- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 435
- Artikel
- Grondwettelijk Hof nr. 41/2020, 12 maart 2020 (vzw Ligue des Droits de l’Homme e.a.)
Volume 2021 : 435
Europese Richtlijn ter bescherming van klokkenluiders. Analyse van een (r)evolutie
Grondwettelijk Hof nr. 158/2019, 24 oktober 2019 (Dominiek Vandenbulcke e.a.)
Verboden toegang voor onbevoegden: verplichte bijstand cassatieadvocaten in tuchtstelsel accountants en belastingadviseurs
Grondwettelijk Hof nr. 41/2020, 12 maart 2020 (vzw Ligue des Droits de l’Homme e.a.)
Toekenningsvoorwaarde inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap
Cass. (vac.) RG P.20.0840.F, 19 août 2020 (B. E.)
Onderbreking strafuitvoering in Corona-KB schendt gelijkheidsbeginsel
Antwerpen 14 oktober 2019
Onteigeningsvergoeding
Antwerpen (B4M k.) nr. 2019/AR/24, 3 februari 2020
De nauwkeurigheid van de verklaring van derde-beslagene
Europese Richtlijn ter bescherming van klokkenluiders. Analyse van een (r)evolutie
Grondwettelijk Hof nr. 158/2019, 24 oktober 2019 (Dominiek Vandenbulcke e.a.)
Verboden toegang voor onbevoegden: verplichte bijstand cassatieadvocaten in tuchtstelsel accountants en belastingadviseurs
Grondwettelijk Hof nr. 41/2020, 12 maart 2020 (vzw Ligue des Droits de l’Homme e.a.)
Toekenningsvoorwaarde inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap
Cass. (vac.) RG P.20.0840.F, 19 août 2020 (B. E.)
Onderbreking strafuitvoering in Corona-KB schendt gelijkheidsbeginsel
Antwerpen 14 oktober 2019
Onteigeningsvergoeding
Antwerpen (B4M k.) nr. 2019/AR/24, 3 februari 2020
De nauwkeurigheid van de verklaring van derde-beslagene
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
435
Pagina
67
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 12/03/2020
Referentie
E. TIMBERMONT, “Grondwettelijk Hof nr. 41/2020, 12 maart 2020 (vzw Ligue des Droits de l’Homme e.a.)”, NJW 2021, nr. 435, 67-70
Samenvatting
Samenvatting 1 Het Hof vernietigt artikel 4 , § 1, tweede en derde lid, van de wet van 27 februari 1987 « betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap », zoals ingevoegd bij artikel 23 van de wet van 26 maart 2018 « betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie ». Artikel 23 van de Grondwet bevat inzake het recht op sociale bijstand een standstill-verplichting die eraan in de weg staat dat de bevoegde wetgever het beschermingsniveau dat geboden wordt door de van toepassing zijnde wetgeving, in aanzienlijke mate vermindert zonder dat daarvoor redenen zijn die verband houden met het algemeen belang. Gelet op het niet-contributieve karakter van het stelsel van de inkomensvervangende tegemoetkoming, dat uitsluitend met belastinggeld wordt gefinancierd, mag de wetgever het voordeel ervan afhankelijk stellen van het bestaan van een voldoende sterke band met België. Het streven naar het beheersen van de budgettaire kosten van de inkomensvervangende tegemoetkoming vormt bovendien een legitieme doelstelling. Bij de beoordeling van de bestreden bepaling dient echter ook ermee rekening te worden gehouden dat de inkomensvervangende tegemoetkoming een minimumvoorziening is, die slechts aan de mindergegoeden kan worden toegekend. Er valt niet in te zien in welk opzicht de voorwaarde van een werkelijk verblijf van ten minste tien jaar in België, waarvan ten minste vijf jaar ononderbroken, in om het even welke fase van het leven van de gerechtigde op de inkomensvervangende tegemoetkoming, een voldoende band met België en zijn sociale stelsel aantoont, toelaat « sociale shopping » tegen te gaan of aantoont dat de gerechtigde met zijn activiteit heeft bijgedragen aan de financiering van de sociale zekerheid, zoals de wetgever het wenste. Het blijkt evenmin in welk opzicht de ontstentenis van de bestreden verblijfsvoorwaarde de verklaring zou vormen voor de verhoging van de budgettaire kosten van de inkomensvervangende tegemoetkoming, aangezien ook kan worden verwezen naar andere factoren zoals de opeenvolgende wettelijke uitbreidingen van het personeel toepassingsgebied. Bijgevolg wordt de door de bestreden bepaling veroorzaakte aanzienlijke vermindering van het geboden beschermingsniveau niet verantwoord door redenen die verband houden met het algemeen belang. Krachtens artikel 70, lid 3, van de verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 « betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels » zijn artikel 7 en de andere hoofdstukken van titel III niet van toepassing op de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties. Daaruit blijkt dat de andere bepalingen van de verordening (EG) nr. 883/2004 dan die welke uitdrukkelijk worden vermeld in artikel 70, lid 3, van toepassing zijn op de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties, waartoe de inkomensvervangende tegemoetkoming, krachtens bijlage X bij de verordening, behoort. Het artikel 6 van de verordening (EG) nr. 883/2004 betreft het beginsel van de « samentelling van de tijdvakken », wat met name inhoudt dat wanneer de toekenning van een recht op een prestatie afhankelijk wordt gemaakt van het vervullen van bepaalde tijdvakken van wonen, de tijdvakken van wonen vervuld in een andere lidstaat van de Europese Unie in aanmerking moeten worden genomen. De bestreden bepaling wijzigt artikel 4, § 1, van de wet van 27 februari 1987 in die zin dat de voormelde verblijfsvoorwaarde, opgenomen in het tweede en het derde lid van dat artikel, geldt voor alle in het eerste lid van paragraaf 1 van dat artikel vermelde categorieën van gerechtigden, waartoe de personen behoren die onder het toepassingsgebied van de verordening (EG) nr. 883/2004 vallen. Doordat de bestreden bepaling, zonder onderscheid naar gelang van de gerechtigden, de in een andere lidstaat van de Europese Unie vervulde tijdvakken van wonen niet in aanmerking neemt, is zij evenmin bestaanbaar met artikel 6 van de verordening (EG) nr. 883/2004 en kan zij in dat opzicht evenmin de aanzienlijke vermindering van het beschermingsniveau verantwoorden.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!