Antwerpen (7e k.) nr. 2016/AR/456, 12 juni 2017

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 393
Artikel
Antwerpen (7e k.) nr. 2016/AR/456, 12 juni 2017

Jaar 2018 Volume 2018 Nummer 393 Pagina 934 Taal Nederlands Rechtscollege Hof van Beroep - Cour d'Appel, 12/06/2017 Referentie W. VANDENBUSSCHE, “Antwerpen (7e k.) nr. 2016/AR/456, 12 juni 2017”, NJW 2018, nr. 393, 934-937 Samenvatting Samenvatting 1 Er kan enkel cassatieberoep worden ingesteld tegen eindbeslissingen die in laatste aanleg worden gewezen. Partijen hebben zelf gevraagd om de hogere beroepen samen te voegen. De beslissing tot samenvoeging was dan ook geen eindbeslissing en kan niet het voorwerp van het cassatieberoep hebben uitgemaakt. Als maatregel van inwendige orde was de samenvoeging van de hogere beroepen niet vatbaar voor enig rechtsmiddel. Samenvatting 2 Overeenkomstig artikel 813, eerste lid Ger.W. geschiedt de vrijwillige tussenkomst bij verzoekschrift dat op straffe van nietigheid de middelen en conclusie van de tussenkomende partij bevat. Hoewel de conclusie neergelegd in deze zaak niet uitdrukkelijk de vorm van een verzoekschrift tot tussenkomst aanneemt, maakt zij onmiskenbaar duidelijk dat men wenst tussen te komen in de procedure en welke de middelen en conclusies zijn. Bijgevolg is de vrijwillige tussenkomst in de procedure regelmatig. Samenvatting 3 Het hoger beroep dat gericht is tegen een persoon die niet de vereiste hoedanigheid heeft om in hoger beroep gedaagd te worden, is onontvankelijk. In principe heeft enkel de houder van het betwiste subjectieve recht de vereiste hoedanigheid om de rechtsvorderingen met betrekking tot dat subjectieve recht uit te oefenen of om zich dienaangaande te verweren. Het is niet uitgesloten dat de overdrager van de schuldvordering zich niettemin de vorderingsrechten verbonden aan deze schuldvordering, voorbehoudt. In de hypothese dat de gecedeerde schuldenaar niet weet of niet kan weten dat de overdrager zich de vorderingsrechten heeft voorbehouden, kan de gecedeerde schuldenaar een ontvankelijk hoger beroep instellen, hetzij tegen de overdrager, hetzij tegen de overnemer van de betwiste schuldvordering. Samenvatting 4 Geen enkele wetsbepaling schrijft voor dat de betekening enkel regelmatig kan gebeuren op last van een procespartij. Het feit dat een overdrager sinds de overdracht van schuldvordering en de daaraan verbonden vorderingsrechten geen procespartij meer is, betekent niet dat hij het bestreden vonnis niet meer rechtsgeldig en regelmatig kan laten betekenen.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren