- Full text
- Revue
- Numéro 4
- Article
- Kosovo - art. 9ter Vw. - intrekking - gemiste oproep ambtenaar-geneesheer - hoogdringendheid - bevoegdheid - medische onverwijderbaarheid - gehandicapt kind - art. 9 Ger.W. - art. 584 Ger.W. - art. 57 OCMW-wet - art. 8 EVRM - medisch deskundigenonderzoek - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Volume 2013 : 4
Editoriaal.
Valreepwet 2012 en wetten 8 mei 2013: kortere en kwalitatievere asielprocedure?
Attest van geen huwelijksbeletsel: van administratieve praktijk naar wettelijke verankering.
Meer verplichtingen en strengere sancties voor werkgevers illegaal verblijvende derdelanders.
Ruimer wettigheidstoezicht op vrijheidsberoving van vreemdelingen.
Art. 9bis Vw. - bijzondere omstandigheden - identiteitsdocument - ontvankelijkheid - moment van beslissing - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Soedan - tweede asielaanvraag - bijlage 13quater - medische stukken - bewijswaarde - PPTS - geen ernstige verklaringen mogelijk tijdens eerste aanvraag - art. 51/8, eerste lid Vw. - motiveringsplicht - vernietiging.
Asielzoeker - art. 6 EVRM - daadwerkelijk rechtsmiddel - RvV - volle rechtsmacht - reëel risico op ernstige schade - update verwerende partij ter terechtzitting - uitstel geweigerd door RvV - art. 47 Handvest grondrechten EU - recht op verdediging - recht op tegenspraak - cassatie.
Asielzoeker - art. 48/5, § 1, c) Vw. - art. 48/3 Vw. - art. 48/4 Vw. - toepassingsgebied - niet-overheidsactoren - vervolging - daadwerkelijke bescherming - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - verzoek tot horen - art. 39/73 Vw. - draagwijdte - geen nieuwe middelen of argumenten - motiveringsplicht - recht van verdediging - recht op daadwerkelijk rechtsmiddel - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Afghanistan - art. 48/5, § 3 Vw. - subsidiaire bescherming - weigering - binnenlands vestigingsalternatief - motiveringsplicht - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 3 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 8 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
Detentie - beroep - controle door onderzoeksgerechten - art. 7, derde lid Vw. - noodzakelijkheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 7, derde lid Vw. - art. 1, 11° Vw. - voorwaarden - wettigheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - termijn van 0 dagen - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 74/14, § 3, 3° Vw. - onwettig werk - openbare orde - openbare veiligheid - wettigheidscontrole - feitenappreciatie door KI in de plaats van DVZ - cassatie.
BGV - detentie - beroep - verlenging - art. 7 Vw. - art. 74 Vw. - wettigheid - negeren van vorige BGV - noodzakelijkheid - cassatieberoep verworpen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing - Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division) - uitlegging van artikel 30, tweede lid van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (Pb.L. 158, blz. 77) in het licht van artikel 346, eerste lid, sub a VWEU - recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming - besluit om een burger van een lidstaat van het grondgebied van een andere lidstaat uit te sluiten om redenen van openbare veiligheid - verplichting om de betrokken burger in kennis te stellen van de gronden van zijn uitsluiting
Huwelijksaangifte - weigering - art. 146bis BW - art. 167 BW - schijnhuwelijk - art. 46, eerste lid WIPR - openbare orde - artikel 12 EVRM - artikel 23 BUPO - gezinshereniging - F-kaart - gegrond.
Gezinshereniging - art. 12bis Vw. - beslissingstermijn - marginale toetsing - bijzondere omstandigheden - 'preventieve' beslissingen tot verlenging - cassatie.
Gezinshereniging - subsidiaire bescherming - Irak - art. 10bis Vw. - voldoende, stabiele, regelmatige inkomsten - weigering - art. 8 EVRM - belangenafweging - zo nauwkeurig mogelijk onderzoek - blijkt niet uit administratief dossier noch uit bestreden beslissing - vernietiging.
Gezinshereniging - visumaanvraag - art. 10 Vw. - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - inkomsten uit artikel 60-contract kunnen stabiel zijn - weigering - motiveringsplicht - vernietiging.
Gezinshereniging - intrekking - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 10 Vw. - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - geen voldoende bewijs van stabiele, regelmatige inkomsten - verwerping.
Gezinshereniging - art. 10, § 2, vijfde lid Vw. - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - vernietiging.
Gezinshereniging - weigering - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - RvV 4 december 2012, nr. 92.932 - vernietiging - uitvoerbare beslissing - e-mail van DVZ attaché - intentieverklaring - onontvankelijk.
Art. 9ter Vw. - weigering - onontvankelijk - medische filter - art. 3 EVRM - minimumnorm - ruimere bescherming door Belgische wet - cassatie.
Art. 9ter Vw. - ontvankelijkheid - medische filter - art. 9ter, § 3, 4° Vw. - negatief advies ambtenaar-geneesheer - gebonden bevoegdheid ambtenaar - geen appreciatiemarge - motivering verwijst enkel naar advies - cassatie.
Vernietigingsberoep - art. 2 wet van 12 september 2011 - art. 23 wet van 19 januari 2012 - NBMV - minderjarige uit de EER - uitsluiting - minderjarige die handelingen zou hebben gepleegd die de openbare rust, de openbare orde of de veiligheid van het land kunnen schaden - uitsluiting - identificatie - dienst voogdij - belang van het kind - niet-cumuleerbaarheid met een procedure tot bescherming, machtiging of toelating tot verblijf of tot vestiging - verhoor van de minderjarige - duurzame oplossing - beoordelingsbevoegdheid van de minister - fraude - sancties - rechtscolleges - bevoegdheid - geschil over een burgerlijk recht - rechten en vrijheden - art. 10, 11 Gw. - art. 22bis Gw. - art. 14 EVRM - art. 2 Kinderrechtenverdrag - rechten van het kind - wettigheidsbeginsel - verbod van discriminatie - recht om gehoord te worden - verwerping.
Rwanda - onwettig verblijf - art. 57, § 2 OCMW-wet - HIV - weigering - dringende medische hulp - terugkeer praktisch mogelijk - verzorging in herkomstland mogelijk - niet dringend - art. 3 EVRM - niet geschonden - ongegrond.
Rwanda - PTSS - medische onverwijderbaarheid - hoogdringendheid - voorlopige maatregel - art. 584 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Kosovo - art. 9ter Vw. - intrekking - gemiste oproep ambtenaar-geneesheer - hoogdringendheid - bevoegdheid - medische onverwijderbaarheid - gehandicapt kind - art. 9 Ger.W. - art. 584 Ger.W. - art. 57 OCMW-wet - art. 8 EVRM - medisch deskundigenonderzoek - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Palestina - Libanon - art. 584 Ger.W. - art. 9 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - onwettig verblijf - precaire financiële situatie - administratieve overmacht - terugkeer onmogelijk - maatschappelijke dienstverlening - gegrond.
Arbeidskaart - arbeidsvergunning - art. 4, §§ 1 en 2 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - art. 5 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - buitenlandse werknemer - toepassingsgebied - ruim - geen arbeidsovereenkomst noodzakelijk - onder gezag - arbeid leveren - cassatieberoep verworpen.
Art. 8, § 1 Wet Buitenlandse Werknemers - art. 23 Gw. - art. 191 Gw. - prejudiciële vraag.
Echtscheiding - echtscheidingsprocedure in België - Russisch echtscheidingsvonnis - art. 22 WIPR - art. 24 WIPR - uitgifte van de beslissing met apostille - geen betwisting over de rechten van verdediging - attest van de Russische ambassade waaruit definitief karakter blijkt - art. 25 WIPR - erkenning - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - internationale bevoegdheid - art. 3, 1, a, zesde streepje Brussel IIbis-verordening - interne bevoegdheid - art. 13 WIPR - toepasselijk recht - art. 55 WIPR - Turkse huwelijksakte met vermelding van ontbinding van het huwelijk - Turks echtscheidingsvonnis - art. 27 WIPR - art. 24 WIPR - Conventie van Wenen van 8 september 1976 betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand - erkenning Turks echtscheidingsvonnis - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende huwelijksakte - vonnis als vervangende huwelijksakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende geboorteakte kind - vonnis als vervangende geboorteakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Weigering - attest geen huwelijksbeletselen - schijnhuwelijk - ambassade - Tunesië - attest niet voorzien in Belgisch recht - controle op wettelijke voorwaarden - ambassade niet bevoegd - veroordeling tot intrekking weigeringsbeslissing.
