- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- Antwerpen (Kamer B4M), 21 december 2020, 2017/AR/944
Volume 2021 : 1
La notion de « contrat de transport »
Hof van Justitie (Grote Kamer), 1 december 2020 en 2 februari 2021, C-815/18
Detacheringsrichtlijn geldt ook voor wegvervoer
Brussel, 25 februari 2020, 2015/AR/1062 en 2015/AR/1656
Handelsagentuur & Arbitrage na Unamar. A match made in Luxemburg (noot onder Brussel 25 februari 2020 (2015/AR/1062 en 2015/AR/1656)
Antwerpen, Kamer B4M, 16 november 2020, 2016/AR/866
Antwerpen (Kamer B4M), 21 december 2020, 2017/AR/944
Rb. Antwerpen, afd. Antwerpen (kamer AB8), 12 september 2018, 17/2883/A
Kiezen is (soms) verliezen: over de (on)bevoegdheid van de Ondernemingsrechtbank voor een vordering tegen een overheidsbedrijf
Hof van beroep Brussel (1ste burgerlijke kamer), 16 juni 2020, 2019/KR/28
La notion de « contrat de transport »
Hof van Justitie (Grote Kamer), 1 december 2020 en 2 februari 2021, C-815/18
Detacheringsrichtlijn geldt ook voor wegvervoer
Brussel, 25 februari 2020, 2015/AR/1062 en 2015/AR/1656
Handelsagentuur & Arbitrage na Unamar. A match made in Luxemburg (noot onder Brussel 25 februari 2020 (2015/AR/1062 en 2015/AR/1656)
Antwerpen, Kamer B4M, 16 november 2020, 2016/AR/866
Antwerpen (Kamer B4M), 21 december 2020, 2017/AR/944
Rb. Antwerpen, afd. Antwerpen (kamer AB8), 12 september 2018, 17/2883/A
Kiezen is (soms) verliezen: over de (on)bevoegdheid van de Ondernemingsrechtbank voor een vordering tegen een overheidsbedrijf
Hof van beroep Brussel (1ste burgerlijke kamer), 16 juni 2020, 2019/KR/28
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
1
Pagina
73
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Antwerpen, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 21/12/2020
Referentie
“Antwerpen (Kamer B4M), 21 december 2020, 2017/AR/944”, IHT 2021, nr. 1, 73-94
Samenvatting
De feitelijke bunkerleverancier, die voorhoudt over een rechtstreekse contractuele vordering lastens de scheepseigenaar of manager te beschikken, dient hiervan het bewijs te leveren (art. 1315 BW en art. 870 Ger.W.). In casu blijkt uit de stukken een reeks van opeenvolgende, afzonderlijke koopovereenkomsten. De partij die de bestelling heeft geplaatst bij de feitelijke bunkerleverancier heeft daarbij niet aangegeven te handelen in naam en voor rekening van de scheepseigenaar of manager. Ook werd enkel een orderbevestiging gestuurd aan de rechtstreekse medecontractant, maar niet aan de scheepseigenaar of manager. Bovendien is in een koopovereenkomst de prijs een essentieel bestanddeel van de overeenkomst, en in elk van de overeenkomsten was de te betalen prijs anders. Ook dit toont aan dat er geen koopovereenkomst bestond tussen de scheepseigenaar of manager en de feitelijke bunkerleverancier. Het feit dat de bunkerleverancier eenzijdig op zijn orderbevestiging en factuur een vermelding als “to master and/or Owners and/or Managing owners and/or Charterers and/or Operators” aanbrengt kan niet (post factum) een contractuele verhouding doen ontstaan die er voordien niet was. Bij levering van de bestelde bunkers wordt door de scheepsbemanning een ‘Bunker Delivery Note' afgetekend. Dit document is enkel een bevestiging van de goede ontvangst en conformiteit van de geleverde bunkers, en kan geen andere of bijkomende verbintenissen creëren. De kapitein kan o.g.v. art. 46 Zeewet weliswaar de scheepseigenaar verbinden, maar dit geeft de kapitein niet de bevoegdheid om een voorafbestaande overeenkomst te wijzigen of uit te breiden. De feitelijke bunkerleverancier kan zijn vordering evenmin baseren op een schijnmandaat. Er is in casu geen sprake van een schijnbare toestand die niet aan de werkelijkheid beantwoordt, en er is evenmin sprake van een toerekenbare gedraging in hoofde van de scheepseigenaar of manager waardoor een schijn gewekt zou zijn. Van verrijking zonder oorzaak is evenmin sprake, ook al heeft de scheepseigenaar of manager de prijs voor de bunkers nog niet betaald aan zijn rechtstreekse medecontractant. De koopovereenkomst (waaruit een betalingsverplichting voortvloeit, ook al is deze op heden nog niet voldaan) is de oorzaak voor de ‘verrijking'. Wanneer bunkers in Antwerpen geleverd worden, is de Belgische rechter internationaal bevoegd o.g.v. art. 7.1 van de Brussel I bis Verordening (plaats van uitvoering van de verbintenis). De internationale bevoegdheid inzake insolventie en gerelateerde procedures wordt bepaald door de specifieke Insolventieverordening (ten tijde van het arrest Verordening 1346/2000), niet door de algemene Brussel I bis Verordening. Om uit te maken of een vordering onder de ene dan wel de andere verordening valt dient gekeken te worden naar de rechtsgrondslag van de vordering, en met name naar de intensiteit van het verband tussen de vordering en de insolventieprocedure. Conform de ‘Betekeningsverordening' 1348/2000/EG dient een betekening in een andere lidstaat verricht te worden met inachtneming van de vormen die door de wetgeving van deze lidstaat voorgeschreven worden. Naar Nederlands recht geschiedt de betekening ten aanzien van een niet-ontbonden rechtspersoon aan het kantoor van deze rechtspersoon of aan de persoon of de woonplaats van één van haar bestuurders. Een vennootschap in faling wordt slechts ontbonden op het ogenblik dat het faillissement wordt afgesloten. Een betekening aan het vroegere kantoor van een gefailleerde vennootschap en aan de woonplaats van een van de voormalige bestuurders is derhalve rechtsgeldig, ook al werden de gerechtsbrieven gericht aan het kantoor van de gefailleerde vennootschap teruggestuurd naar de afzender.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!