- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 5
- Artikel
- Ontvankelijkheid strafvordering • Bewijs • Zwijgrecht • Recht om niet mee te werken aan eigen veroordeling • Bewijs ontleend aan gegevens verkregen onder dreiging van sanctie • Douane
Volume 16 : 5
Een nieuwe strafbaarstelling in het financieel strafrecht: het instellen van een bijzonder mechanisme
Finding nemo (tenetur)? Een stand van zaken en de toepassing in het douanerecht
Art. 314 Sw. • Verstoren vrijheid van opbod • Niet van toepassing op onderhandse overheidsopdracht • Geen discriminatie
Ontvankelijkheid strafvordering • Bewijs • Zwijgrecht • Recht om niet mee te werken aan eigen veroordeling • Bewijs ontleend aan gegevens verkregen onder dreiging van sanctie • Douane
Hoger beroep • Herstelvordering • Grieven m.b.t. de procedure en de schuld • Rechtspersoon • Opzettelijk handelen
Verhoor • Salduz-wetgeving • Douanestrafrecht • Art. 47bis Sv. • Begrip verhoor • Louter spontane verklaringen aan bevoegde ambtenaar • Administratieve controle
Onmiddellijk cassatieberoep • Europees onderzoeksbevel
Strafuitvoering • Directeur gevangenis • Horen van directeur gevangenis
Bendevorming • Vormen van deelneming • Constitutieve bestanddelen • Opsporingsonderzoek • Verhoor van personen • Zwijgrecht • Recht op een eerlijk proces
Hoger beroep • Verstekvonnis • Verzet ongedaan verklaard • Voorwerp hoger beroep
Onrechtmatig bewijs • Sanctie • Prejudiciële vraag • Oplichting • Listige kunstgreep
Voorrecht van rechtsmacht • Bevoegdheid Openbaar Ministerie • Inlichtingen inwinnen • Documenten opvragen • Smaad door bedreigingen • Bedreigingen • Vrijheid van meningsuiting • Beperking • Immuniteit voor woorden gesproken voor de rechtbank • Toepassingsgebied
Covid-19 • Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid • Wettigheid coronamaatregelen
Laster • Immuniteit tijdens pleidooi • Lasterlijke aangifte • Mededelingen aan de pers • Kwaadwillig opzet • Rechten van Verdediging
Een nieuwe strafbaarstelling in het financieel strafrecht: het instellen van een bijzonder mechanisme
Finding nemo (tenetur)? Een stand van zaken en de toepassing in het douanerecht
Art. 314 Sw. • Verstoren vrijheid van opbod • Niet van toepassing op onderhandse overheidsopdracht • Geen discriminatie
Ontvankelijkheid strafvordering • Bewijs • Zwijgrecht • Recht om niet mee te werken aan eigen veroordeling • Bewijs ontleend aan gegevens verkregen onder dreiging van sanctie • Douane
Hoger beroep • Herstelvordering • Grieven m.b.t. de procedure en de schuld • Rechtspersoon • Opzettelijk handelen
Verhoor • Salduz-wetgeving • Douanestrafrecht • Art. 47bis Sv. • Begrip verhoor • Louter spontane verklaringen aan bevoegde ambtenaar • Administratieve controle
Onmiddellijk cassatieberoep • Europees onderzoeksbevel
Strafuitvoering • Directeur gevangenis • Horen van directeur gevangenis
Bendevorming • Vormen van deelneming • Constitutieve bestanddelen • Opsporingsonderzoek • Verhoor van personen • Zwijgrecht • Recht op een eerlijk proces
Hoger beroep • Verstekvonnis • Verzet ongedaan verklaard • Voorwerp hoger beroep
Onrechtmatig bewijs • Sanctie • Prejudiciële vraag • Oplichting • Listige kunstgreep
Voorrecht van rechtsmacht • Bevoegdheid Openbaar Ministerie • Inlichtingen inwinnen • Documenten opvragen • Smaad door bedreigingen • Bedreigingen • Vrijheid van meningsuiting • Beperking • Immuniteit voor woorden gesproken voor de rechtbank • Toepassingsgebied