Vlaamse Gemeenschap - volwassenenonderwijs - inschrijvingsvoorwaarden - vreemdelingen - wettig verblijf - recht op onderwijs - vrijheid van onderwijs - beperkingen - recht op toegang tot onderwijs - art. 2 Eerste Aanvullend Protocol EVRM - art. 2 ECOSOC-verdrag - art. 13 ECOSOC-verdrag - verwerping.
Staatloze - Tibet - China - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - erkenning staatloze.
Staatloze - Tibet - China - India - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - vrijwillige terugkeer - gedwongen terugkeer - onmogelijk - reisdocument - erkenning staatloze.
Prejudiciële vraag - Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - rechtspleging - termijn van vijftien dagen voor de partijen om te vragen om te worden gehoord - aanvangspunt - verzending van de beschikking waarbij de Kamervoorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of de door hem aangewezen rechter de partijen ervan in kennis stelt dat de kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen - art. 10, 11 Gw. - art. 39/73, § 2 Vw. - geen schending.
Art. 9ter Vw. - ongegrond - GwH 12 juli 2012, nr. 88/2012 - Wet Diverse Bepalingen 31 december 2012 - synthesememorie - gebrek aan samenvatting - gebrek aan belang - art. 39/81 Vw. - verwerping.
RECHTSPRAAKOVERZICHT (T.Vreemd. 2013/4).
ELDERS GEPUBLICEERD (T.Vreemd. 2013/4).
WETGEVING (T.Vreemd. 2013/4).
MEDEDELINGEN (T.Vreemd. 2013/4).
Editoriaal.
Valreepwet 2012 en wetten 8 mei 2013: kortere en kwalitatievere asielprocedure?
Attest van geen huwelijksbeletsel: van administratieve praktijk naar wettelijke verankering.
Meer verplichtingen en strengere sancties voor werkgevers illegaal verblijvende derdelanders.
Ruimer wettigheidstoezicht op vrijheidsberoving van vreemdelingen.
Art. 9bis Vw. - bijzondere omstandigheden - identiteitsdocument - ontvankelijkheid - moment van beslissing - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Soedan - tweede asielaanvraag - bijlage 13quater - medische stukken - bewijswaarde - PPTS - geen ernstige verklaringen mogelijk tijdens eerste aanvraag - art. 51/8, eerste lid Vw. - motiveringsplicht - vernietiging.
Asielzoeker - art. 6 EVRM - daadwerkelijk rechtsmiddel - RvV - volle rechtsmacht - reëel risico op ernstige schade - update verwerende partij ter terechtzitting - uitstel geweigerd door RvV - art. 47 Handvest grondrechten EU - recht op verdediging - recht op tegenspraak - cassatie.
Asielzoeker - art. 48/5, § 1, c) Vw. - art. 48/3 Vw. - art. 48/4 Vw. - toepassingsgebied - niet-overheidsactoren - vervolging - daadwerkelijke bescherming - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - verzoek tot horen - art. 39/73 Vw. - draagwijdte - geen nieuwe middelen of argumenten - motiveringsplicht - recht van verdediging - recht op daadwerkelijk rechtsmiddel - cassatieberoep verworpen.
Asielzoeker - Afghanistan - art. 48/5, § 3 Vw. - subsidiaire bescherming - weigering - binnenlands vestigingsalternatief - motiveringsplicht - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 3 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
BGV - detentie - art. 72, tweede lid Vw. - controle door onderzoeksgerechten - art. 8 EVRM - geen opportuniteitstoets - wettigheid - cassatie.
Detentie - beroep - controle door onderzoeksgerechten - art. 7, derde lid Vw. - noodzakelijkheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 7, derde lid Vw. - art. 1, 11° Vw. - voorwaarden - wettigheid - subsidiariteit - risico op onderduiken - cassatieberoep verworpen.
BGV - termijn van 0 dagen - detentie - beroep - vrijlating - controle door onderzoeksgerechten - art. 72 Vw. - art. 74/14, § 3, 3° Vw. - onwettig werk - openbare orde - openbare veiligheid - wettigheidscontrole - feitenappreciatie door KI in de plaats van DVZ - cassatie.
