Volume 2020 : 7
Discriminatie in het Gelijkekansendecreet? Reflecties bij GwH nr. 110/2019
Waarom burgers het recht moeten krijgen om uit te dagen [Over de vraag of burgers in bepaalde gevallen en onder welomschreven voorwaarden het recht dienen te krijgen om overheidstaken over te nemen]
Kroniek overheidsopdrachten
HvJ (Grote Kamer) nr. C-543/17, 8 juli 2019 (Commissie / België)
HvJ (Grote Kamer) nr. C-502/19, 19 december 2019 (Oriol Junqueras Vies)
RvS (9e k.) nr. 247.301, 12 maart 2020 (Belgische Staat / Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 247.393, 10 april 2020 (Bv P. e.a. / Stad Antwerpen)
RvS (14e k.) nr. 247.452, 27 april 2020 (nv Andreas Stihl e.a. / Belgische Staat)
Discriminatie in het Gelijkekansendecreet? Reflecties bij GwH nr. 110/2019
Waarom burgers het recht moeten krijgen om uit te dagen [Over de vraag of burgers in bepaalde gevallen en onder welomschreven voorwaarden het recht dienen te krijgen om overheidstaken over te nemen]
Kroniek overheidsopdrachten
HvJ (Grote Kamer) nr. C-543/17, 8 juli 2019 (Commissie / België)
HvJ (Grote Kamer) nr. C-502/19, 19 december 2019 (Oriol Junqueras Vies)
RvS (9e k.) nr. 247.301, 12 maart 2020 (Belgische Staat / Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 247.393, 10 april 2020 (Bv P. e.a. / Stad Antwerpen)
RvS (14e k.) nr. 247.452, 27 april 2020 (nv Andreas Stihl e.a. / Belgische Staat)
Year
2020
Volume
2020
Number
7
Page
351
Language
Dutch
Court
08/07/2019
Reference
“HvJ (Grote Kamer) nr. C-543/17, 8 juli 2019 (Commissie / België)”, TBP 2020, nr. 7, 351-353
Recapitulation
Samenvatting 1 Door niet binnen de termijn als vastgesteld in het met redenen omklede advies van 30 september 2016, zoals verlengd door de Europese Commissie, de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om te voldoen aan richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid, en, a fortiori, door de Commissie geen dergelijke omzettingsmaatregelen mee te delen, is het Koninkrijk België zijn verplichtingen krachtens artikel 13 van deze richtlijn niet nagekomen. (Art. 258 en art. 260, lid 3, VWEU). Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Samenvatting 2 Doordat het op de dag waarop het Hof de feiten heeft onderzocht, nog steeds niet de maatregelen had getroffen die, wat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreft, nodig zijn om artikel 2, leden 7 tot en met 9 en 11, artikel 4, lid 5, en artikel 8 van richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid, om te zetten in zijn nationale recht, en a fortiori evenmin dergelijke omzettingsmaatregelen aan de Commissie had meegedeeld, heeft het Koninkrijk België ten dele in zijn niet-nakoming volhard. (Art. 258 en art. 260, lid 3, VWEU). Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Samenvatting 3 Voor het geval dat de in punt 2 geconstateerde niet-nakoming nog zou voortduren op de datum waarop het onderhavige arrest wordt gewezen, wordt het Koninkrijk België ertoe veroordeeld de Europese Commissie vanaf deze datum en totdat aan deze niet-nakoming een einde komt, een dwangsom van 5 000 EUR per dag te betalen. (Art. 258 en art. 260, lid 3, VWEU). Website Hof van Justitie en Gerecht van de EU Samenvatting 4 Op basis van artikel 260, lid 3 VWEU kan de Commissie, zodra zij haar beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 258 (het vroegere artikel 226 van het EG-Verdrag) heeft ingesteld, het Hof voorstellen een forfaitaire som of dwangsom op te leggen in hetzelfde arrest als waarin wordt vast gesteld dat een lidstaat zijn verplichting tot mededeling van de maatregelen ter omzetting van een volgens de wetgevingsprocedure aangenomen richtlijn niet is nagekomen. Het Hof verduidelijkt de omvang van de notificatieplicht van de lidstaten van omzettingsbepalingen. De omvang van die plicht is essentieel, want het gevolg is dat de Commissie bij schending ervan meteen een boete of dwangsom kan vorderen, terwijl voor andere schendingen van het Unierecht de procedure van artikel 260, lid 2 VWEU moet worden gevolgd, waarbij de Commissie slechts na een eerdere inbreukprocedure een boete of sanctie kan vorderen.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!