- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 7-8
- Artikel
- BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – interdiction de mise en location – caducité du bail (art. 219, § 4 du Code bruxellois) – demande d’expulsion – appréciation. / WONINGHUUR – verbod om te verhuren – nietigheid van rechtswege (art. 219, § 4 Brusselse Huisvestingscode) – vordering tot uithuiszetting – beoordeling.
Volume 2020 : 7
[note sous Cour constitutionnelle, 13 février 2020 (n° 23/2020)] La Cour constitutionnelle valide le décret wallon du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation
BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – interdiction de mise en location – caducité du bail (art. 219, § 4 du Code bruxellois) – demande d’expulsion – appréciation. / WONINGHUUR – verbod om te verhuren – nietigheid van rechtswege (art. 219, § 4 Brusselse Huisvestingscode) – vordering tot uithuiszetting – beoordeling.
BAIL D’HABITATION – décès – requête en libération de la garantie locative fondée sur le décret du 15 mars 2018 – application de la loi dans le temps. / WONINGHUUR – overlijden – verzoek tot vrijgave van de huurwaarborg op basis van het decreet van 15 maart 2018 – toepassing van de wet in de tijd.
BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – congé – acte unilatéral réceptice – date de dépôt du recommandé au domicile du preneur – prorogation pour circonstances exceptionnelles – doivent tenir à la résidence du preneur et non à l’activité professionnelle éventuellement exercée dans les lieux. / HUUR VAN HOOFDVERBLIJFPLAATS – opzegging – eenzijdige “receptieve” akte – datum van aanbieding op de woonplaats van de huurder – verlenging wegens buitengewone omstandigheden – moeten betrekking hebben op de verblijfplaats van de huurder en niet op de eventuele professionele activiteit die in het gehuurde goed uitgeoefend wordt.
BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – demande de nullité du contrat de bail pour violation de l’ordre public – notion de l’ordre public – non-respect du Code bruxellois du logement – appréciation. / WONINGHUUR – nietigheid huurcontract wegens strijdigheid met openbare orde – begrip openbare orde – schending Brusselse Huisvestingscode – beoordeling.
ALGEMEEN HUURRECHT – art. 1715 BW – bewijs – bekentenis verhuurder – begin van uitvoering. WONINGHUUR – mondelinge huur – opzegging zonder motief – vorm – opzeggingsvergoeding 9 maanden huur (art. 3, § 4 Woninghuurwet) – uitzetting door vervangen slot – aanvullende schadevergoeding. / BAIL DE DROIT COMMUN – art. 1715 C. civ. – preuve – aveu du bailleur – commencement d’exécution. BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – bail verbal – résiliation sans motif – forme – indemnité de résiliation de neuf mois de loyer (art. 3, § 4 de la loi sur le bail de résidence principale) – expulsion par changement de serrure – indemnité supplémentaire.
WONINGHUUR: 1. Opzegging door beide huurders – aangetekende brief aan verkeerd adres – gedingbeslissende eed (art. 1359 BW) 2. Schadebeperkingsplicht verhuurder – huurachterstal – inertie schuldeiser – sanctie – datum ingaan ontbinding 3. Consumentenrecht – professionele verhuurder – huurder consument – art. VI.83, 17° WER – onrechtmatig beding m.b.t. nalatigheidsintrest – ambtshalve nietigheid – wettelijke intrestvoet. / BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE: 1. Résiliation par les deux locataires – lettre recommandée à une adresse erronée – serment décisoire (art. 1359 C. civ.) 2. Obligation du bailleur de limiter son dommage – arriérés de loyer – inertie du créancier – sanction – date du point de départ de la résolution 3. Droit de la consommation – bailleur professionnel – locataire consommateur – art. VI.83, 17° C.D.E. – illégalité de la clause relative aux intérêts moratoires – nullité d’o
BAIL COMMERCIAL – renouvellement – congé pour terme initial – rupture anticipée – force majeure – abus de droit – balance des intérêts – facteurs humains, environnementaux, économiques et sociaux – réduction. / HANDELSHUUR – hernieuwing – opzegging tegen de oorspronkelijke einddatum – vervroegde verbreking – overmacht – rechtsmisbruik – belangenafweging – factoren van menselijke, ecologische, economische en sociale aard – herleiding.
HANDELSHUUR – huurhernieuwing – bepaalde of bepaalbare huurprijs – omzethuur – verstoring contractueel evenwicht – aanstelling deskundige – normale huurwaarde. / BAIL COMMERCIAL – renouvellement – loyer déterminé ou déterminable – loyer variable dépendant du chiffre d’affaires – perturbation de l’équilibre contractuel – désignation d’expert – valeur locative normale.
HANDELSHUUR – geschiktheid van het gehuurde goed voor de overeengekomen bestemming – tewerkstelling personeel – schending veiligheidsvoorschriften Codex over het welzijn op het werk – openbare orde – nietigheid huurovereenkomst. / BAIL COMMERCIAL – adéquation du bien loué en fonction de la destination prévue par le contrat – embauchage de personnel – violation des prescriptions de sécurité du Code sur le bien-être au travail – ordre public – nullité du contrat de bail.
SOCIALE HUUR – verbod op onroerend bezit – onderzoek buitenlandse vermogens – rechtmatigheid bewijsstukken – dwaling – bescherming persoonsgegevens – toepassing Gelijkekansendecreet – omstandig stilzwijgen – geldigverklaring opzegging. / BAIL DE LOGEMENT SOCIAL – interdiction de propriété immobilière – enquête concernant les biens étrangers – légalité des preuves – erreur – protection des données personnelles – application du décret sur l’égalité des chances – silence circonstancié – validité du congé.
[noot bij Vred. Antwerpen 5 december 2019] Buitenlands vermogensonderzoek door private bedrijven inzake sociale huisvesting: tijd voor wetgevend optreden
BAIL D’HABITATION – opérateur immobilier public – choix du locataire – antécédents (terrorisme) – pouvoir d’appréciation marginal. / WONINGHUUR – openbare vastgoedbeheerder – keuze van de huurder – antecedenten (terrorisme) – marginale toetsingsbevoegdheid.
LANDPACHT – opzegging voor eigen gebruik (art. 7, 1° en 8 Pachtwet) – persoonlijke, werkelijke en ten minste 9 jaar voortgezette exploitatie (art. 9, eerste lid Pachtwet) – ernstige en gegronde opzeggingsreden (art. 12.6, lid 3 Pachtwet). / BAIL A FERME – résiliation pour usage personnel (art. 7, 1° et 8 de la loi sur le bail à ferme) – exploitation personnelle, effective et continue pendant au moins 9 ans (art. 9, paragraphe 1er, loi sur le bail) – motif sérieux et fondé de résiliation (art. 12.6, paragraphe 3, de la loi sur le bail).
LANDPACHT – Ontvankelijkheid/toelaatbaarheid: a) oproeping in verzoening (art. 1345 Ger.W.) – landbouwvennootschap niet betrokken in de procedure – geen noodzaak tot oproeping b) art. 577-2, § 6 BW – toestemming van alle deelgenoten met betrekking van een pacht doet in onverdeeldheid Pachtoverdracht – inbreng van de pacht in een vennootschap – art. 30 Pachtwet – voorafgaand schriftelijk akkoord – bij gebreke daaraan: toestemming blijkend uit een duidelijke en ondubbelzinnige vaststaande uitvoering – bij gebrek aan bewijs: mogelijkheid tot een vordering in ontbinding van de pacht. / BAIL A FERME – Recevabilité: a) appel en conciliation (art. 1345 C. jud.) – société agricole non partie à la procédure – pas de nécessité d’appel en conciliation b) art. 577-2, § 6 du C. civ. – autorisation de tous les copropriétaires relativement au bail indivis Cession de bail – apport du bail en société –
BAIL A FERME – résiliation de commun accord – droit de préemption. / LANDPACHT – beëindiging in onderlinge overeenstemming – recht van voorkoop.
LANDPACHT – Belang en hoedanigheid – aankoop voor algemeen belang – uitsluiting van het recht van voorkoop – voortbestaan van de pachtrechten Nietigheid van de opzegging (art. 12.1 Pachtwet) – opzegging om redenen van algemeen belang (art. 7, 9° Pachtwet) – zorgvuldigheid bij de opgave van de redenen – opname van de gronden in de grondreserve van de Grondenbank – redenen niet duidelijk en juist. / BAIL A FERME – Intérêt et qualité – acquisition à des fins d’intérêt général – exclusion du droit de préemption – maintien des droits du locataire Nullité du congé (art. 12.1 de la loi sur le bail à ferme) – congé pour affectation à des fins d’intérêt général (art. 7, 9° de la loi sur le bail à ferme) – rigueur dans l’indication des motifs – intégration des terres dans la réserve foncière de Grondenbank – motifs obscurs et incorrects.
La loi anti-squat (très partiellement) retoquée par la Cour constitutionnelle
[note sous Cour constitutionnelle, 13 février 2020 (n° 23/2020)] La Cour constitutionnelle valide le décret wallon du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation
BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – interdiction de mise en location – caducité du bail (art. 219, § 4 du Code bruxellois) – demande d’expulsion – appréciation. / WONINGHUUR – verbod om te verhuren – nietigheid van rechtswege (art. 219, § 4 Brusselse Huisvestingscode) – vordering tot uithuiszetting – beoordeling.
BAIL D’HABITATION – décès – requête en libération de la garantie locative fondée sur le décret du 15 mars 2018 – application de la loi dans le temps. / WONINGHUUR – overlijden – verzoek tot vrijgave van de huurwaarborg op basis van het decreet van 15 maart 2018 – toepassing van de wet in de tijd.
BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – congé – acte unilatéral réceptice – date de dépôt du recommandé au domicile du preneur – prorogation pour circonstances exceptionnelles – doivent tenir à la résidence du preneur et non à l’activité professionnelle éventuellement exercée dans les lieux. / HUUR VAN HOOFDVERBLIJFPLAATS – opzegging – eenzijdige “receptieve” akte – datum van aanbieding op de woonplaats van de huurder – verlenging wegens buitengewone omstandigheden – moeten betrekking hebben op de verblijfplaats van de huurder en niet op de eventuele professionele activiteit die in het gehuurde goed uitgeoefend wordt.
BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – demande de nullité du contrat de bail pour violation de l’ordre public – notion de l’ordre public – non-respect du Code bruxellois du logement – appréciation. / WONINGHUUR – nietigheid huurcontract wegens strijdigheid met openbare orde – begrip openbare orde – schending Brusselse Huisvestingscode – beoordeling.
ALGEMEEN HUURRECHT – art. 1715 BW – bewijs – bekentenis verhuurder – begin van uitvoering. WONINGHUUR – mondelinge huur – opzegging zonder motief – vorm – opzeggingsvergoeding 9 maanden huur (art. 3, § 4 Woninghuurwet) – uitzetting door vervangen slot – aanvullende schadevergoeding. / BAIL DE DROIT COMMUN – art. 1715 C. civ. – preuve – aveu du bailleur – commencement d’exécution. BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – bail verbal – résiliation sans motif – forme – indemnité de résiliation de neuf mois de loyer (art. 3, § 4 de la loi sur le bail de résidence principale) – expulsion par changement de serrure – indemnité supplémentaire.
WONINGHUUR: 1. Opzegging door beide huurders – aangetekende brief aan verkeerd adres – gedingbeslissende eed (art. 1359 BW) 2. Schadebeperkingsplicht verhuurder – huurachterstal – inertie schuldeiser – sanctie – datum ingaan ontbinding 3. Consumentenrecht – professionele verhuurder – huurder consument – art. VI.83, 17° WER – onrechtmatig beding m.b.t. nalatigheidsintrest – ambtshalve nietigheid – wettelijke intrestvoet. / BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE: 1. Résiliation par les deux locataires – lettre recommandée à une adresse erronée – serment décisoire (art. 1359 C. civ.) 2. Obligation du bailleur de limiter son dommage – arriérés de loyer – inertie du créancier – sanction – date du point de départ de la résolution 3. Droit de la consommation – bailleur professionnel – locataire consommateur – art. VI.83, 17° C.D.E. – illégalité de la clause relative aux intérêts moratoires – nullité d’o
BAIL COMMERCIAL – renouvellement – congé pour terme initial – rupture anticipée – force majeure – abus de droit – balance des intérêts – facteurs humains, environnementaux, économiques et sociaux – réduction. / HANDELSHUUR – hernieuwing – opzegging tegen de oorspronkelijke einddatum – vervroegde verbreking – overmacht – rechtsmisbruik – belangenafweging – factoren van menselijke, ecologische, economische en sociale aard – herleiding.