BGV - detentie - beroep - verlenging - art. 7 Vw. - art. 74 Vw. - wettigheid - negeren van vorige BGV - noodzakelijkheid - cassatieberoep verworpen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing - Court of Appeal (England and Wales) (Civil Division) - uitlegging van artikel 30, tweede lid van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (Pb.L. 158, blz. 77) in het licht van artikel 346, eerste lid, sub a VWEU - recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming - besluit om een burger van een lidstaat van het grondgebied van een andere lidstaat uit te sluiten om redenen van openbare veiligheid - verplichting om de betrokken burger in kennis te stellen van de gronden van zijn uitsluiting
Huwelijksaangifte - weigering - art. 146bis BW - art. 167 BW - schijnhuwelijk - art. 46, eerste lid WIPR - openbare orde - artikel 12 EVRM - artikel 23 BUPO - gezinshereniging - F-kaart - gegrond.
Gezinshereniging - art. 12bis Vw. - beslissingstermijn - marginale toetsing - bijzondere omstandigheden - 'preventieve' beslissingen tot verlenging - cassatie.
Gezinshereniging - subsidiaire bescherming - Irak - art. 10bis Vw. - voldoende, stabiele, regelmatige inkomsten - weigering - art. 8 EVRM - belangenafweging - zo nauwkeurig mogelijk onderzoek - blijkt niet uit administratief dossier noch uit bestreden beslissing - vernietiging.
Gezinshereniging - visumaanvraag - art. 10 Vw. - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - inkomsten uit artikel 60-contract kunnen stabiel zijn - weigering - motiveringsplicht - vernietiging.
Gezinshereniging - intrekking - voldoende, stabiele, toereikende bestaansmiddelen - art. 10 Vw. - art. 60 OCMW-wet - art. 60-contract is tijdelijk - geen voldoende bewijs van stabiele, regelmatige inkomsten - verwerping.
Gezinshereniging - art. 10, § 2, vijfde lid Vw. - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - vernietiging.
Gezinshereniging - weigering - subsidiaire bescherming - bestaansmiddelen - RvV 4 december 2012, nr. 92.932 - vernietiging - uitvoerbare beslissing - e-mail van DVZ attaché - intentieverklaring - onontvankelijk.
Art. 9ter Vw. - weigering - onontvankelijk - medische filter - art. 3 EVRM - minimumnorm - ruimere bescherming door Belgische wet - cassatie.
Art. 9ter Vw. - ontvankelijkheid - medische filter - art. 9ter, § 3, 4° Vw. - negatief advies ambtenaar-geneesheer - gebonden bevoegdheid ambtenaar - geen appreciatiemarge - motivering verwijst enkel naar advies - cassatie.
Vernietigingsberoep - art. 2 wet van 12 september 2011 - art. 23 wet van 19 januari 2012 - NBMV - minderjarige uit de EER - uitsluiting - minderjarige die handelingen zou hebben gepleegd die de openbare rust, de openbare orde of de veiligheid van het land kunnen schaden - uitsluiting - identificatie - dienst voogdij - belang van het kind - niet-cumuleerbaarheid met een procedure tot bescherming, machtiging of toelating tot verblijf of tot vestiging - verhoor van de minderjarige - duurzame oplossing - beoordelingsbevoegdheid van de minister - fraude - sancties - rechtscolleges - bevoegdheid - geschil over een burgerlijk recht - rechten en vrijheden - art. 10, 11 Gw. - art. 22bis Gw. - art. 14 EVRM - art. 2 Kinderrechtenverdrag - rechten van het kind - wettigheidsbeginsel - verbod van discriminatie - recht om gehoord te worden - verwerping.
Rwanda - onwettig verblijf - art. 57, § 2 OCMW-wet - HIV - weigering - dringende medische hulp - terugkeer praktisch mogelijk - verzorging in herkomstland mogelijk - niet dringend - art. 3 EVRM - niet geschonden - ongegrond.
Rwanda - PTSS - medische onverwijderbaarheid - hoogdringendheid - voorlopige maatregel - art. 584 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Kosovo - art. 9ter Vw. - intrekking - gemiste oproep ambtenaar-geneesheer - hoogdringendheid - bevoegdheid - medische onverwijderbaarheid - gehandicapt kind - art. 9 Ger.W. - art. 584 Ger.W. - art. 57 OCMW-wet - art. 8 EVRM - medisch deskundigenonderzoek - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.
