- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 4
- Artikel
- Grondwettelijk Hof nr. 105/2017, 28 september 2017 (prejudiciële vraag)
Volume 2017 : 4
[Wetgeving Intellectuele Eigendom] Actualiteit
Product- en werkwijze-octrooien: gelijkenissen, verschillen en het Europlasma arrest van het Grondwettelijk Hof
Het Hof van Justitie over onderdelen, reparatieonderdelen en de toepassing van de reparatieclausule
Auteursrechtelijke grenzen aan de vrijheid van 'appropriation artists'
HvJ (2e k.) nr. C-397/16, C-435/16, 20 december 2017 (Acacia Srl / Pneusgarda Srl, Audi AG; Acacia Srl, Rolando D’Amato / Dr.Ing. h.c. F. Porsche AG)
CJUE (2e ch.) n° C-397/16, C-435/16, 20 décembre 2017 (Acacia Srl / Pneusgarda Srl, Audi AG; Acacia Srl, Rolando D’Amato / Dr.Ing. h.c. F. Porsche AG)
Grondwettelijk Hof nr. 105/2017, 28 september 2017 (prejudiciële vraag)
Antwerpen 25 september 2017
Cass. (1e k.) AR C.16.0083.N, 2 november 2017 (Impro Europe ebvba / Xerox Corporation, Xerox nv)
L’épuisement en matière de marques : la mise à la disposition sous réserve de propriété n’est pas une « mise dans le commerce »
Gent nr. 2014/AR/3222, 18 december 2017
[Wetgeving Intellectuele Eigendom] Actualiteit
Product- en werkwijze-octrooien: gelijkenissen, verschillen en het Europlasma arrest van het Grondwettelijk Hof
Het Hof van Justitie over onderdelen, reparatieonderdelen en de toepassing van de reparatieclausule
Auteursrechtelijke grenzen aan de vrijheid van 'appropriation artists'
HvJ (2e k.) nr. C-397/16, C-435/16, 20 december 2017 (Acacia Srl / Pneusgarda Srl, Audi AG; Acacia Srl, Rolando D’Amato / Dr.Ing. h.c. F. Porsche AG)
CJUE (2e ch.) n° C-397/16, C-435/16, 20 décembre 2017 (Acacia Srl / Pneusgarda Srl, Audi AG; Acacia Srl, Rolando D’Amato / Dr.Ing. h.c. F. Porsche AG)
Grondwettelijk Hof nr. 105/2017, 28 september 2017 (prejudiciële vraag)
Antwerpen 25 september 2017
Cass. (1e k.) AR C.16.0083.N, 2 november 2017 (Impro Europe ebvba / Xerox Corporation, Xerox nv)
L’épuisement en matière de marques : la mise à la disposition sous réserve de propriété n’est pas une « mise dans le commerce »
Gent nr. 2014/AR/3222, 18 december 2017
Jaar
2017
Volume
2017
Nummer
4
Pagina
272
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 28/09/2017
Referentie
P. CAPPUYNS, “Grondwettelijk Hof nr. 105/2017, 28 september 2017 (prejudiciële vraag)”, INTR 2017, nr. 4, 272-287
Samenvatting
Samenvatting 1 Artikel XI.29, § 1, b), WER schendt de artikelen 10 en 11 Gw niet in de interpretatie dat voor de toepassing ervan vereist is dat, naast het bestaan van een aanbod in België om de werkwijze toe te passen, dat aanbod zou worden gemaakt met het oog op een daaropvolgende toepassing van de werkwijze op Belgisch grondgebied. Krachtens artikel XI.29, § 1, a), WER kan de houder van een productoctrooi zich verzetten tegen een inbreuk zodra zijn voortbrengsel in België wordt aangeboden - en dus ongeacht waar de exploitatie van het voortbrengsel zou kunnen geschieden - terwijl de houder van een werkwijzeoctrooi krachtens artikel XI.29, § 1, b), WER enkel beschermd is tegen een inbreuk indien de werkwijze in België hetzij wordt toegepast, hetzij wordt aangeboden ‘voor toepassing op Belgisch grondgebied’. Met de instemming met het Verdrag van Luxemburg 15 december 1975 betreffende het octrooi voor de gemeenschappelijke markt bij de wet van 8 juli 1977 en met de overname naar analogie van de artikelen 29 en 30 Verdrag van Luxemburg in de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en vervolgens in het WER, heeft de wetgever, ter wille van de verhoopte uniforme bescherming van octrooien, aanvaard dat er een verschil bestaat tussen de productoctrooien en de werkwijzeoctrooien op het stuk van de geografische reikwijdte van het verbod op het aanbieden van de uitvinding. Het feit dat noch het Verdrag van Luxemburg van 15 december 1975, noch de herziene versie ervan bij het Akkoord van 15 december 1989 van Luxemburg betreffende Gemeenschapsoctrooien in werking zijn getreden omdat een aantal landen ze niet hebben geratificeerd, doet hieraan geen afbreuk. Het verschil in behandeling doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de houder van een werkwijzeoctrooi, die in ieder geval het toepassen van die werkwijze op het Belgisch grondgebied alsook het in België aanbieden van de werkwijze voor de toepassing ervan op het Belgisch grondgebied kan doen verbieden. De houder van een werkwijzeoctrooi kan overeenkomstig het recht van elk van de Staten waar hij de erkenning van zijn octrooi heeft gevraagd, de bescherming van zijn geoctrooieerde werkwijze tegen misbruiken vragen. Vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst van Brussel van 19 februari 2013 betreffende een eengemaakt octrooigerecht zal het voor de in die Overeenkomst bedoelde Europese werkwijzeoctrooien mogelijk zijn bescherming te verkrijgen ‘op het grondgebied van de overeenkomstsluitende lidstaten waar dat octrooi werking heeft’. Samenvatting 2 Artikel XI.29, § 1, b), WER schendt niet artikel 16 Gw, in samenhang gelezen met artikel 1 eerste aanvullend protocol EVRM, in de interpretatie dat voor de toepassing ervan vereist is dat, naast het bestaan van een aanbod in België om de werkwijze toe te passen, dat aanbod zou worden gemaakt met het oog op een daaropvolgende toepassing van de werkwijze op Belgisch grondgebied. De geografische beperking van het recht op bescherming van een werkwijzeoctrooi is ingegeven door de wil van de wetgever om bij te dragen tot een meer eenvormige internationaalrechtelijke bescherming van de octrooien. Die doelstelling van algemeen belang kan redelijkerwijze verantwoorden dat de wetgever de houder van een werkwijzeoctrooi het recht heeft gegeven om het aanbieden van de geoctrooieerde werkwijze voor toepassing ervan op het Belgisch grondgebied te doen verbieden, zonder dat hij zo ver is gegaan te bepalen dat de houder van dat werkwijzeoctrooi ook het aanbieden voor toepassing ervan buiten het Belgisch grondgebied kan doen verbieden. De houder van een werkwijzeoctrooi kan in ieder geval zijn uitvinding zelf exploiteren en het toepassen door derden zonder zijn toestemming van die werkwijze op het Belgisch grondgebied, alsook het in België aanbieden van de werkwijze voor toepassing ervan op het Belgisch grondgebied, doen verbieden. Voorts kan hij in elk van de Staten waar hij de erkenning van zijn octrooi heeft gevraagd, de bescherming van zijn geoctrooieerde werkwijze tegen misbruiken vragen overeenkomstig het recht van die Staten. De maatregel doet derhalve niet op onevenredige wijze afbreuk aan het eigendomsrecht.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!