - precaire financiële situatie - administratieve overmacht - terugkeer onmogelijk - maatschappelijke dienstverlening - gegrond.
Arbeidskaart - arbeidsvergunning - art. 4, §§ 1 en 2 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - art. 5 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - buitenlandse werknemer - toepassingsgebied - ruim - geen arbeidsovereenkomst noodzakelijk - onder gezag - arbeid leveren - cassatieberoep verworpen.
Art. 8, § 1 Wet Buitenlandse Werknemers - art. 23 Gw. - art. 191 Gw. - prejudiciële vraag.
Echtscheiding - echtscheidingsprocedure in België - Russisch echtscheidingsvonnis - art. 22 WIPR - art. 24 WIPR - uitgifte van de beslissing met apostille - geen betwisting over de rechten van verdediging - attest van de Russische ambassade waaruit definitief karakter blijkt - art. 25 WIPR - erkenning - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - internationale bevoegdheid - art. 3, 1, a, zesde streepje Brussel IIbis-verordening - interne bevoegdheid - art. 13 WIPR - toepasselijk recht - art. 55 WIPR - Turkse huwelijksakte met vermelding van ontbinding van het huwelijk - Turks echtscheidingsvonnis - art. 27 WIPR - art. 24 WIPR - Conventie van Wenen van 8 september 1976 betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand - erkenning Turks echtscheidingsvonnis - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende huwelijksakte - vonnis als vervangende huwelijksakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende geboorteakte kind - vonnis als vervangende geboorteakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Weigering - attest geen huwelijksbeletselen - schijnhuwelijk - ambassade - Tunesië - attest niet voorzien in Belgisch recht - controle op wettelijke voorwaarden - ambassade niet bevoegd - veroordeling tot intrekking weigeringsbeslissing.
Vlaamse Gemeenschap - volwassenenonderwijs - inschrijvingsvoorwaarden - vreemdelingen - wettig verblijf - recht op onderwijs - vrijheid van onderwijs - beperkingen - recht op toegang tot onderwijs - art. 2 Eerste Aanvullend Protocol EVRM - art. 2 ECOSOC-verdrag - art. 13 ECOSOC-verdrag - verwerping.
Staatloze - Tibet - China - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - erkenning staatloze.
Staatloze - Tibet - China - India - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - vrijwillige terugkeer - gedwongen terugkeer - onmogelijk - reisdocument - erkenning staatloze.
Prejudiciële vraag - Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - rechtspleging - termijn van vijftien dagen voor de partijen om te vragen om te worden gehoord - aanvangspunt - verzending van de beschikking waarbij de Kamervoorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of de door hem aangewezen rechter de partijen ervan in kennis stelt dat de kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen - art. 10, 11 Gw. - art. 39/73, § 2 Vw. - geen schending.
Art. 9ter Vw. - ongegrond - GwH 12 juli 2012, nr. 88/2012 - Wet Diverse Bepalingen 31 december 2012 - synthesememorie - gebrek aan samenvatting - gebrek aan belang - art. 39/81 Vw. - verwerping.
RECHTSPRAAKOVERZICHT (T.Vreemd. 2013/4).
ELDERS GEPUBLICEERD (T.Vreemd. 2013/4).
WETGEVING (T.Vreemd. 2013/4).
MEDEDELINGEN (T.Vreemd. 2013/4).
Editoriaal.
Valreepwet 2012 en wetten 8 mei 2013: kortere en kwalitatievere asielprocedure?
Attest van geen huwelijksbeletsel: van administratieve praktijk naar wettelijke verankering.
Meer verplichtingen en strengere sancties voor werkgevers illegaal verblijvende derdelanders.
Ruimer wettigheidstoezicht op vrijheidsberoving van vreemdelingen.
Art. 9bis Vw. - bijzondere omstandigheden - identiteitsdocument - ontvankelijkheid - moment van beslissing - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Soedan - tweede asielaanvraag - bijlage 13quater - medische stukken - bewijswaarde - PPTS - geen ernstige verklaringen mogelijk tijdens eerste aanvraag - art. 51/8, eerste lid Vw. - motiveringsplicht - vernietiging.
Asielzoeker - art. 6 EVRM - daadwerkelijk rechtsmiddel - RvV - volle rechtsmacht - reëel risico op ernstige schade - update verwerende partij ter terechtzitting - uitstel geweigerd door RvV - art. 47 Handvest grondrechten EU - recht op verdediging - recht op tegenspraak - cassatie.
Asielzoeker - art. 48/5, § 1, c) Vw. - art. 48/3 Vw. - art. 48/4 Vw. - toepassingsgebied - niet-overheidsactoren - vervolging - daadwerkelijke bescherming - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - verzoek tot horen - art. 39/73 Vw. - draagwijdte - geen nieuwe middelen of argumenten - motiveringsplicht - recht van verdediging - recht op daadwerkelijk rechtsmiddel - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Afghanistan - art. 48/5, § 3 Vw. - subsidiaire bescherming - weigering - binnenlands vestigingsalternatief - motiveringsplicht - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 3 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 8 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
Detentie - beroep - controle door onderzoeksgerechten - art. 7, derde lid Vw. - noodzakelijkheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 7, derde lid Vw. - art. 1, 11° Vw. - voorwaarden - wettigheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - termijn van 0 dagen - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 74/14, § 3, 3° Vw. - onwettig werk - openbare orde - openbare veiligheid - wettigheidscontrole - feitenappreciatie door KI in de plaats van DVZ - cassatie.
BGV - detentie - beroep - verlenging - art. 7 Vw. - art. 74 Vw. - wettigheid - negeren van vorige BGV - noodzakelijkheid - cassatieberoep verworpen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing - Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division) - uitlegging van artikel 30, tweede lid van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (Pb.L. 158, blz. 77) in het licht van artikel 346, eerste lid, sub a VWEU - recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming - besluit om een burger van een lidstaat van het grondgebied van een andere lidstaat uit te sluiten om redenen van openbare veiligheid - verplichting om de betrokken burger in kennis te stellen van de gronden van zijn uitsluiting
Huwelijksaangifte - weigering - art. 146bis BW - art. 167 BW - schijnhuwelijk - art. 46, eerste lid WIPR - openbare orde - artikel 12 EVRM - artikel 23 BUPO - gezinshereniging - F-kaart - gegrond.
Gezinshereniging - art. 12bis Vw. - beslissingstermijn - marginale toetsing - bijzondere omstandigheden - 'preventieve' beslissingen tot verlenging - cassatie.
Gezinshereniging - subsidiaire bescherming - Irak - art. 10bis Vw. - voldoende, stabiele, regelmatige inkomsten - weigering - art. 8 EVRM - belangenafweging - zo nauwkeurig mogelijk onderzoek - blijkt niet uit administratief dossier noch uit bestreden beslissing - vernietiging.
Gezinshereniging - visumaanvraag - art. 10 Vw. - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - inkomsten uit artikel 60-contract kunnen stabiel zijn - weigering - motiveringsplicht - vernietiging.
Gezinshereniging - intrekking - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 10 Vw. - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - geen voldoende bewijs van stabiele, regelmatige inkomsten - verwerping.
Gezinshereniging - art. 10, § 2, vijfde lid Vw. - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - vernietiging.
Gezinshereniging - weigering - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - RvV 4 december 2012, nr. 92.932 - vernietiging - uitvoerbare beslissing - e-mail van DVZ attaché - intentieverklaring - onontvankelijk.
Art. 9ter Vw. - weigering - onontvankelijk - medische filter - art. 3 EVRM - minimumnorm - ruimere bescherming door Belgische wet - cassatie.
Art. 9ter Vw. - ontvankelijkheid - medische filter - art. 9ter, § 3, 4° Vw. - negatief advies ambtenaar-geneesheer - gebonden bevoegdheid ambtenaar - geen appreciatiemarge - motivering verwijst enkel naar advies - cassatie.
Vernietigingsberoep - art. 2 wet van 12 september 2011 - art. 23 wet van 19 januari 2012 - NBMV - minderjarige uit de EER - uitsluiting - minderjarige die handelingen zou hebben gepleegd die de openbare rust, de openbare orde of de veiligheid van het land kunnen schaden - uitsluiting - identificatie - dienst voogdij - belang van het kind - niet-cumuleerbaarheid met een procedure tot bescherming, machtiging of toelating tot verblijf of tot vestiging - verhoor van de minderjarige - duurzame oplossing - beoordelingsbevoegdheid van de minister - fraude - sancties - rechtscolleges - bevoegdheid - geschil over een burgerlijk recht - rechten en vrijheden - art. 10, 11 Gw. - art. 22bis Gw. - art. 14 EVRM - art. 2 Kinderrechtenverdrag - rechten van het kind - wettigheidsbeginsel - verbod van discriminatie - recht om gehoord te worden - verwerping.
Rwanda - onwettig verblijf - art. 57, § 2 OCMW-wet - HIV - weigering - dringende medische hulp - terugkeer praktisch mogelijk - verzorging in herkomstland mogelijk - niet dringend - art. 3 EVRM - niet geschonden - ongegrond.
Rwanda - PTSS - medische onverwijderbaarheid - hoogdringendheid - voorlopige maatregel - art. 584 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Kosovo - art. 9ter Vw. - intrekking - gemiste oproep ambtenaar-geneesheer - hoogdringendheid - bevoegdheid - medische onverwijderbaarheid - gehandicapt kind - art. 9 Ger.W. - art. 584 Ger.W. - art. 57 OCMW-wet - art. 8 EVRM - medisch deskundigenonderzoek - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Palestina - Libanon - art. 584 Ger.W. - art. 9 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - onwettig verblijf - precaire financiële situatie - administratieve overmacht - terugkeer onmogelijk - maatschappelijke dienstverlening - gegrond.
Arbeidskaart - arbeidsvergunning - art. 4, §§ 1 en 2 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - art. 5 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - buitenlandse werknemer - toepassingsgebied - ruim - geen arbeidsovereenkomst noodzakelijk - onder gezag - arbeid leveren - cassatieberoep verworpen.
Art. 8, § 1 Wet Buitenlandse Werknemers - art. 23 Gw. - art. 191 Gw. - prejudiciële vraag.
Echtscheiding - echtscheidingsprocedure in België - Russisch echtscheidingsvonnis - art. 22 WIPR - art. 24 WIPR - uitgifte van de beslissing met apostille - geen betwisting over de rechten van verdediging - attest van de Russische ambassade waaruit definitief karakter blijkt - art. 25 WIPR - erkenning - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - internationale bevoegdheid - art. 3, 1, a, zesde streepje Brussel IIbis-verordening - interne bevoegdheid - art. 13 WIPR - toepasselijk recht - art. 55 WIPR - Turkse huwelijksakte met vermelding van ontbinding van het huwelijk - Turks echtscheidingsvonnis - art. 27 WIPR - art. 24 WIPR - Conventie van Wenen van 8 september 1976 betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand - erkenning Turks echtscheidingsvonnis - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende huwelijksakte - vonnis als vervangende huwelijksakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende geboorteakte kind - vonnis als vervangende geboorteakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Weigering - attest geen huwelijksbeletselen - schijnhuwelijk - ambassade - Tunesië - attest niet voorzien in Belgisch recht - controle op wettelijke voorwaarden - ambassade niet bevoegd - veroordeling tot intrekking weigeringsbeslissing.
Vlaamse Gemeenschap - volwassenenonderwijs - inschrijvingsvoorwaarden - vreemdelingen - wettig verblijf - recht op onderwijs - vrijheid van onderwijs - beperkingen - recht op toegang tot onderwijs - art. 2 Eerste Aanvullend Protocol EVRM - art. 2 ECOSOC-verdrag - art. 13 ECOSOC-verdrag - verwerping.
Staatloze - Tibet - China - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - erkenning staatloze.
Staatloze - Tibet - China - India - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - vrijwillige terugkeer - gedwongen terugkeer - onmogelijk - reisdocument - erkenning staatloze.
Prejudiciële vraag - Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - rechtspleging - termijn van vijftien dagen voor de partijen om te vragen om te worden gehoord - aanvangspunt - verzending van de beschikking waarbij de Kamervoorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of de door hem aangewezen rechter de partijen ervan in kennis stelt dat de kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen - art. 10, 11 Gw. - art. 39/73, § 2 Vw. - geen schending.
Art. 9ter Vw. - ongegrond - GwH 12 juli 2012, nr. 88/2012 - Wet Diverse Bepalingen 31 december 2012 - synthesememorie - gebrek aan samenvatting - gebrek aan belang - art. 39/81 Vw. - verwerping.
RECHTSPRAAKOVERZICHT (T.Vreemd. 2013/4).
ELDERS GEPUBLICEERD (T.Vreemd. 2013/4).
WETGEVING (T.Vreemd. 2013/4).
MEDEDELINGEN (T.Vreemd. 2013/4).
Année
2013
Volume
2013
Numéro
4
Page
352
Langue
Néerlandais
Juridiction
Gent, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 23/05/2013
Référence
“Huwelijksaangifte - weigering - art. 146bis BW - art. 167 BW - schijnhuwelijk - art. 46, eerste lid WIPR - openbare orde - artikel 12 EVRM - artikel 23 BUPO - gezinshereniging - F-kaart - gegrond.”, T.Vreemd. 2013, nr. 4, 352-353
Résumé
De geldigheid van het huwelijk wordt geregeld door de distributieve toepassing van het nationaal recht van elk der echtgenoten op het moment van de voltrekking van het huwelijk (art. 46, eerste lid WIPR).
De eerste appellante is Belgische en tweede appellant is Kosovaars.
Afgezien van een onderzoek naar de vereisten voor een geldige huwelijkssluiting naar Kosovaars recht geldt ter zake de internationale openbare orde-exceptie. De Belgische internationale openbare orde vereist dat beide partners de intentie hebben om door hun toestemming tot het huwelijk een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen. Wetsontduiking kan erin bestaan dat het huwelijk enkel wordt gesloten met het doel de wetten op het verblijf van vreemdelingen te omzeilen. In die zin wordt de beslissing tot weigering hierna uitsluitend naar Belgisch recht getoetst.
Artikel 167 BW geeft de geïntimeerde de bevoegdheid de voltrekking van het huwelijk te weigeren. Deze bepaling maakt geen schending uit van artikel 12 EVRM noch van artikel 23 BUPO. Deze artikelen verzetten zich niet tegen het optreden van de overheidsorganen tegen schijnhuwelijken.
Deze twee bepalingen beschermen enkel het geldig huwelijk. De weigeringsbeslissing van de geïntimeerde was derhalve noch onwettig noch onrechtmatig.
Artikel 146bis BW bepaalt dat er geen huwelijk is wanneer uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van de kandidaat-echtgenoten kennelijk niet is gericht op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwde.
Wanneer de ambtenaar beslist, bij toepassing van artikel 167, tiende lid BW, de voltrekking van het huwelijk te weigeren omdat het naar zijn oordeel om een schijnhuwelijk gaat en de huwelijkskandidaten die beslissing betwisten, ontstaat tussen de ambtenaar en de huwelijkskandidaten een geschil over het recht van de betrokkenen (de appellanten) om een huwelijk aan te gaan.
Het recht om een huwelijk aan te gaan is een fundamenteel recht gewaarborgd door artikel 12 EVRM en is erkend door artikel 143 BW. De voorwaarden en hoedanigheden om een huwelijk te mogen aangaan en de daarbij behorende formaliteiten betreffende de voltrekking van het huwelijk zijn nauwkeurig geregeld in artikel 144 et seq. BW.
Artikel 167, tiende lid BW verleent de ambtenaar van de burgerlijke stand geen discretionaire bevoegdheid m.b.t. de voorwaarden waaronder de voltrekking van het huwelijk kan worden geweigerd. Gelet op de aard van het recht om een huwelijk aan te gaan en op het gebonden karakter van de bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand is het toezicht door de rechter, die kennisneemt van het beroep bedoeld in artikel 167, laatste lid BW, niet beperkt tot een controle op de wettigheid van de weigeringsbeslissing van de ambtenaar, maar oefent de rechter zijn rechtsmacht over de beslissing volledig uit. Alles wat tot de beoordelingsbevoegdheid van de ambtenaar behoort, wordt onderworpen aan het toezicht van de rechter, mits het recht van verdediging geëerbiedigd wordt. De rechter moet bijgevolg uitspraak doen over het recht van de betrokkenen om een huwelijk aan te gaan en te laten voltrekken door de ambtenaar van de burgerlijke stand en dient daartoe, in voorkomend geval, te beoordelen aan de hand van alle hem voorgelegde feitelijke gegevens of het voorgenomen huwelijk geen schijnhuwelijk is.
Daarbij kan hij ook rekening houden met feitelijke gegevens die dateren van na de weigeringsbeslissing of die pas na die beslissing bekend werden. De vraag rijst of de appellanten al dan niet de wil hebben om een doelgebonden levensgemeenschap aan te gaan. Om tot een schijnhuwelijk te besluiten, dienen gewichtige en eenduidige elementen aanwezig te zijn die laten vermoeden dat de appellanten andere oogmerken hebben, of minstens een van hen, dan het vormen van een levensgemeenschap.
Abstractie makend van het antwoord op de vraag of er te dezen in redelijkheid al dan niet voldoende aanwijzingen waren ten tijde van de huwelijksaanvraag van de appellanten om te kunnen spreken van een voorgenomen schijnhuwelijk zoals bedoeld in artikel 146bis BW dient het hof toch vast te stellen dat de geïntimeerde de bewering van de appellanten niet betwist dat de tweede appellant sinds oktober 2012 in het bezit gekomen is van een definitieve machtiging om in het Rijk te verblijven, onverschillig of die machtiging al dan niet verstrekt geworden is op grond van artikel 40bis (oude of nieuwe versie) van de Vreemdelingenwet dan op grond van een andere wets- of reglementaire bepaling. Daarenboven wordt geen tegenindicatie geleverd die er op wijst dat de bewering van de appellanten dat zij reeds ruim twee jaar duurzaam samenleven niet met de werkelijkheid overeenstemt.
In de gegeven omstandigheden kan alleszins niet meer met voldoende zekerheid worden besloten dat het verkrijgen van een verblijfsrechtelijk voordeel de uitsluitende reden zou zijn of nog is voor het geplande huwelijk tussen de partijen. De eventuele opwerping dat een huwelijk desalniettemin aan de tweede appellant een grotere garantie zou geven om (langer) ongestoord in het Rijk te kunnen verblijven, doet - voor zover een dergelijke bewering de toetsing van de vigerende wettelijke en/of reglementaire bepalingen ter zake kan doorstaan - naar het oordeel van het hof daaraan zeker geen afbreuk.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!