- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 164
- Artikel
- Hof Mensenrechten (Grote Kamer) nr. 13229/03, 29 januari 2008 (Saadi / Verenigd Koninkrijk)
Volume 2008 : 164
Overgrootouders niet principieel contactgerechtigd
Jeugdrb. Gent (27e k.) 28 november 2007
Vastgoedmakelaar biedt koper geen dienst aan. Wet handelspraktijken niet van toepassing in verhouding tussen vastgoedmakelaar en koper
Antwerpen 1 oktober 2007
Cassatie verduidelijkt draagwijdte seksuele toestemming
Cass. (2e k.) AR P.07.0726.F, 17 oktober 2007 (W.J.-L., F. / L.V., P.J.)
Hof Mensenrechten (2e afd.) nr. 20477/05, 27 november 2007 (Tillack / België)
[Taaltip] Arrest (4)
Journalistieke bronbescherming krijgt flinke steun van Mensenrechtenhof
Hof Mensenrechten (3e afd.) nr. 64752/01, 22 november 2007 (Voskuil / Nederland)
Detentie van asielzoekers mag van Straatsburg
Buitengewoon onderwijs Tsjechië is raciale discriminatie
Hof Mensenrechten (Grote Kamer) nr. 57325/00, 13 november 2007 (D.H. e.a. / Tsjechië)
Hof Mensenrechten (Grote Kamer) nr. 13229/03, 29 januari 2008 (Saadi / Verenigd Koninkrijk)
Advocaten mogen raadsheer blijven
Hoed je voor prejudiciële vragen over hoofddeksels
Grondwettelijk Hof nr. 8/2008, 17 januari 2008 (prejudiciële vraag)
De toepassing van de sharia in België
Het strafrecht gekneveld door motieven. Over de proliferatie van de verzwarende omstandigheden
DHKP-C is geen terreurorganisatie
Antwerpen 7 februari 2008
Veroordeeld in het buitenland: de Belgische overbrengingswet
Overgrootouders niet principieel contactgerechtigd
Jeugdrb. Gent (27e k.) 28 november 2007
Vastgoedmakelaar biedt koper geen dienst aan. Wet handelspraktijken niet van toepassing in verhouding tussen vastgoedmakelaar en koper
Antwerpen 1 oktober 2007
Cassatie verduidelijkt draagwijdte seksuele toestemming
Cass. (2e k.) AR P.07.0726.F, 17 oktober 2007 (W.J.-L., F. / L.V., P.J.)
Hof Mensenrechten (2e afd.) nr. 20477/05, 27 november 2007 (Tillack / België)
[Taaltip] Arrest (4)
Journalistieke bronbescherming krijgt flinke steun van Mensenrechtenhof
Hof Mensenrechten (3e afd.) nr. 64752/01, 22 november 2007 (Voskuil / Nederland)
Detentie van asielzoekers mag van Straatsburg
Buitengewoon onderwijs Tsjechië is raciale discriminatie
Hof Mensenrechten (Grote Kamer) nr. 57325/00, 13 november 2007 (D.H. e.a. / Tsjechië)
Hof Mensenrechten (Grote Kamer) nr. 13229/03, 29 januari 2008 (Saadi / Verenigd Koninkrijk)
Advocaten mogen raadsheer blijven
Hoed je voor prejudiciële vragen over hoofddeksels
Grondwettelijk Hof nr. 8/2008, 17 januari 2008 (prejudiciële vraag)
De toepassing van de sharia in België
Het strafrecht gekneveld door motieven. Over de proliferatie van de verzwarende omstandigheden
DHKP-C is geen terreurorganisatie
Antwerpen 7 februari 2008
Veroordeeld in het buitenland: de Belgische overbrengingswet
Jaar
2008
Volume
2008
Nummer
164
Pagina
6
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 29/01/2008
Referentie
“Hof Mensenrechten (Grote Kamer) nr. 13229/03, 29 januari 2008 (Saadi / Verenigd Koninkrijk)”, DJK 2008, nr. 164, 6
Samenvatting
Samenvatting 1 Art. 5.1.f. EVRM laat staten toe om in het kader van de immigratiecontrole de vrijheid van vreemdelingen te beperken. Staten hebben de mogelijkheid om kandidaat-immigranten die – al dan niet aan de hand van een asielaanvraag – de toelating hebben gevraagd om toegang te verkrijgen tot een land, in detentie te plaatsen. Zolang een staat niet de ‘toelating’ heeft verleend voor de toegang tot zijn grondgebied, is deze ‘onregelmatig’ en de detentie van een individu dat toegang wenst te verkrijgen tot het land, maar dat hiervoor de toelating nodig heeft waarover het nog niet beschikt, kan – zonder dat