- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 435
- Artikel
- Antwerpen 14 oktober 2019
Volume 2021 : 435
Europese Richtlijn ter bescherming van klokkenluiders. Analyse van een (r)evolutie
Grondwettelijk Hof nr. 158/2019, 24 oktober 2019 (Dominiek Vandenbulcke e.a.)
Verboden toegang voor onbevoegden: verplichte bijstand cassatieadvocaten in tuchtstelsel accountants en belastingadviseurs
Grondwettelijk Hof nr. 41/2020, 12 maart 2020 (vzw Ligue des Droits de l’Homme e.a.)
Toekenningsvoorwaarde inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap
Cass. (vac.) RG P.20.0840.F, 19 août 2020 (B. E.)
Onderbreking strafuitvoering in Corona-KB schendt gelijkheidsbeginsel
Antwerpen 14 oktober 2019
Onteigeningsvergoeding
Antwerpen (B4M k.) nr. 2019/AR/24, 3 februari 2020
De nauwkeurigheid van de verklaring van derde-beslagene
Europese Richtlijn ter bescherming van klokkenluiders. Analyse van een (r)evolutie
Grondwettelijk Hof nr. 158/2019, 24 oktober 2019 (Dominiek Vandenbulcke e.a.)
Verboden toegang voor onbevoegden: verplichte bijstand cassatieadvocaten in tuchtstelsel accountants en belastingadviseurs
Grondwettelijk Hof nr. 41/2020, 12 maart 2020 (vzw Ligue des Droits de l’Homme e.a.)
Toekenningsvoorwaarde inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap
Cass. (vac.) RG P.20.0840.F, 19 août 2020 (B. E.)
Onderbreking strafuitvoering in Corona-KB schendt gelijkheidsbeginsel
Antwerpen 14 oktober 2019
Onteigeningsvergoeding
Antwerpen (B4M k.) nr. 2019/AR/24, 3 februari 2020
De nauwkeurigheid van de verklaring van derde-beslagene
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
435
Pagina
74
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Beroep - Cour d'Appel, 14/10/2019
Referentie
W. RASSCHAERT en L. DEDRIE, “Antwerpen 14 oktober 2019”, NJW 2021, nr. 435, 74-76
Samenvatting
Samenvatting 1 In eerste aanleg en in herziening meenden zowel de vrederechter als de rechtbank van eerste aanleg dat de Vlaamse Waterweg NV als onteigenende instantie een onteigeningsvergoeding van minstens 10.000,- euro verschuldigd was omdat dit haar laatste aanbod was, gedaan in de dagvaarding. De Vlaamse Waterweg NV was bijgevolg door dit aanbod gebonden. Het hof van beroep volgt deze zienswijze echter niet en meent dat door de afwijzing van het aanbod, de aanbieder niet meer gehouden was tot het minnelijk aanbod en dat bovendien het minnelijk aanbod niet de minimumwaarde was van het onteigende goed. Het hof volgt de beoordelingen van in eerste aanleg en in herziening wel voor wat betreft de BVBA, waarvan de onteigende zaakvoerder is, die als derde-eigenaar van een aanpalend niet-onteigend perceel geen rechten kan laten gelden op het onteigende perceel. Bijgevolg heeft hij geen recht op tussenkomst, onteigeningsvergoeding of vergoeding wegens waardevermindering ingevolge onteigening. Enkel de eigenaar of de derde die bij onteigening belang heeft, heeft hier recht op. Daarnaast stelt het hof bij de beoordeling van de onteigeningsmachtiging nog vast dat er geen inbreuk werd gepleegd op de bevoegdheidsverdelende regels doordat de minister van Mobiliteit en Openbare Werken gehandeld heeft zonder instemming van de minister bevoegd voor waterbeheer en ruimtelijke ordening. De onteigeningsmachtiging werd afdoende gemotiveerd aangezien uit het geheel van het project de vereiste onmiddellijke inbezitname en de noodzaak blijkt.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!