Rb. Leuven 22 april 1998

Search in library

Search books and journals in the library.

Search in full text

Search for specific content based on search terms and filters.

Full text
Journal
Number 0
Article
Rb. Leuven 22 april 1998

Year 2000 Volume 2000 Number 0 Page 109 Language Dutch Court Leuven, Burgerlijke Rechtbank - Tribunal Civil, 22/04/1998 Reference “Rb. Leuven 22 april 1998”, TBBR 2000, nr. 0, 109-110 Recapitulation Samenvatting 1 Een recht van overgang kan slechts door een titel gevestigd worden. Onder titel dient de rechtshandeling verstaan waardoor de erfdienstbaarheid in het leven werd geroepen dus het negotium en niet het instrument, zijnde het geschrift dat enkel dient tot bewijs van de rechtshandeling. Dat brengt mee dat het bestaan van een titel uiteraard niet kan afgeleid worden uit het bestaan van de feitelijke overgang op zich, hoe lang deze ook mag bestaan hebben, zelfs indien dit sinds onheuglijke tijden het geval is (art. 691, lid 2 B.W.). Het bewijs dient geleverd dat de eigenaar van het lijdende erf werkelijk de wil had om zijn erf met een zakelijk recht van erfdienstbaarheid van overgang te bezwaren. Een bekentenis of erkenning in de zin van art. 695 B.W. kan uitgaan van een vorige eigenaar van het lijdende erf maar het is vereist dat degene van wie de bekentenis of erkenning uitging op dat ogenblik eigenaar was. Uit de houding van de huidige eigenaar die het gebruik van de toegangsweg gedurende negen maanden zou geduld hebben, kan evenmin een erkenning afgeleid worden. Dit lijkt eerder het gevolg van een gedogen als nieuwe gebuur dan werkelijk de uiting van de wil om het bestaan van een erfdienstbaarheid te erkennen. Samenvatting 2 Art. 1, lid 1 in fine Hypotheekwet bepaalt dat de niet overgeschreven titel niet tegenstelbaar is aan derden voor zover deze niet met bedrog hebben gecontracteerd. Een koper dient als derde in die zin beschouwd en zijn eventuele goede trouw dient beoordeeld op het ogenblik van de verkrijging. Het enkele feit dat het gaat om een zichtbare erfdienstbaarheid sluit de goede trouw niet uit vermits de uiterlijke tekens ook het gevolg kunnen zijn van een gedogen of een persoonlijk recht. De algemene clausule in de aankoopakte (aankoop met alle actieve of passieve, zichtbare of onzichtbare, voortdurende of niet voortdurende erfdienstbaarheden) zonder enige verwijzing naar een, zelfs maar mogelijk, recht van overgang, tast evenmin de goede trouw aan. Samenvatting 3 De bezitsvordering in de zin van art. 1370 Ger.W. is uitgesloten voor het recht van overgang, dat niet door verjaring kan verkregen worden.

Dear visitor

This page is reserved for Jurisquare members.

If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!