Covid-19 • Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid • Wettigheid coronamaatregelen
Laster • Immuniteit tijdens pleidooi • Lasterlijke aangifte • Mededelingen aan de pers • Kwaadwillig opzet • Rechten van Verdediging
Jaar
2021
Volume
16
Nummer
5
Pagina
410
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 20/11/2018
Referentie
“Ontvankelijkheid strafvordering • Bewijs • Zwijgrecht • Recht om niet mee te werken aan eigen veroordeling • Bewijs ontleend aan gegevens verkregen onder dreiging van sanctie • Douane”, NC 2021, nr. 5, 410-414
Samenvatting
De strafvordering en het recht om de strafvordering uit te oefenen ontstaan door het plegen van het als misdrijf omschreven feit, ongeacht de wijze waarop zij verder worden uitgeoefend en onafhankelijk van de wijze waarop de bewijsgaring verloopt, zodat bijgevolg de sanctie op de onregelmatigheid van bewijsmateriaal in de regel niet bestaat uit de niet-ontvankelijkheid van de strafvordering, maar uit de verplichting voor de rechter om dat onregelmatige bewijs te weren en vervolgens zijn oordeel enkel te steunen op eventueel aanwezig ander bewijsmateriaal, in zoverre dat regelmatig is verkregen en niet louter voortvloeit uit of onontwarbaar is vermengd met het onregelmatige bewijs. Daarentegen kan de rechter de niet-ontvankelijkheid van de strafvordering enkel uitspreken wanneer vaststaat dat het, niettegenstaande de wering van de onregelmatige bewijselementen, volstrekt onmogelijk is geworden om de strafvordering voort te zetten met eerbiediging van het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd door artikel 6 EVRM. Het zwijgrecht, zoals gewaarborgd door artikel 6.1 EVRM en artikelen 14.1 en 14.3.g BUPO-Verdrag, houdt niet alleen het recht in om niet tegen zichzelf te getuigen, maar ook het recht van iedere persoon die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, om niet mee te werken aan zijn eigen beschuldiging. Aangezien een vervolgde persoon niet kan worden gedwongen om mee te werken aan het bewijs van de gegrondheid van de beschuldiging die tegen hem zal worden ingebracht, kan hij niet gestraft worden voor het niet meedelen van gegevens die hem zullen ontmaskeren, waaruit volgt dat de rechter die uitspraak moet doen over een strafvervolging, het bewijs moet weren dat ontleend is aan gegevens die van de vervolgde persoon zijn verkregen onder dreiging van een sanctie, tenzij vaststaat dat daardoor het eerlijk karakter van het proces in zijn geheel niet is aangetast. Opdat de rechter ertoe zou zijn gehouden bewijs te weren wegens miskenning van het zwijgrecht van een beklaagde omdat dit bewijs werd verzameld ter gelegenheid van een administratief onderzoek waaraan deze laatste zijn medewerking moest verlenen onder dreiging van een strafsanctie, is vereist dat de beklaagde ten tijde van dat onderzoek te beschouwen was als een persoon die wordt vervolgd in de zin van de artikelen 6.1 en 6.3 EVRM en de artikelen 14.1 en 14.3.g BUPO-Verdrag, wat veronderstelt dat tegen hem een strafonderzoek werd ingesteld of minstens het instellen van een strafonderzoek werd beoogd. Daarentegen is het zwijgrecht niet van toepassing op louter administratieve onderzoeken die er enkel toe strekken materiële vaststellingen te doen met het oog op het naleven van de toepasselijke reglementering, zonder dat de persoon die er het voorwerp van uitmaakt, beticht wordt van een inbreuk of zich bevindt onder dreiging van strafvervolging.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!