Palestina - Libanon - art. 584 Ger.W. - art. 9 Ger.W. - art. 57, § 2 OCMW-wet - onwettig verblijf - precaire financiële situatie - administratieve overmacht - terugkeer onmogelijk - maatschappelijke dienstverlening - gegrond.
Arbeidskaart - arbeidsvergunning - art. 4, §§ 1 en 2 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - art. 5 Wet Tewerkstelling Buitenlandse Werknemers - buitenlandse werknemer - toepassingsgebied - ruim - geen arbeidsovereenkomst noodzakelijk - onder gezag - arbeid leveren - cassatieberoep verworpen.
Art. 8, § 1 Wet Buitenlandse Werknemers - art. 23 Gw. - art. 191 Gw. - prejudiciële vraag.
Echtscheiding - echtscheidingsprocedure in België - Russisch echtscheidingsvonnis - art. 22 WIPR - art. 24 WIPR - uitgifte van de beslissing met apostille - geen betwisting over de rechten van verdediging - attest van de Russische ambassade waaruit definitief karakter blijkt - art. 25 WIPR - erkenning - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - internationale bevoegdheid - art. 3, 1, a, zesde streepje Brussel IIbis-verordening - interne bevoegdheid - art. 13 WIPR - toepasselijk recht - art. 55 WIPR - Turkse huwelijksakte met vermelding van ontbinding van het huwelijk - Turks echtscheidingsvonnis - art. 27 WIPR - art. 24 WIPR - Conventie van Wenen van 8 september 1976 betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand - erkenning Turks echtscheidingsvonnis - vordering tot echtscheiding onontvankelijk.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende huwelijksakte - vonnis als vervangende huwelijksakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Echtscheiding - buitenlands huwelijk - ontbrekende geboorteakte kind - vonnis als vervangende geboorteakte - art. 46 BW - toepasselijk bewijsrecht - lex fori - art. 4, derde lid Wet Rijksregister - wettelijk vermoeden.
Weigering - attest geen huwelijksbeletselen - schijnhuwelijk - ambassade - Tunesië - attest niet voorzien in Belgisch recht - controle op wettelijke voorwaarden - ambassade niet bevoegd - veroordeling tot intrekking weigeringsbeslissing.
Vlaamse Gemeenschap - volwassenenonderwijs - inschrijvingsvoorwaarden - vreemdelingen - wettig verblijf - recht op onderwijs - vrijheid van onderwijs - beperkingen - recht op toegang tot onderwijs - art. 2 Eerste Aanvullend Protocol EVRM - art. 2 ECOSOC-verdrag - art. 13 ECOSOC-verdrag - verwerping.
Staatloze - Tibet - China - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - erkenning staatloze.
Staatloze - Tibet - China - India - Nepal - Staatlozenverdrag - bewijslast - geen enkele staat waarmee verzoeker band heeft beschouwt persoon als onderdaan - staat van geboorte - staat van nationaliteit van ouders - staat van verblijf - vrijwillige terugkeer - gedwongen terugkeer - onmogelijk - reisdocument - erkenning staatloze.
Prejudiciële vraag - Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - rechtspleging - termijn van vijftien dagen voor de partijen om te vragen om te worden gehoord - aanvangspunt - verzending van de beschikking waarbij de Kamervoorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of de door hem aangewezen rechter de partijen ervan in kennis stelt dat de kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen - art. 10, 11 Gw. - art. 39/73, § 2 Vw. - geen schending.
Art. 9ter Vw. - ongegrond - GwH 12 juli 2012, nr. 88/2012 - Wet Diverse Bepalingen 31 december 2012 - synthesememorie - gebrek aan samenvatting - gebrek aan belang - art. 39/81 Vw. - verwerping.
RECHTSPRAAKOVERZICHT (T.Vreemd. 2013/4).
ELDERS GEPUBLICEERD (T.Vreemd. 2013/4).
WETGEVING (T.Vreemd. 2013/4).
MEDEDELINGEN (T.Vreemd. 2013/4).
Année
2013
Volume
2013
Numéro
4
Page
366
Langue
Néerlandais
Juridiction
Brugge, Arbeidsrechtbank - Tribunal du Travail, 17/01/2013
Référence
“Kosovo - art. 9ter Vw. - intrekking - gemiste oproep ambtenaar-geneesheer - hoogdringendheid - bevoegdheid - medische onverwijderbaarheid - gehandicapt kind - art. 9 Ger.W. - art. 584 Ger.W. - art. 57 OCMW-wet - art. 8 EVRM - medisch deskundigenonderzoek - maatschappelijke dienstverlening - provisioneel tot aan uitspraak ten gronde - gegrond.”, T.Vreemd. 2013, nr. 4, 366-367
Résumé
Eisende partijen baseren hun vordering op de bepalingen van artikel 57 OCMW-wet; zulke betwisting behoort, krachtens artikel 580, 8° Ger.W., tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank. Derhalve is de voorzitter van de arbeidsrechtbank in kort geding bevoegd om in een dergelijk geschil bij voorraad uitspraak te doen indien hij het geval spoedeisend acht (artikel 584, tweede lid Ger.W.).
Luidens het hierboven aangehaalde artikel 9 Ger.W. volgt ook dat - naast de bevoegdheid sensu stricto - ook het spoedeisend karakter voor de kortgedingrechter een voorwaarde uitmaakt voor diens volstrekte bevoegdheid. Conform cassatierechtspraak moet de aanlegger aldus de urgentie inroepen in zijn akte van rechtsingang, dagvaarding of verzoekschrift, en dit op straffe van een ambtshalve ingeroepen onbevoegdheidsverklaring. Eisende partijen hebben zich in hun dagvaarding naar deze voorwaarden gedragen en hun eis als spoedeisend bestempeld. De bevoegdheid kan niet ernstig worden betwist.
Het is evenwel duidelijk dat de voorzitter in kort geding ook nog het bestaan van de ingeroepen hoogdringendheid moet erkennen. Het enkele formele inroepen van het spoedeisend karakter op zich is noodzakelijk, maar geenszins voldoende opdat de voorzitter uitspraak zou kunnen doen over de eis. Indien dit niet het geval lijkt, dient de eis ongegrond verklaard. Het begrip 'spoedeisend' is door de wet niet (nader) omschreven. De voorzitter moet bijgevolg appreciëren en beschikt over een ruime beoordelingsbevoegdheid op dat punt. Anders dan bij de beoordeling van de volstrekte bevoegdheid, moet het spoedeisend karakter beoordeeld worden op het tijdstip waarop erover uitspraak wordt gedaan. Het heeft immers geen zin meer een uitspraak te doen die niet langer gerechtvaardigd is door de toestand op dat ogenblik.
In casu is er ons inziens sprake van hoogdringendheid: er is nog geen datum bepaald voor de behandeling van de zaak ten gronde, terwijl eisers (een gezin met 4 kinderen!) zonder enige vorm van inkomen zijn. Sedert april 2012 hebben betrokkenen overleefd met hun spaargelden, die nu opgebruikt zijn. Zij zijn immers van de ene dag op de andere illegaal in het Rijk.
Vooreerst is er - wat de ernst van de handicap van Z betreft, en dus ook de gegrondheid van de eis feitelijk aangaat - ontegensprekelijk een schijn van recht in hoofde van verzoekers. Er werd in eerste instantie verhoogde kinderbijslag toegekend door de onafhankelijke geneesheer-inspecteur van de FOD Sociale Zekerheid. Dit verhoogde kindergeld werd aldus retroactief en zonder enige reserve voor een substantiële periode van meer dan 5 jaar toegekend na medisch onderzoek. Voormeld recht is er bovendien gekomen zonder enige betwisting bij de arbeidsrechtbank en geheel los van de huidige opgeworpen problematiek, wat in onze ogen het 'sérieux' van de aandoening alleen maar onderlijnt. Verzoekers bekwamen van 2008 tot eind 2011 wel degelijk een verblijfsvergunning, welke gesteund was op de zgn. medische regularisatie (of artikel 9ter Vw.), wat ook wijst in dezelfde richting.
En indien dan aan deze regularisatie van de ene dag op de andere abrupt een einde komt, heeft de motivering van deze stopzetting niets, maar dan ook niets te zien met de grond van de zaak of de ernst van de handicap...
