EHRM (4e afd.) nr. 11882/10, 4 februari 2014 (Pentikänen / Finland)

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 286
Artikel
EHRM (4e afd.) nr. 11882/10, 4 februari 2014 (Pentikänen / Finland)

Jaar 2014 Volume 2014 Nummer 286 Pagina 3 Taal Nederlands Rechtscollege Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 04/02/2014 Referentie “EHRM (4e afd.) nr. 11882/10, 4 februari 2014 (Pentikänen / Finland)”, DJK 2014, nr. 286, 3 Samenvatting Samenvatting 1 De verzoeker is van mening dat zijn aanhouding en zijn veroordeling zijn rechten die voortvloeien uit artikel 10 EVRM geschonden hebben omdat men hem zou hebben verhinderd zijn werk als journalist uit te voeren. Het Hof is van mening dat de aanhouding en de veroordeling van de verzoeker een inmenging in de uitoefening van zijn vrijheid van meningsuiting, zoals gewaarborgd door artikel 10 EVRM, vormden aangezien zij een gevolg waren van zijn gedrag als persfotograaf en -journalist. Deze inmenging was voorzien door het Finse recht en streefde wettige doelen na, meer bepaald de bescherming van de openbare veiligheid en de openbare orde. Om te weten of deze inmenging “in een democratische samenleving noodzakelijk was”, in de zin van artikel 10 EVRM, onderzoekt het Hof eerst of de verzoeker niet werd verhinderd om foto’s van de manifestatie te nemen. Zijn uitrusting werd niet in beslag genomen en hij kreeg de toelating om alle foto’s die hij genomen had te houden en ze zonder beperking te gebruiken. Bovendien oordeelden de Finse rechtbanken dat het bewezen was dat hij gewaarschuwd werd over de aanmaningen van de politie om de plaats te verlaten nadat de manifestatie gewelddadig was geworden maar dat hij, in plaats van naar een aparte, voor de pers voorbehouden beveiligde zone te gaan, besloten had om niet te gehoorzamen. Volgens verklaringen voor de Finse rechtbanken had hij trouwens op het ogenblik van zijn aanhouding de politie niet voldoende duidelijk gemaakt dat hij journalist was. Het Hof is van mening dat de verzoeker strikt genomen niet werd verhinderd om zijn vrijheid van meningsuiting uit te oefenen. Hij kreeg de keuze om de manifestatie te volgen vanuit de beveiligde zone voor de pers. Bovendien werd hij enkel aangehouden en veroordeeld omdat hij weigerde te gehoorzamen aan de politiebevelen en niet omwille van zijn activiteiten als journalist. Het Hof houdt ook rekening met het feit dat de 18 uur durende voorlopige hechtenis verklaard kon worden doordat de aanhouding laat in de nacht werd bevolen en het Finse recht nachtelijke ondervragingen verbiedt. Het lijdt geen enkele twijfel dat de manifestatie een wettig onderwerp van openbaar belang was dat media-aandacht rechtvaardigde. De Finse rechtbanken hebben echter de vrijheid van meningsuiting van de verzoeker afgewogen tegen de noodzaak om de menigte uiteen te drijven omdat de openbare orde bedreigd werd. Ten slotte werd de veroordeling, met toepassing van het Finse recht, niet in zijn strafregister ingeschreven omdat hem geen enkele straf werd opgelegd. Het Hof besluit daaruit dat de Finse rechtbanken een juist evenwicht tussen de concurrerende belangen tot stand brachten. Zij hebben dus terecht besloten dat de inmenging “in een democratische samenleving noodzakelijk was”. Art. 10 EVRM werd dus niet geschonden.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren