- Full text
- Journal
- Number 315
- Article
- EHRM (Grote kamer) nr. 23380/09, 28 september 2015 (Bouyid / België)
Volume 2015 : 315
Europees Mensenrechtenhof veroordeelt België voor politiegeweld
Onveilige ‘Vliegende Hollander’ moet weg
Loon in cash verder beperkt
Ook kilometerheffing in Brussel
EHRM (Grote kamer) nr. 23380/09, 28 september 2015 (Bouyid / België)
Doorsturen van persoonsgegevens naar VS in het gedrang
HvJ (Grote Kamer) nr. C-362/14, 6 oktober 2015 (Maximillian Schrems / Data Protection Commissioner)
Fiscus en sociale zekerheid mogen niet zomaar gegevens uitwisselen
[Taaltip] De in rand vermelde opleiding
HvJ (3e k.) nr. C-201/14, 1 oktober 2015 (Smaranda Bara, e.a. / Presedintele Casei Nationale de Asigurari de Sanatate, Casa Nationala de Asigurari de Sanatate, Agentia Nationala de Administrare Fiscala (ANAF))
Uber pop(s) and then it… stops [Verbod UberApp in Brussel]
Kh. Brussel (Nl.) 23 september 2015
Vred. Kontich nr. 15A122, 28 september 2015
Verkoop van zieke honden: lage verkoopprijs leidt tot lage schadevergoeding?
Grondwettelijk Hof nr. 101/2015, 2 juli 2015 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 102/2015, 2 juli 2015 (prejudiciële vraag)
Rechtbank heeft volle rechtsmacht om erkenningsaanvraag te beoordelen
EHRM herinnert aan belang hoorrecht bij vechtscheiding
EHRM (1e afd.) nr. 10161/13, 3 september 2015 (M. & M. / Kroatië)
Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid verbeurt dwangsombevoegdheid
Koen Lenaerts voorzitter Hof van Justitie
Ludmilla Alexeyeva krijgt Prijs Vaclav Havel
Isabelle Buelens partner
Grondwettelijk Hof nr. 113/2015, 17 september 2015 (prejudiciële vraag)
‘Moorden correctionaliseren is een garantie voor gerechtelijke dwalingen’ [Interview met Christine Mussche, Johan Platteau, Jef Vermassen]
Meer respect voor de griffier, graag
[Column] Enerzijds, anderzijds
De boerkini: stof tot nadenken
Rechtbank en bemiddeling zijn complementair
Minder rechtspraak?
Een frisse kijk op precontractuele informatieverplichtingen
Een Europese interpretatie van taalrechten in strafzaken
Vorm en inhoud van rechtspreken
Huisverboden nodig
Scheidingsambtenaar nodig
Snoeien om te groeien [Hervorming vennootschapsrecht]
Nog kritiek [Besparingen justitie]
‘Je moet altijd zoeken naar wat authentiek is’
Geen licht aan einde benoemingstunnel [Burgemeesterkwestie in Linkebeek]
Europees Mensenrechtenhof veroordeelt België voor politiegeweld
Onveilige ‘Vliegende Hollander’ moet weg
Loon in cash verder beperkt
Ook kilometerheffing in Brussel
EHRM (Grote kamer) nr. 23380/09, 28 september 2015 (Bouyid / België)
Doorsturen van persoonsgegevens naar VS in het gedrang
HvJ (Grote Kamer) nr. C-362/14, 6 oktober 2015 (Maximillian Schrems / Data Protection Commissioner)
Fiscus en sociale zekerheid mogen niet zomaar gegevens uitwisselen
[Taaltip] De in rand vermelde opleiding
HvJ (3e k.) nr. C-201/14, 1 oktober 2015 (Smaranda Bara, e.a. / Presedintele Casei Nationale de Asigurari de Sanatate, Casa Nationala de Asigurari de Sanatate, Agentia Nationala de Administrare Fiscala (ANAF))
Uber pop(s) and then it… stops [Verbod UberApp in Brussel]
Kh. Brussel (Nl.) 23 september 2015
Vred. Kontich nr. 15A122, 28 september 2015
Verkoop van zieke honden: lage verkoopprijs leidt tot lage schadevergoeding?
Grondwettelijk Hof nr. 101/2015, 2 juli 2015 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 102/2015, 2 juli 2015 (prejudiciële vraag)
Rechtbank heeft volle rechtsmacht om erkenningsaanvraag te beoordelen
EHRM herinnert aan belang hoorrecht bij vechtscheiding
EHRM (1e afd.) nr. 10161/13, 3 september 2015 (M. & M. / Kroatië)
Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid verbeurt dwangsombevoegdheid
Koen Lenaerts voorzitter Hof van Justitie
Ludmilla Alexeyeva krijgt Prijs Vaclav Havel
Isabelle Buelens partner
Grondwettelijk Hof nr. 113/2015, 17 september 2015 (prejudiciële vraag)
‘Moorden correctionaliseren is een garantie voor gerechtelijke dwalingen’ [Interview met Christine Mussche, Johan Platteau, Jef Vermassen]
Meer respect voor de griffier, graag
[Column] Enerzijds, anderzijds
De boerkini: stof tot nadenken
Rechtbank en bemiddeling zijn complementair
Minder rechtspraak?