Verzoekers formuleren alleszins voor ons geen claim die uit de lucht gegrepen is. Er zijn te veel feitelijke en juridische voorgaanden die in het voordeel van verzoekers spelen en hun argumentatie ondersteunen, zodat wij op het gevraagde (in het kader van dit kort geding) kunnen en moeten ingaan. Ook wij hebben bijzonder veel moeite met het gegeven dat uitsluitend "het in de wind slaan van een uitnodiging voor een medische controle" onmiddellijk en op onomkeerbare wijze de overlevingsrechten van 6 personen hypothekeert. De duidelijke wil om zich hieraan te onttrekken komt ons zeer onwaarschijnlijk voor; een redelijke verklaring dient veeleer in een of andere praktische oorzaak of omstandigheid gezocht... Aan een puur formele vereiste (die dan nog ten stelligste betwist wordt) werd niet voldaan om een bestaande rechtssituatie (die al een paar jaar bestaat en waarbij een groot gezin financieel betrokken is) te ondermijnen...
Er is alleszins een onverteerbare en onrechtvaardige onevenredigheid tussen 'de begane fout' (als er überhaupt één begaan is) en de hierdoor ontstane precaire toestand... Verzoekers houden immers staande de bewuste uitnodiging niet te hebben ontvangen, maar bieden zich wél aan bij de geneesheer-inspecteur van de FOD Sociale Zekerheid, op het werk, in het UZ Gent, in de school, bij het OCMW.
Als een kind onverwijderbaar is en op deze grond aanspraak maakt op maatschappelijke hulp, geldt zulks onverminderd ook voor de ouders (artikel 8 EVRM). Voor een ouder en zijn kind is het samenzijn een fundamenteel element van het gezinsleven, waarbij de tenlasteneming van het kind door de overheid geen einde maakt aan de natuurlijke familiale betrekkingen. Ofschoon artikel 8 EVRM, dat dezelfde draagwijdte heeft als artikel 22 van de Grondwet, in hoofdzaak ertoe strekt het individu te beschermen tegen willekeurige inmengingen van de overheid, legt die bepaling bovendien de staat positieve verplichtingen op die inherent zijn aan een daadwerkelijke eerbiediging van het gezinsleven: "Zo zal daar waar een familiale band bestaat, de Staat in beginsel zo dienen te handelen dat die band kan worden ontwikkeld en de geëigende maatregelen moeten nemen om de betrokken ouder en het kind te verenigen".
BESLUIT: De voorlopige toekenning van de gevorderde steun, equivalent leefloon, lijkt ons dan ook geheel rechtmatig nu de feitelijke indicaties zeer gunstig en geloofwaardig overkomen voor verzoekers.
Maar er is meer...
Ook wij hebben geen medisch diploma op zak en wensen bijkomend advies op dit punt teneinde de toestand in de toekomst definitief uit te klaren, wat in eenieders belang is. Want los van de feitelijke voorgeschiedenis van het dossier, moet de 'absolute onmogelijkheid' tot repatriëring op een realistische en redelijke wijze worden ingeschat.
De rechtspraak heeft daarover meerdere criteria ontwikkeld. De medische aandoening moet niet noodzakelijk levensbedreigend zijn, ze moet:
1° voldoende ernstig zijn opdat een terugkeer medisch af te raden zou zijn doordat ze, zonder behandeling, de dood tot gevolg heeft, de levensverwachting inkort, een ernstige handicap veroorzaakt en/of waarvan de behandeling veelvuldige zorgen en controles en/of zware therapie vereist;
2° de onmogelijkheid meebrengen om te reizen in omstandigheden die door de Belgische overheid kunnen verzekerd worden;
3° in het land waarnaar gerepatrieerd wordt een voorspelbare vergrote medische verslechtering meebrengen door het gebrek aan of de niet-beschikbaarheid of niettoegankelijkheid van de prioritaire zorgen of voorzieningen.
Om dergelijke medische onmogelijkheid in te roepen, moeten minstens twee van deze voorwaarden vervuld zijn. Niet onbelangrijk hierbij is ook de tekst van artikel 9ter Vreemdelingenwet, waarbij een reëel risico op een onmenselijke of vernederende behandeling moet worden vermeden bij gebrek aan een adequate behandeling in het land van herkomst. Mede met het oog op de behandeling van het dossier ten gronde, achten wij een medisch deskundigenonderzoek nu reeds aangewezen, gezien de diverse bijgebrachte en goed gestoffeerde medische attesten en de divergerende interpretatie hiervan door partijen. Proceseconomisch dienen wij hiermee meteen ook de zaak ten gronde, zonder zelf in een of andere richting al definitief te beslissen.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!