- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 5
- Artikel
- Antwerpen (8e k.) 15 januari 2013
Volume 2013 : 5
Praktische problemen met betrekking tot partijen, partijen qualitate qua en gerechtsmandatarissen
De noodzakelijke partij in het economisch recht
De ‘privaatrechtelijke’ vertegenwoordigers
[Les parties] Le notaire, l’expert judiciaire, le médiateur de dettes
Cass. (2e ch.) RG P.12.0934.F, 31 octobre 2012 (D.D. / B.J.-P., D.E., e.a.)
Cass. (2e ch.) RG P.11.2054.F, 28 mars 2012 (L. J-L. / B.E.)
Cass. (3e ch.) RG C.12.0187.F, 5 novembre 2012 (T.D. / F.D.V.)
Cass. (3e k.) AR S.12.0045.N, 13 mei 2013 (Van Reeth - Hoefkens bvba / Rijksdienst voor Sociale Zekerheid)
Cass. (1e k.) AR C.12.0502.N, 28 juni 2013 (A.S. / E.R.)
Antwerpen (1e k.) 4 december 2012
Antwerpen (8e k.) 15 januari 2013
Gent (12ebis k.) 13 februari 2013
Gent (13e k.) 22 mei 2013
Kh. Dendermonde (2e k.) 16 mei 2013
Praktische problemen met betrekking tot partijen, partijen qualitate qua en gerechtsmandatarissen
De noodzakelijke partij in het economisch recht
De ‘privaatrechtelijke’ vertegenwoordigers
[Les parties] Le notaire, l’expert judiciaire, le médiateur de dettes
Cass. (2e ch.) RG P.12.0934.F, 31 octobre 2012 (D.D. / B.J.-P., D.E., e.a.)
Cass. (2e ch.) RG P.11.2054.F, 28 mars 2012 (L. J-L. / B.E.)
Cass. (3e ch.) RG C.12.0187.F, 5 novembre 2012 (T.D. / F.D.V.)
Cass. (3e k.) AR S.12.0045.N, 13 mei 2013 (Van Reeth - Hoefkens bvba / Rijksdienst voor Sociale Zekerheid)
Cass. (1e k.) AR C.12.0502.N, 28 juni 2013 (A.S. / E.R.)
Antwerpen (1e k.) 4 december 2012
Antwerpen (8e k.) 15 januari 2013
Gent (12ebis k.) 13 februari 2013
Gent (13e k.) 22 mei 2013
Kh. Dendermonde (2e k.) 16 mei 2013
Jaar
2013
Volume
2013
Nummer
5
Pagina
219
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Beroep - Cour d'Appel, 15/01/2013
Referentie
“Antwerpen (8e k.) 15 januari 2013”, TPB 2013, nr. 5, 219-223
Samenvatting
Samenvatting 1 Dat artikel 756bis Ger.W. aan appellante een pleitrecht toekent, niettegenstaande zij geen conclusie neerlegde, betekent niet dat aan die partij automatisch ook het recht wordt toegekend om een schriftelijke neerslag van haar pleidooien ter zitting neer te leggen. Indien de door geïntimeerde gevraagde wering van de pleitnota van appellante niet zou worden toegekend, zou zulks inhouden dat de in artikel 747 Ger.W. voorziene sanctie zou worden omzeild door appellante, en dat de door dit artikel beoogde doelstelling buiten werking zou worden gesteld. Samenvatting 2 Overeenkomstig artikel 1514 Ger.W. dient appellante op straffe van nietigheid de bewijzen van eigendom in de door haar uitgebrachte dagvaarding in revindicatie te vermelden. De in de dagvaarding vermelde overtuigingsstukken bewijzen dat appellante een nachtwinkel uitbaat, hiervoor huur betaalt, en zich in regel heeft gesteld met de overheid, maar maken geen overtuigingsstukken uit die de eigendom van de in beslag genomen goederen aantonen, laat staan dat ze voldoende precies werden geformuleerd teneinde de beoordeling ervan door de beslaglegger mogelijk te maken. De dagvaarding is bijgevolg nietig.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!