Volume 2017 : 2
Recente wijzigingen aan de RMI-Wet
Het decreet integraal handelsvestigingsbeleid. Een (r)evolutie
Nieuwe regelgeving voor de re-integratie van arbeidsongeschikte personeelsleden. Toelichting en kanttekening bij de toepassing op het (lokaal) overheidspersoneel
RvS (10e k.) nr. 233.760, 5 februari 2016 (bvba HS-Trading / Gemeente Maasmechelen)
RvS (10e k.) nr. 233.767, 6 februari 2016 (bvba Kings, Jean-Paul Moreels / Stad Aalst)
RvS (10e k.) nr. 235.518, 15 juli 2016 (bvba Ramses / Burgemeester van de stad Vilvoorde)
RvS (10e k.) nr. 235.738, 13 september 2016 (vzw Desk, Natascha Roek / Gemeente Maldegem)
RvS (10e k.) nr. 235.786, 16 september 2016 (bvba Noxx Antwerp / Stad Antwerpen)
RvS (10e k.) nr. 235.805, 20 september 2016 (vzw Koerdisch Instituut, Derwich Ferho / Stad Brussel)
RvS (10e k.) nr. 236.053, 11 oktober 2016 (bvba Kasar / Stad Vilvoorde)
Cass. (1e k.) AR F.15.0026.N, 10 februari 2017 (stad B. / NV R.)
Gent (5e k.) nr. 2015/AR/541, 27 september 2016
Gent (5e k.) nr. 2015/AR/2264, 27 september 2016
De belasting op tweede verblijven: 'plus ça change, plus c’est la même chose...'
RvS (10e k.) nr. 235.808, 20 september 2016 (Elisabeth Matthijs, Francis Verrone, Lien Vanassche, Axelle Lecocq / Vlaams Gewest)
RvS (10e k.) nr. 236.368, 8 november 2016 (nv Groothandel K.V.S. Dilsen, nv Installiebedrijf K.V.S. Dilsen thans de nv Aega / Stad Dilsen-Stokkem)
RvS (10e k.) nr. 236.757, 13 december 2016 (BVBA Gova Meubelen / Vlaamse Gewest)
Geen lichte, maar volwaardige planologische toets vereist bij een handelsvestigingsvergunning
RvS (10e k.) nr. 237.338, 10 februari 2017 (Eddy Timmermans / Gemeente Pepingen)
Structurele onbestuurbaarheid: de remedie is erger dan de kwaal
RvS (10e k.) nr. 237.482, 23 februari 2017 (Veerle Baeyens, Astrid De Winne / Gemeente Haaltert)
Recente wijzigingen aan de RMI-Wet
Het decreet integraal handelsvestigingsbeleid. Een (r)evolutie
Nieuwe regelgeving voor de re-integratie van arbeidsongeschikte personeelsleden. Toelichting en kanttekening bij de toepassing op het (lokaal) overheidspersoneel
RvS (10e k.) nr. 233.760, 5 februari 2016 (bvba HS-Trading / Gemeente Maasmechelen)
RvS (10e k.) nr. 233.767, 6 februari 2016 (bvba Kings, Jean-Paul Moreels / Stad Aalst)
RvS (10e k.) nr. 235.518, 15 juli 2016 (bvba Ramses / Burgemeester van de stad Vilvoorde)
RvS (10e k.) nr. 235.738, 13 september 2016 (vzw Desk, Natascha Roek / Gemeente Maldegem)
RvS (10e k.) nr. 235.786, 16 september 2016 (bvba Noxx Antwerp / Stad Antwerpen)
RvS (10e k.) nr. 235.805, 20 september 2016 (vzw Koerdisch Instituut, Derwich Ferho / Stad Brussel)
RvS (10e k.) nr. 236.053, 11 oktober 2016 (bvba Kasar / Stad Vilvoorde)
Cass. (1e k.) AR F.15.0026.N, 10 februari 2017 (stad B. / NV R.)
Gent (5e k.) nr. 2015/AR/541, 27 september 2016
Gent (5e k.) nr. 2015/AR/2264, 27 september 2016
De belasting op tweede verblijven: 'plus ça change, plus c’est la même chose...'