HANDELSHUUR – huurhernieuwing – bepaalde of bepaalbare huurprijs – omzethuur – verstoring contractueel evenwicht – aanstelling deskundige – normale huurwaarde. / BAIL COMMERCIAL – renouvellement – loyer déterminé ou déterminable – loyer variable dépendant du chiffre d’affaires – perturbation de l’équilibre contractuel – désignation d’expert – valeur locative normale.
HANDELSHUUR – geschiktheid van het gehuurde goed voor de overeengekomen bestemming – tewerkstelling personeel – schending veiligheidsvoorschriften Codex over het welzijn op het werk – openbare orde – nietigheid huurovereenkomst. / BAIL COMMERCIAL – adéquation du bien loué en fonction de la destination prévue par le contrat – embauchage de personnel – violation des prescriptions de sécurité du Code sur le bien-être au travail – ordre public – nullité du contrat de bail.
SOCIALE HUUR – verbod op onroerend bezit – onderzoek buitenlandse vermogens – rechtmatigheid bewijsstukken – dwaling – bescherming persoonsgegevens – toepassing Gelijkekansendecreet – omstandig stilzwijgen – geldigverklaring opzegging. / BAIL DE LOGEMENT SOCIAL – interdiction de propriété immobilière – enquête concernant les biens étrangers – légalité des preuves – erreur – protection des données personnelles – application du décret sur l’égalité des chances – silence circonstancié – validité du congé.
[noot bij Vred. Antwerpen 5 december 2019] Buitenlands vermogensonderzoek door private bedrijven inzake sociale huisvesting: tijd voor wetgevend optreden
BAIL D’HABITATION – opérateur immobilier public – choix du locataire – antécédents (terrorisme) – pouvoir d’appréciation marginal. / WONINGHUUR – openbare vastgoedbeheerder – keuze van de huurder – antecedenten (terrorisme) – marginale toetsingsbevoegdheid.
LANDPACHT – opzegging voor eigen gebruik (art. 7, 1° en 8 Pachtwet) – persoonlijke, werkelijke en ten minste 9 jaar voortgezette exploitatie (art. 9, eerste lid Pachtwet) – ernstige en gegronde opzeggingsreden (art. 12.6, lid 3 Pachtwet). / BAIL A FERME – résiliation pour usage personnel (art. 7, 1° et 8 de la loi sur le bail à ferme) – exploitation personnelle, effective et continue pendant au moins 9 ans (art. 9, paragraphe 1er, loi sur le bail) – motif sérieux et fondé de résiliation (art. 12.6, paragraphe 3, de la loi sur le bail).
LANDPACHT – Ontvankelijkheid/toelaatbaarheid: a) oproeping in verzoening (art. 1345 Ger.W.) – landbouwvennootschap niet betrokken in de procedure – geen noodzaak tot oproeping b) art. 577-2, § 6 BW – toestemming van alle deelgenoten met betrekking van een pacht doet in onverdeeldheid Pachtoverdracht – inbreng van de pacht in een vennootschap – art. 30 Pachtwet – voorafgaand schriftelijk akkoord – bij gebreke daaraan: toestemming blijkend uit een duidelijke en ondubbelzinnige vaststaande uitvoering – bij gebrek aan bewijs: mogelijkheid tot een vordering in ontbinding van de pacht. / BAIL A FERME – Recevabilité: a) appel en conciliation (art. 1345 C. jud.) – société agricole non partie à la procédure – pas de nécessité d’appel en conciliation b) art. 577-2, § 6 du C. civ. – autorisation de tous les copropriétaires relativement au bail indivis Cession de bail – apport du bail en société –
BAIL A FERME – résiliation de commun accord – droit de préemption. / LANDPACHT – beëindiging in onderlinge overeenstemming – recht van voorkoop.