de formule ontkracht wordt – beogen te ‘vermijden dat de betrokkene op onregelmatige wijze binnendringt’. De stelling dat, indien een asielzoeker zichzelf aanbiedt bij de immigratiediensten, dit betekent dat hij ‘op regelmatige wijze’ wil binnenkomen in het land, met dit gevolg dat de detentie niet kan worden gerechtvaardigd op grond van het eerste deel van art. 5.1.f EVRM, wordt verworpen. Voormelde passage kan niet worden gelezen als zou deze enkel de detentie toelaten van een persoon waarvan is bewezen dat hij zich tracht te onttrekken aan de toegangsbeperkingen. Dergelijke interpretatie strookt niet met conclusie nr. 44 van het Uitvoerend Comité van het Programma van het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, met voormelde Richtsnoeren van het Hoog Commissariaat en met andere teksten die allen de detentie van asielzoekers in bepaalde omstandigheden beogen, bijvoorbeeld bij de identiteitscontroles of wanneer men elementen moet bepalen waarop de asielaanvraag is gesteund. Samenvatting 2 De detentie van vreemdelingen in het kader van de immigratiecontrole moet worden verzoend met de algemene finaliteit van art. 5 EVRM, die erin bestaat het recht op vrijheid te beschermen en te verzekeren dat niemands vrijheid op arbitraire wijze wordt ontnomen. Om niet als arbitrair te worden beschouwd, moet de uitvoering van dergelijke detentiemaatregel te goeder trouw gebeuren. Zij moet ook in nauw verband staan met het doel dat erin bestaat te verhinderen dat een persoon het grondgebied op onregelmatige wijze betreedt. Bovendien moeten de plaats en de omstandigheden van de detentie aangepast zijn, want een dergelijke maatregel is niet van toepassing op daders van misdrijven, maar op buitenlanders die hun land vaak uit vrees voor hun leven ontvluchten. De duur van de detentie mag de redelijke termijn die noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken niet overschrijden. In casu hebben de nationale rechtbanken in drie opeenvolgende aanleggen geoordeeld dat de detentie van verzoeker gegrond was volgens het intern recht. Deze conclusie werd niet aangevochten door de betrokkene. Het stelsel van detentie dat in casu werd toegepast, strekte ertoe de snelle verwerking van zo’n 13 000 asielaanvragen toe te laten, op ongeveer 84 000 dossiers die destijds jaarlijks werden ingediend in het Verenigd Koninkrijk. Om deze doelstelling te bereiken moesten tot 150 gesprekken per dag worden voorzien, en zelfs de kleinste vertragingen dreigden het gehele programma te verstoren. Er werd besloten om de betrokkene in detentie te plaatsen omdat zijn dossier zich leende tot een versnelde procedure. Het betrokken centrum werd speciaal ontworpen voor de detentie van asielzoekers en bood verschillende diensten aan, zoals recreatieve activiteiten, eredienst, medische zorg en – belangrijk element – juridische raadpleging. Verzoeker werd gedurende zeven dagen in het centrum vastgehouden en werd vrijgelaten de dag na de verwerping van zijn asielaanvraag in eerste aanleg. Deze detentieperiode heeft de redelijke termijn niet overschreden die noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken. Samenvatting 3 De eerste maal dat eiser de werkelijke reden van zijn detentie werd medegedeeld, gebeurde door de tussenkomst van zijn vertegenwoordiger, terwijl hij zich reeds 76 uur in detentie bevond. Door aan te nemen dat een mondelinge mededeling aan een vertegenwoordiger voldoet aan de vereisten van art. 5.2 EVRM, is een termijn van 76 uur om de redenen van een detentie mede te delen onverenigbaar met de verplichting om deze ‘onverwijld’ te verstrekken. Art. 5.2 EVRM werd geschonden.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!