Een frisse kijk op precontractuele informatieverplichtingen
Een Europese interpretatie van taalrechten in strafzaken
Vorm en inhoud van rechtspreken
Huisverboden nodig
Scheidingsambtenaar nodig
Snoeien om te groeien [Hervorming vennootschapsrecht]
Nog kritiek [Besparingen justitie]
‘Je moet altijd zoeken naar wat authentiek is’
Geen licht aan einde benoemingstunnel [Burgemeesterkwestie in Linkebeek]
Year
2015
Volume
2015
Number
315
Page
2
Language
Dutch
Court
Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 28/09/2015
Reference
“EHRM (Grote kamer) nr. 23380/09, 28 september 2015 (Bouyid / België)”, DJK 2015, nr. 315, 2
Recapitulation
Samenvatting 1 Wanneer een individu van zijn vrijheid wordt beroofd of, meer algemeen, wordt geconfronteerd met agenten van de ordediensten, tast het gebruik van fysiek geweld wanneer dit niet strikt noodzakelijk wordt gemaakt door het gedrag van die persoon de menselijke waardigheid aan en vormt het in beginsel een schending van het door art. 3 EVRM gewaarborgde recht. De woorden "in beginsel" kunnen niet worden geïnterpreteerd als een aanduiding dat er situaties zouden bestaan waarin men niet tot een dergelijke schending zou moeten concluderen omdat deze niet voldoende ernstig zou zijn. Wanneer de menselijke waardigheid wordt aangetast, raakt men aan het wezen van het verdrag zelf. Daarom vormt elk gedrag van de ordediensten tegen een persoon dat de menselijke waardigheid aantast een schending van art. 3 EVRM. Dat geldt in het bijzonder voor het gebruik van fysiek geweld jegens een individu wanneer dat niet strikt noodzakelijk wordt gemaakt door het gedrag van die persoon, ongeacht de impact die dat overigens op de betrokkene heeft gehad. In casu is het Hof, door de vaststelling dat de regering niet beweert dat de klap waarvan elk van de verzoekers klaagt overeenkwam met een gebruik van fysiek geweld dat strikt noodzakelijk werd gemaakt door hun gedrag, bijgevolg van mening dat de waardigheid van de verzoekers werd aangetast en er dus een schending van art. 3 EVRM werd gepleegd. Daarenboven vormt het geven van een klap door een agent van de openbare macht aan een individu dat zich onder zijn toezicht bevindt een ernstige aantasting van de waardigheid van deze laatste. Door zijn gezicht aan te raken raakt hij het deel van het lichaam aan dat zijn individualiteit uitdrukt, zijn sociale identiteit kenmerkt, en de zintuigen bevat die dienen voor communicatie met anderen. Het Hof herhaalt dat het kan volstaan dat het slachtoffer in zijn eigen ogen wordt vernederd om te kunnen spreken van vernederende behandeling in de zin van art. 3 EVRM. Het Hof twijfelt er niet aan dat een klap, zelfs geïsoleerd, zonder voorbedachtheid en zonder ernstig of duurzaam gevolg, door de persoon die hem krijgt als een vernedering kan worden gezien. Dit geldt des te meer wanneer de klap wordt gegeven door agenten van de ordediensten aan personen die onder hun toezicht staan aangezien hij de verhouding van superioriteit-inferioriteit onderstreept die bij uitstek de relatie tussen de personen in dergelijke omstandigheden kenmerkt. Het feit dat de slachtoffers weten dat een dergelijke daad onwettig is kan daarenboven bij hen een gevoel van willekeur, onrechtvaardigheid en onmacht doen ontstaan. Overigens bevinden de personen die in handen zijn van de politie of een vergelijkbare autoriteit zich in een situatie van kwetsbaarheid: de overheid heeft bijgevolg de plicht hen te beschermen. Het feit dat de klap ondoordacht door een razende agent kan zijn gegeven heeft in dit opzicht geen enkel belang. Zelfs in de moeilijkste omstandigheden verbiedt het Verdrag absoluut marteling en onmenselijke of vernederende straffen en behandelingen, ongeacht het gedrag van de betrokken persoon. In een democratische maatschappij vormen mishandelingen nooit een toereikend antwoord op de problemen waarmee de overheid wordt geconfronteerd. Mishandeling kan echter een grotere psychologische impact hebben op een minderjarige dan op een volwassene. Het is dus van essentieel belang dat wanneer de agenten van de ordediensten in contact komen met minderjarigen, de agenten zorgvuldig rekening moeten houden met de kwetsbaarheid die inherent is aan de jeugdige leeftijd van deze laatsten. Het Hof merkt daarenboven op dat het onderzoek dat daarop is gevolgd niet effectief was, dat de onderzoeksgerechten niet alle nodige aandacht aan de beweringen van de verzoekers hebben geschonken en dat het onderzoek een redelijke duur heeft overschreden.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!