LANDPACHT – Belang en hoedanigheid – aankoop voor algemeen belang – uitsluiting van het recht van voorkoop – voortbestaan van de pachtrechten Nietigheid van de opzegging (art. 12.1 Pachtwet) – opzegging om redenen van algemeen belang (art. 7, 9° Pachtwet) – zorgvuldigheid bij de opgave van de redenen – opname van de gronden in de grondreserve van de Grondenbank – redenen niet duidelijk en juist. / BAIL A FERME – Intérêt et qualité – acquisition à des fins d’intérêt général – exclusion du droit de préemption – maintien des droits du locataire Nullité du congé (art. 12.1 de la loi sur le bail à ferme) – congé pour affectation à des fins d’intérêt général (art. 7, 9° de la loi sur le bail à ferme) – rigueur dans l’indication des motifs – intégration des terres dans la réserve foncière de Grondenbank – motifs obscurs et incorrects.
La loi anti-squat (très partiellement) retoquée par la Cour constitutionnelle
Jaar
2020
Volume
2020
Nummer
7-8
Pagina
369
Taal
Frans
Rechtscollege
Vorst, Vredegerecht - Justice de Paix, 24/03/2020
Referentie
“BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE – interdiction de mise en location – caducité du bail (art. 219, § 4 du Code bruxellois) – demande d’expulsion – appréciation. / WONINGHUUR – verbod om te verhuren – nietigheid van rechtswege (art. 219, § 4 Brusselse Huisvestingscode) – vordering tot uithuiszetting – beoordeling.”, T. Vred. / J.J.P. 2020, nr. 7-8, 369-374
Samenvatting
Le bail portant sur un logement frappé d’une interdiction de mise en location par l’IRL est, conformément à l’article 219, § 4, alinéa 1er du Code bruxellois, caduc. Il revient au bourgmestre de mettre la décision de l’IRL en oeuvre et en particulier de procéder à l’expulsion de l’occupant. Dans le zèle qu’il mettra à procéder à l’expulsion, le bourgmestre tiendra évidemment compte de la dangerosité de la situation et dès lors de la contrariété de la situation à l’ordre public, c’est-à-dire aux règles qui doivent être appliquées nonobstant des intérêts privés contraires. Si le bourgmestre n’exécute pas la décision de l’administration et que les parties se retrouvent devant le juge de paix à demander l’expulsion sur la seule base de la caducité, il ne revient pas à ce dernier d’ordonner celleci en application d’un régime qui exclut la prise en compte des intérêts privés des parties, régime que le bourgmestre n’estime pas devoir mettre en oeuvre. Dans ce cas de figure, le juge appréciera l’exécution de l’obligation contractuelle de restitution des lieux loués et dès lors de la mesure d’expulsion qui est son corolaire à l’aune des principes du régime de la responsabilité contractuelle. *** *** *** De huur m.b.t. een woning waarop een verhuurverbod door de GHI rust, is van rechtswege nietig. Het komt de burgemeester toe de beslissing van de GHI uit te voeren en over te gaan tot uithuiszetting van de bewoner. Bij de ijver om over te gaan tot uithuiszetting houdt de burgemeester rekening met de gevaarlijke toestand en de strijdigheid met de openbare orde, d.w.z. met regels die moeten worden toegepast ongeacht strijdige particuliere belangen. Indien de burgemeester de beslissing van de administratie niet uitvoert en partijen zich tot de vrederechter wenden en de uithuiszetting vorderen, komt het de vrederechter niet toe de uithuiszetting toe te staan op grond van een regeling die elke belangenafweging uitsluit, regeling waarvan de burgemeester heeft geoordeeld ze niet te moeten toepassen. In een dergelijk geval zal de vrederechter oordelen over de uitvoering van de contractuele verplichting tot teruggave van het gehuurde goed en de medegaande maatregel tot uithuiszetting op basis van de principes van de contractuele aansprakelijkheid.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!