RvS (10e k.) nr. 235.808, 20 september 2016 (Elisabeth Matthijs, Francis Verrone, Lien Vanassche, Axelle Lecocq / Vlaams Gewest)
RvS (10e k.) nr. 236.368, 8 november 2016 (nv Groothandel K.V.S. Dilsen, nv Installiebedrijf K.V.S. Dilsen thans de nv Aega / Stad Dilsen-Stokkem)
RvS (10e k.) nr. 236.757, 13 december 2016 (BVBA Gova Meubelen / Vlaamse Gewest)
Geen lichte, maar volwaardige planologische toets vereist bij een handelsvestigingsvergunning
RvS (10e k.) nr. 237.338, 10 februari 2017 (Eddy Timmermans / Gemeente Pepingen)
Structurele onbestuurbaarheid: de remedie is erger dan de kwaal
RvS (10e k.) nr. 237.482, 23 februari 2017 (Veerle Baeyens, Astrid De Winne / Gemeente Haaltert)
Year
2017
Volume
2017
Number
2
Page
128
Language
Dutch
Court
Raad van State - Conseil d’Etat, 20/09/2016
Reference
D. VAN HEUVEN, “RvS (10e k.) nr. 235.808, 20 september 2016 (Elisabeth Matthijs, Francis Verrone, Lien Vanassche, Axelle Lecocq / Vlaams Gewest)”, TVGEM 2017, nr. 2, 128-129
Recapitulation
Samenvatting 1 Er kan niet worden volstaan met de overweging dat een handelsvestigingsvergunningsaanvraag verenigbaar is met de bestemming van woongebied, zonder een verdere toets aan de voorwaarden van artikel 5.1.0 van het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. Samenvatting 2 Artikel 39 Gw bepaalt: "De wet draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt met uitsluiting van die bedoeld in de artikelen 30 en 127 tot 129 en dit binnen het gebied en op de wijze die zij bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid." Artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 6°, BWHI bepaalt: "De aangelegenheden bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet zijn: [...] 6° De vestigingsvoorwaarden, met uitzondering van de voorwaarden voor toegang tot gezondheidszorgberoepen en tot dienstverlenende intellectuele beroepen; [...]." De voormelde bepaling werd ingevoegd bij de Bijzondere Wet 'met betrekking tot de Zesde Staatshervorming' van 6 januari 2014 (hierna: Bijzondere Wet) en trad overeenkomstig artikel 67 van deze Bijzondere Wet in werking op 1 juli 2014. Artikel 94, § 1, BWHI bepaalt: "Onverminderd het bepaalde in artikel 83, § 2 en 3, blijven de overheden die door de wetten en verordeningen met bevoegdheden belast zijn die onder de Gemeenschappen en de Gewesten ressorteren, die bevoegdheden uitoefenen volgens de procedures door de bestaande regels bepaald, zolang hun Parlementen en hun Regeringen die regels niet hebben gewijzigd of opgeheven." Op 25 april 2014 neemt de Vlaamse regering het Besluit 'betreffende de samenstelling en de werking van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie en van het ICD' (hierna: het Besluit van 25 april 2014), waarbij dit laatste, zoals de verzoekers aangeven, wordt samengesteld uit afgevaardigden van de Vlaamse regering, ter vervanging van de federale leden van dit ICD. Op 20 juni 2014 neemt de Vlaamse regering het Besluit 'tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, wat betreft de verdeling van de bevoegdheden, overgedragen in het kader van de zesde staatshervorming' (hierna: het Besluit van 20 juni 2014). Artikel 7, § 1, 1°, c), van het voorvermelde Besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2005 luidt ingevolge zijn wijziging bij artikel 5 van het Besluit van 20 juni 2014 als volgt: "Het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie heeft betrekking op de volgende aangelegenheden: 1° de economie: [...] c) de vestigingsvoorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 6°, van de bijzondere wet met uitzondering van deze inzake toerisme en inzake mobiliteit en logistiek; [...]." Overeenkomstig artikel 9 van het Besluit van 25 april 2014, treedt dit besluit eerst in werking op 1 juli 2014. Artikel 1 van dit Besluit bepaalt voorts dat het besluit "alleen van toepassing [is] op de vergunningsaanvragen en beroepen die na 1 juli 2014 ingediend worden op grond van de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen, en die betrekking hebben op handelsvestigingen in het Vlaamse Gewest". Overeenkomstig artikel 12 van het Besluit van 20 juni 2014, treedt ook dit besluit pas in werking op 1 juli 2014. De verzoekers betogen dat de Vlaamse overheid maar bevoegd werd voor de handelsvestigingen ingevolge de Zesde Staatshervorming, met ingang van 1 juli 2014. De samenstelling van het ICD door de Vlaamse regering bij het Besluit van 25 april 2014 is volgens de verzoekers dan ook manifest on(grond)wettig tot stand gekomen (eerste middel). Evenmin kon de Vlaamse regering om die reden op 20 juni 2014 een besluit nemen om de Vlaamse minister van Economie bevoegd te maken voor de handelsvestigingen (tweede middel). De door de verzoekers bekritiseerde besluiten betreffen beide formele regelgevingen, die eerst in werking traden op 1 juli 2014. Deze besluiten lieten de verwerende partij toe om de bevoegdheid die haar ingevolge de Zesde Staatshervorming ter zake van de socio-economische vergunningverlening werd toegekend, vanaf de inwerkingtreding van de bevoegdheidsoverdracht op 1 juli 2014 onmiddellijk en daadwerkelijk uit te oefenen. De Raad van State ziet niet in hoe dit laatste zonder het nemen van de door de verzoekers geviseerde besluiten mogelijk zou zijn geweest. De bekritiseerde besluiten behelzen evenwel geenszins een voorafgaande, effectieve uitoefening van de materiële bevoegdheid die de verwerende partij eerst op 1 juli 2014 ter zake van de socio-economische vergunningverlening heeft ontvangen. Het betreffen geen materieelrechtelijke regels die als "voorafname" op de toegekende bevoegdheidsoverdracht moeten worden beschouwd.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!