Hof Mensenrechten (2e afd.) nr. 20477/05, 27 november 2007 (Tillack / België)

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 164
Artikel
Hof Mensenrechten (2e afd.) nr. 20477/05, 27 november 2007 (Tillack / België)

Jaar 2008 Volume 2008 Nummer 164 Pagina 4 Taal Nederlands Rechtscollege Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 27/11/2007 Referentie “Hof Mensenrechten (2e afd.) nr. 20477/05, 27 november 2007 (Tillack / België)”, DJK 2008, nr. 164, 4-5 Samenvatting Samenvatting 1 Verzoeker, een journalist, houdt voor dat de huiszoekingen die werden verricht en de beslagen die werden gelegd in zijn woonplaats en op zijn kantoor ten gevolge van de publicatie van een artikel dat was gebaseerd op vertrouwelijke documenten van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (O.L.A.F.), zijn recht op vrije meningsuiting hebben geschonden. De pers speelt een belangrijke rol in een democratische samenleving hetgeen de bescherming van de journalistieke bronnen rechtvaardigt. De betwiste huiszoekingen werden voorzien door het Belgisch wetboek van strafvordering en hadden als wettig doel de verdediging van de openbare orde en het voorkomen van strafrechtelijke inbreuken, en zij beoogden ook de bekendmaking van vertrouwelijke informatie te vermijden en de reputatie van derden te beschermen. Over de vraag of een dergelijke inmenging 'noodzakelijk was in een democratische samenleving', moet worden opgemerkt dat het duidelijk was op het ogenblik dat de huiszoekingen plaatsvonden, dat zij als doel hadden de herkomst te onthullen van de informatie die door verzoeker werd weergegeven in zijn artikelen. Het recht van de journalisten om hun bronnen te verzwijgen kan niet worden beschouwd als een louter voorrecht dat hen kan worden toegekend of afgenomen in functie van de wettelijkheid of de onwettelijkheid van de bronnen, maar een werkelijk attribuut van het recht op informatie, dat moet worden behandeld met de grootste omzichtigheid. Dit geldt des te meer in huidig geval, waar verzoeker werd verdacht op grond van vage geruchten die niet werden gestaafd, wat vervolgens werd bevestigd door het feit dat hij niet in verdenking werd gesteld. Er moet eveneens rekening gehouden worden met de omvang van het beslag dat in huidig geval werd gelegd. De redenen die door de Belgische rechtbanken worden ingeroepen kunnen dus doorgaan als zijnde ‘relevant’, maar zij kunnen niet worden beschouwd als zijnde ‘voldoende’ om de gewraakte huiszoekingen te rechtvaardigen. Art. 10 EVRM werd dus geschonden.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren