RvS (8e k.) nr. 235.871, 27 september 2016 (la société coopérative à responsabilité limitée Intercommunale d'Étude et de Gestion (IEG) / la Région wallonne)

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 1
Artikel
RvS (8e k.) nr. 235.871, 27 september 2016 (la société coopérative à responsabilité limitée Intercommunale d'Étude et de Gestion (IEG) / la Région wallonne)

Jaar 2017 Volume 2017 Nummer 1 Pagina 57 Taal Nederlands Rechtscollege Raad van State - Conseil d’Etat, 27/09/2016 Referentie S. DE SOMER en V. VUYLSTEKE, “RvS (8e k.) nr. 235.871, 27 september 2016 (la société coopérative à responsabilité limitée Intercommunale d'Étude et de Gestion (IEG) / la Région wallonne)”, TVGEM 2017, nr. 1, 57-58 Samenvatting Samenvatting 1 Het Wetboek van Vennootschappen is in principe van toepassing op een intercommunale, die een publiekrechtelijk rechtspersoon is, die de vorm heeft aangenomen van een CVBA. Krachtens art. 522, § 1 van dat Wetboek heeft de raad van bestuur de meest ruime bevoegdheden om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is. De raad van bestuur beschikt dus over restbevoegdheden ten opzichte van die van de algemene vergadering, die worden opgesomd in art. L1523-14 Waals Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie (WPDD). Op het gebied van personeelsbeheer is het dus de raad van bestuur die het bevoegde orgaan is binnen een intercommunale. Krachtens het voorgaande, alsook het beginsel van het parallellisme van de bevoegdheden, behoort het ontslag van een contractueel ambtenaar dus, in principe, tot de bevoegdheid van de raad van bestuur. Het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie bepaalt evenwel dat de raad van bestuur sommige van zijn bevoegdheden kan delegeren, ofwel aan beperkte beheersorganen, ofwel aan natuurlijke personen in het bijzonder. Samenvatting 2 Een delegatie van de raad van bestuur van een intercommunale, die is opgericht in de vorm van een CVBA, die het dagelijks bestuur van de vennootschap toekent aan het beheerscomité van de sector voor het gedeelte van het maatschappelijke doel dat op haar betrekking heeft, laat het beheerscomité toe om te beslissen over het ontslag van een bediende. Het beginsel volgens welk elke delegatie nauwkeurig moet zijn en strikt geïnterpreteerd moet worden, belet immers niet het gebruik, bij de aanduiding van de gedelegeerde bevoegdheden, van algemene categorieën die vervolgens van toepassing zullen zijn op bepaalde feitelijke situaties. Samenvatting 3 Bij gebrek aan wettelijke verduidelijking moeten onder "handelingen van dagelijks bestuur" die handelingen worden verstaan die "niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van de vennootschap en die om reden zowel van het minder belang dat ze vertonen als van de noodzakelijkheid een spoedige oplossing te treffen, de tussenkomst van de raad van bestuur niet rechtvaardigen." Samenvatting 4 Het begrip "dagelijks bestuur" is niet omschreven ter gelegenheid van de opstelling van artikel L1523-18 CDLD [Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie]. De gedetailleerde beschrijving van de handelingen die door een raad van bestuur van een intercommunale wordt geacht tot het dagelijks bestuur te behoren kan evenwel slechts een aanduiding zijn en kan de rechter geenszins binden daar immers de omvang van het dagelijks bestuur voortvloeit uit de wet. Bij gebrek aan wettelijke verduidelijking moeten onder "handelingen van dagelijks bestuur" die handelingen worden verstaan die "niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van de vennootschap en die om reden zowel van het minder belang dat ze vertonen als van de noodzakelijkheid een spoedige oplossing te treffen, de tussenkomst van de raad van bestuur niet rechtvaardigen." In een arrest dat werd gewezen naar aanleiding van artikel 24 van het (opgeheven) decreet van de Waalse Gewestraad van 5 december 1996 betreffende de intercommunales (RvS, nr. 176.172 van 25 oktober 2007), heeft de Raad van State, in een herneming van de handelingen van dagelijks bestuur zoals hierboven aangegeven, gemeend dat het ontslag van een uitvoerend ambtenaar een beslissing is die behoort tot de behoeften van het dagelijkse leven van de vennootschap. Hoewel het ontslag onmiskenbaar belangrijke gevolgen heeft voor de werknemer die er het voorwerp van uitmaakt, en hoewel het voor de bestuurlijke overheid diens eventuele vervanging zal impliceren, kan er niet redelijkerwijze van worden uitgegaan dat het ontslag van een contractueel ambtenaar van een intercommunale zodanige gevolgen zou hebben voor haar tewerkstellingsbeleid dat het de fundamentele beleidslijnen van de instelling zou raken en dat bijgevolg alleen de raad van bestuur daarover zou moeten gaan. Uit wat voorafgaat vloeit voort dat de raad van bestuur van een intercommunale volgens artikel L1523-18, § 1 CDLD de bevoegdheid om een werknemer te ontslaan kan delegeren aan het beheerscomité van de betrokken sector. Samenvatting 5 De vraag van de geldigheid van een volmacht verleend aan natuurlijke personen, leden van het beheerscomité van een intercommunale, om de beslissing van een ontslag te ondertekenen raakt niet aan de openbare orde aangezien ze niet slaat op de bevoegdheid van de steller van de handeling, maar op de bevoegdheid van de intercommunale zelf. Samenvatting 6 De beslissing van ontslag van een contractueel ambtenaar behoort niet tot de bevoegdheid van de Raad van State (RvS, Alg. Verg. nr. 234.035 van 4 maart 2016). Samenvatting 7 De toepasselijkheid van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur op het ontslag van een contractueel ambtenaar tewerkgesteld door een werkgever van de overheidssector heeft lang het voorwerp van een controverse uitgemaakt. Het Hof van Cassatie heeft daar echter een einde aan gemaakt door een arrest van 12 oktober 2015 (S.13.0026.N). Het Hof beweert daarin dat noch de voormelde wet van 29 juli 1991 noch de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en inzonderheid dat van het voorafgaandelijk verhoor van toepassing zijn op het ontslag van een contractueel ambtenaar die is tewerkgesteld door een werkgever van de overheidssector. Samenvatting 8 Het Hof van Cassatie heeft in zijn arrest van 12 oktober 2015 (S.13.0026.N) geoordeeld dat een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, zoals het beginsel audi alteram partem, de toepassing van de bepalingen van de arbeidsovereenkomstenwet, die de werkgever niet opleggen de werknemer voorafgaandelijk aan zijn ontslag te horen, niet in de weg kan staan.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren