RvS (12e k.) nr. 225.859, 17 december 2013

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 287
Artikel
RvS (12e k.) nr. 225.859, 17 december 2013

Jaar 2014 Volume 2014 Nummer 287 Pagina 4 Taal Nederlands Rechtscollege Raad van State - Conseil d’Etat, 17/12/2013 Referentie “RvS (12e k.) nr. 225.859, 17 december 2013”, DJK 2014, nr. 287, 4-5 Samenvatting Samenvatting 1 Een volmacht tot ondertekening van een offerte mag niet post factum worden gegeven. Uit art. 81quater, par. 1 en 94, lid 1 KB 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, blijkt dat vereist is dat een gemachtigde bij de offerte de ‘akte’ voegt waaruit zijn bevoegdheid blijkt, dan wel dat verwezen wordt naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin zijn bevoegdheden zijn bekendgemaakt. Er werd bij de offerte van verzoekende partij geen dergelijke akte gevoegd. De verzoekende partij lijkt niet aan te tonen dat de artikelen 1984, 1985 en 1998 van het Burgerlijk Wetboek niet toelaten dat, wanneer in het kader van een overheidsopdracht door een inschrijver een volmacht wordt gebruikt, mag worden geëist dat die volmacht bij de offerte wordt gevoegd. Het bijvallen van het standpunt van de verzoekende partij zou er namelijk toe leiden dat de aanbestedende overheid geen enkele zekerheid heeft aangaande de verbintenissen van de inschrijver waarvan de lasthebber zonder of buiten de volmacht heeft opgetreden, omdat slechts bij bekrachtiging door de lastgever van de verbintenissen van de lasthebber die inschrijver zich zal hebben verbonden voor de opdracht. De aanbestedende overheid heeft het recht om een offerte als onregelmatig te weren wanneer deze niet de stukken of inlichtingen bevat die moeten toelaten vast te stellen dat de ondertekenaar van de offerte de bevoegdheid heeft om de rechtspersoon namens welke hij optreedt, te verbinden. Dat een bekrachtiging conform artikel 1998 van het Burgerlijk Wetboek terugwerkende kracht zou hebben op voorwaarde dat de door derden verkregen rechten niet worden aangetast, lijkt op het eerste gezicht geen afbreuk te doen aan de vaststelling dat de verzoekende partij niet heeft voldaan aan het vereiste dat een gemachtigde bij de offerte de “akte” voegt waaruit zijn bevoegdheid blijkt op het ogenblik van de indiening van de offerte.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren